Ministerie van Financien

De voorzitter van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR Den Haag

Datum Uw brief Ons kenmerk (Kenmerk)

12 oktober FM 2001-1581 M 2001

Onderwerp

10e voortgangsrapportage Euro en overheid

Deel 10a: rijksoverheid en gelieerde
derdenorganisaties


1. Inleiding en samenvatting


Met nog minder dan 100 dagen te gaan, is het aftellen naar ¤-day echt begonnen. Hiermee is de implementatiefase van het europroject ingeleid, de eindfase waarin de conversie van gulden naar euro daadwerkelijk zal plaatsvinden. De rijksoverheid kan deze eindfase met vertrouwen tegemoet zien. Nagenoeg alle geautomatiseerde systemen zijn getest en gereed voor conversie. De nadruk zal in de resterende maanden vooral liggen op de planning van de conversiefase en op bedrijfsvoeringsaspecten (aanpassen van objecten, procedures, formulieren, en de voorbereiding van het overheidspersoneel). Voor iedereen geldt immers dat de overgang naar de euro ingrijpend is, en juist in de menselijke factor liggen kwetsbaarheden, bijvoorbeeld het risico dat valuta door elkaar worden gehaald.

In deze rapportage staat wat betreft de automatisering de afronding van de testfase centraal. De hiervoor van tevoren afgesproken mijlpaal was 1 juli 2001. Dit betekent dat het testen van alle aan­passingen aan
geautomatiseerde systemen zou moeten zijn afgerond, en dat proefconversies zijn uitgevoerd. Hiermee is inzicht verkregen in de vraag of de conversieprogrammatuur op orde is en hoe lang de conversie in beslag gaat nemen. Bij de testfase hoort ook het testen van alle ketens met derden, zodat de continuiteït van
bedrijfsprocessen na 1 januari 2002 gewaarborgd is.

Net als voor de Rijksoverheid geldt ook voor de meeste derdenorganisaties (zbo's) dat de testfase succesvol is afgesloten. Een klein aantal derdenorganisaties loopt nog achter op de planning.

Voor het (particuliere) beleidsveld van de departementen geldt dat er inmiddels over het algemeen goed zicht is op de voortgang en dat de departementen waar nodig faciliterende activiteiten hebben ondernomen. De voortgang laat in een aantal sectoren echter nog te wensen over zodat er de komende maanden, gegeven de nog beperkte tijd, nog hard moeten worden
doorgewerkt om tijdig gereed te zijn. Het betreft hier onder meer de zorgsector en in mindere mate ook delen van het onderwijsveld en het pensioen- en verzekeringsveld.

Ook de voorbereidingen van departementen op de conversie- of implementatiefase liggen over het algemeen op schema. Mede op basis van de resultaten uit de testfase zullen de voor de euro aangepaste systemen in gebruik worden genomen en kunnen de guldendatabases worden geconverteerd. Departementen zullen de resultaten uit de testfase (verder) verwerken in conversieplannen. Daarnaast staat het nader uitwerken en detailleren van noodplannen en noodscenario's geagendeerd. Tevens verdient ook de inrichting van een departementale
coördinatiestructuur de komende maanden nog alle aandacht. Dit om eenduidig te kunnen
communiceren over het verloop van de
omschakeling en adequaat te kunnen reageren op bepaalde eventualiteiten tijdens de conversiefase (eind december/begin januari). Hiermee is in het algemeen een eerste begin gemaakt; het gaat nu om de uitwerking tot meer gedetailleerde draaiboeken.

In de vorige (9e) voortgangsrapportage zijn vier algemene risico's voor het vervolgtraject beschreven. Dit zijn beleidscumulatie, onderschatting/onvolledigheid, testen van ketens en de eindejaarspiek. Ten aanzien van deze vier risico's is het beeld dat deze alle de aandacht van de departementen hebben en dat er acties zijn ondernomen deze risico's verder in te perken.

Hoewel de risico's daarmee over het algemeen verminderd zijn, is het op sommige plaatsen nog steeds zaak om terdege rekening te houden met het risico van beleidscumulatie. Hierbij moet vooral gedacht worden aan rond 1 januari geplande reorganisaties, die veelal dynamiek en personele- en systeemwijzigingen tot gevolg hebben. De aandacht gaat daarbij met name uit naar de geplande reorganisaties op het gebied van SZW (onder meer de vorming van één uitvoeringsinstelling, de UWV). Daarnaast valt te denken aan de implementatie van nieuwe systemen en nieuw beleid dat nog op korte termijn uitvoeringsconsequenties heeft en daardoor kan leiden tot complicaties met de invoering van de euro. Over een aantal van dergelijke beleidsvoornemens in de sociale zekerheid wordt nog overleg gevoerd tussen het ministerie van SZW en de betrokken partijen in de sector (uvi's, Ctsv en Lisv). In hoofdstuk 4 wordt nader ingegaan op de beleidscumulatie en de aanpak van de genoemde vier risico's.


2. Voortgang bij de verschillende domeinen


2.1 Automatisering en administratieve organisatie

Afronding testfase

In deze rapportage staat wat betreft de automatisering de afronding van de testfase (mijlpaal 1 juli) centraal. Begin september blijkt de testfase bij de departementen zoals gesteld geheel of nagenoeg te zijn afgerond. De systemen als zodanig zijn daarmee gereed voor de omschakeling. De focus kan nu worden gericht op de gegevensconversie die eind 2001 of begin 2002 plaatsvindt. Dit behelst het converteren van guldenbedragen naar bedragen in euro. Als dit is gebeurd, kan de organisatie in euro gaan werken.

De huidige voortgang geeft vertrouwen in een succesvolle afronding van het project bij de rijksoverheid. Deze voorspoedige voortgang lijkt mede te danken aan de strakke
mijlpalenplanning die de rijksoverheid de afgelopen jaren heeft gehanteerd. De planning was voor het laatste halfjaar (tweede helft van 2001) van enige uitloopmogelijkheid voorzien om de resterende werkzaamheden af te ronden. Deze uitloop blijkt geen overbodige luxe te zijn, hoewel deze reserveperiode veelal slechts nodig is voor het verrichten van kleinere aanpassingen zoals de aanpassing van spreadsheets,
formulieren en AO's. Enkele departementen (VWS, EZ) voeren deze veelal eenvoudige aanpassingen bewust volgens hun eigen planning in deze periode uit. Voor een succesvolle omschakeling dienen ook deze zaken uiteraard niet te worden veronachtzaamd.

Voorbereiding conversiefase

De departementen zijn thans bezig de resultaten van de testfase uit te werken in een
gedetailleerd draaiboek of implementatieplan voor de laatste weken van dit jaar. Veel organisaties streven naar een draaiboek waarin per dag (vaak per uur) wordt aangegeven welke activiteiten moeten gebeuren en wie deze werkzaamheden gaat verrichten. De benodigde mens- en machinecapaciteit is hiervoor bij de meeste departementen al volledig gereserveerd. Medewerkers op sleutelposities zijn gevraagd in die periode aanwezig te zijn, en waar nodig worden vakantieverloven van medewerkers die een spilfunctie vervullen tijdens de conversie ingetrokken.

Een aantal departementen heeft een gespreide conversieperiode (OCW, V&W, EZ) om de
uitvoeringspiek eind 2001 zoveel mogelijk te vermijden. Dit betekent in sommige gevallen dat (onderdelen van) departementen eerder dan 1 januari 2002 intern volledig zijn overgegaan op euro's. De afspraak bij de rijksoverheid is dat héél 2001 nog in guldens gecommuniceerd wordt, ongeacht of administraties al eerder zijn omgezet naar euro's. De burger ondervindt hiervan derhalve geen hinder. Tijdens de conversieperiode zijn de systemen enige tijd uit de lucht. Deze periode verschilt sterk per departement en per onderdeel daarbinnen. Sommige systemen zijn

enkele dagen, andere zijn enkele weken beperkt of niet operationeel. De departementen hebben hiervoor duidelijke afspraken gemaakt en elk departement communiceert hierover naar zijn eigen achterban en leveranciers. Enkele departementen hebben ervoor gekozen om 2001 eerst boekhoudkundig af te sluiten en daarna de euroconversie uit te voeren. Dit zal veelal in januari 2002 (EZ, VenW) plaatsvinden. Tijdens de testfase hebben proefconversies inzicht gegeven hoe lang het omzetten van systemen en gegevens naar euro's in beslag zal nemen.

Coördinatiestructuur

Rondom ¤-day zullen de departementen ook zorgen voor een adequate interne rapportage- en coördinatiestructuur waarin het verloop van de omschakeling wordt gevolgd, met name op delen van hun beleidsterrein die maatschappelijk van groot belang zijn. In sommige gevallen zijn of worden noodscenario's uitgewerkt. De
departementen zullen aansluiten op de
interdepartementale coördinatiestructuur die vanuit het NCC operationeel is. De afronding van departementale draaiboeken voor de
coördinatiestructuur vraagt komende maanden bijzonder aandacht. Sommigen zijn hiermee al gevorderd (VROM, BZK, Justitie, Defensie, Financiën), maar bij alle departementen zal de afronding nog de nodige inspanning vergen.

2.2 Eerste begroting in euro's

Ten aanzien van de begrotingsadministraties kan worden gemeld dat de rijksbegroting 2002, zoals die op Prinsjesdag is ingediend, de eerste begroting is die volledig in euro's luidt. Het omzettingsproces van de departementale begrotingen is succesvol verlopen. In de begrotingen voor de jaren 2000 en 2001 was naast de guldenbedragen ook eurogewenningsinformatie opgenomen met als doel zowel eurogewenning als het waarborgen van de aansluiting met de eerste eurobegroting 2002. De begroting 2002 heeft betrekking op het eerste eurojaar en bevat daarmee louter eurobedragen. Gezien de belangrijke publicitaire rol die de
Miljoenennota heeft, wordt bij sleutel- en/of eind bedragen naast de leidende eurobedragen nog beperkte zogenoemde guldenontwenningsinformatie opgenomen. De onderliggende administraties van de ministeries luiden tot en met het einde van 2001 nog in gulden. Om verwarring tussen gulden en euro te voorkomen, worden deze departementale administraties (systemen) pas rond komende jaarwisseling omgezet naar euro. Departementen hebben deze conversies reeds getest en voor dit omzettingsproces gedetailleerde draaiboeken opgesteld. De financiële verantwoording over 2001 zal voor het eerst in euro's plaatsvinden.

2.3 Juridische aspecten van de
euro-implementatie

De aanpassing van wet- en regelgeving door de (rijks)overheid verloopt volgens planning. De aanpassing van bedragen in wetten en in AmvB's verloopt volgens een interdepartementaal verzameltraject. Voordeel van deze
gecoördineerde actie is dat het juridische traject voor een groot deel van alle wet- en regelgeving gezamelijk en tijdig kan worden doorlopen. Bij de omzetting zijn de richtlijnen uit de "Beleidsbrief Wet- en regelgeving" leidend. Dit betekent dat bedragen en tarieven zoveel mogelijk 'technisch' zullen worden omgezet waardoor de omzetting niet ten nadele van de burger zal zijn.

De verzamelwet is kort na het zomerreces aangeboden aan de Eerste Kamer. Bij de behandeling van de verzamelwet in de Tweede Kamer is een amendement aangenomen waarin wordt bepaald dat naast de rijksoverheid ook medeoverheden worden aangespoord om bij de omzetting van bedragen in wet- en regelgeving zoveel mogelijk 'technisch' om te rekenen. Ook de Rijksverzamelwet waarin de wetgeving van het Koninkrijk is opgenomen, is naar de Eerste Kamer verzonden.

Naast een verzamelwet is ook een verzamel-AmvB opgesteld, waarmee alle guldenbedragen en verwijzingen naar de gulden in algemene maatregelen van bestuur worden omgezet naar euro's. Dit eveneens volgens de regels uit de Beleidsbrief. De verzamel-AmvB is begin september 2001 door de Koningin ondertekend en wordt binnenkort gepubliceerd.

In de veegwet worden de gulden-bedragen en verwijzingen naar de gulden die in de meest recente wetgeving staan, (en daarom niet zijn meegenomen in de oorspronkelijke verzamelwetten) omgezet in eurobedragen en verwijzingen naar de euro. Deze veegwet is in september door de MR goedgekeurd en verzonden naar de Raad van State. Overigens blijkt de omvang van deze wet erg mee te vallen.

De ministeriële regelingen zullen niet in één verzamelregeling worden omgezet, maar zijn de verantwoordelijkheid van de departementen zélf. De departementen kiezen daarbij veelal wel voor een verzamelregeling per ministerie. Deze zullen voor een groot deel in oktober 2001 worden gebundeld en in een aparte bijlage van de Staatscourant gezamenlijk worden gepubliceerd. Daarnaast is er een categorie ministeriële regelingen die jaarlijks aan te passen bedragen (o.a. indexaties) bevat. Deze bedragen zullen eveneens volgens de regels van de Beleidsbrief (in combinatie met de reguliere beleidsmatige aanpassing) worden omgezet en doorgaans op het gebruikelijke tijdstip worden gepresenteerd. Van de meeste bedragen in euro zijn al concepten beschikbaar.

De omzetting van bedragen in fiscale wet- en regelgeving volgt een apart traject, buiten de verzamelwet om. Bij de omzetting geldt als hoofdregel dat de eurobedragen rekenkundig worden afgerond op evenveel decimalen als waarin het oorspronkelijke guldensbedrag is gesteld. Deze afronding leidt per saldo tot een in beginsel budgettair neutraal resultaat. Voor de afronding van boetebedragen een fiscale regelgeving is de lijn van het regeringsbeleid voor boetebedragen gevolgd. Dit betekent dat fiscale boetebedragen in alle gevallen naar beneden worden afgerond op hele euro's. Het wetsvoorstel Fiscale aanpassingswet euro, waarin de noodzakelijke aanpassingen in fiscale wetten zijn opgenomen, is half augustus 2001 aan de Tweede Kamer aangeboden. Aanpassing van de lagere fiscale regelgeving (algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen) volgt in dit najaar.

De Algemene Rekenkamer is begonnen met een onderzoek naar de omzettingen in de verzamelwet en verzamel-Amvb en de ministeriële regelingen. Het onderzoek zal steunen op twee pijlers. De eerste pijler behelst de technische omzetting, waarbij onderzocht gaat worden of departementen op een juiste manier hun bedragen in wet- en regelgeving 'technisch' hebben omgezet. In gevallen waarbij dat niet is gebeurd, wordt beoordeeld of de afwijking van de hoofdregel voldoende en volgens de regels is gemotiveerd. Het tweede gedeelte van het onderzoek zal zich specifiek op de tarieven gaan richten. Het uitgangspunt hierbij zal zijn vast te stellen of er ongemotiveerde tariefsverhogingen hebben plaatsgevonden buiten de 'gewone' indexaties om. De uitkomsten worden omstreeks december 2001 verwacht.

2.4 Prijsontwikkelingen rondom de invoering van de euro

Los van het Rekenkameronderzoek is er al geruime tijd bijzondere aandacht voor
prijsontwikkelingen rondom de invoering van de euro. In opdracht van het NFE onderzoekt de Consumentenbond de invloed van de euro op de prijsontwikkeling. Uit de meting van augustus 2001 blijkt dat er nog steeds geen aanleiding is om blijvende prijseffecten te verwachten als gevolg van de euro. De waarnemingen van de Consumentenbond sporen met de bevindingen van DNB, die enkele onderzoeken heeft verricht naar de mogelijke prijseffecten van de euro.

Wel zou de euroconversie volgens DNB een tijdelijk prijsverhogend effect (maximaal 0,3% in 2001) kunnen hebben doordat de
invoeringskosten worden doorberekend. Daar staat tegenover dat daarna een structureel
prijsverlagend effect wordt voorzien.

Een bescheiden prijsverhoging kan worden verwacht wanneer ondernemers het omprijzen naar de euro laten samenvallen met het doorvoeren van de reguliere prijsaanpassingen die anders later zouden plaatsvinden. Dit kan vooral gelden voor ondernemers die hun prijzen niet vaak aanpassen; bijna de helft van de ondernemers doet dit slechts eenmaal per jaar.

Ook het potentiële effect van psychologische prijsstelling is volgens DNB beperkt: wanneer alle toonbankinstellingen die nu psychologische, ronde, of handige prijzen hanteren naar boven zouden afronden - een onwaarschijnlijk scenario
- zou het prijsniveau met 0,7% stijgen.
Uit de rapportages van de Consumentenbond blijkt dat het aantal fouten dat bij de omrekening wordt gemaakt afgelopen periode is afgenomen (van 16% naar 8%). Deze fouten zijn zowel in het voordeel als in het nadeel van de burger.

Wel blijkt dat sommige bedrijven nog (steeds) niet duidelijk zijn in de prijsstelling. Het EuroMeldpunt dat sinds mei 2001 klachten van burgers op eurogebied vastlegt en verifiëert, heeft de eerste maanden veel reacties ontvangen. Maandelijks wordt een zogenoemde 'zwarte lijst' van organisaties met euromissers gepresenteerd. Tevens wordt een pluim uitgedeeld aan een organisatie die op een juiste en actieve manier invulling geeft aan de eurovoorbereidingen en daarmee een voorbeeld voor anderen is. De Rijksoverheid en haar instellingen komen op de zwarte lijst niet voor. Wel noteert de Consumentenbond dat niet alle mede-overheden correct invulling hebben gegeven aan de afspraak over dubbele valutavermelding. In de
voortgangsrapportage over mede-overheden (deel 10b) wordt ingegaan op de prijsontwikkeling bij gemeenten en overige mede-overheden.


3. Stand van zaken bij departementen
De voortgang bij departementen is zonder meer positief. Met uitzondering van enkele onderdelen heeft de rijksoverheid de testfase (nagenoeg) volledig afgerond. Waar in het verleden ten aanzien van de voortgang sprake was een groep met koplopers en achterblijvers, is nu sprake van 'één groot peleton' dat goed op schema ligt. Slechts enkele onderdelen van departementen zullen de komende weken de laatste hand aan de testfase moeten leggen, maar dit levert voor deze organisatie- onderdelen geen
onoverkomenlijke problemen op.

Het beeld is verder dat veel departementen de uitkomsten uit de testfase momenteel (verder) verwerken in conversiedraaiboeken en
implementatieplannen. Veelal zijn concepten hiervan al voorhanden. Hierin staat van dag tot dag beschreven welke systemen volgens welke planning geconverteerd zullen worden.

Bij Algemene Zaken (AZ) is de euro-impact relatief gering. AZ heeft de testfase tijdig afgerond en voor het belangrijkste financiële systeem is in mei met succes de euroversie van het financiële systeem in productie genomen. Ook is het conversieplan gereed. AZ heeft veel aandacht besteed aan het stimuleren van het eurobewustzijn en het voorkomen van fouten (menselijke factor).

Bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is de testfase vrijwel afgerond. Voor enkele systemen waren aanvullende testen noodzakelijk. De ketentesten van de systemen voor de overheidssalarissen (IVOP) lopen door tot eind september vanwege de vele externe partijen die hierbij zijn betrokken. Voor de grotere systemen zijn uitgebreide conversiedraaiboeken opgesteld, voor de kleinere systemen zijn deze in concept beschikbaar. Voor het belangrijkste systeem (CAFAS) geldt een

"freeze period " vanaf 1 november. Het systeem wordt tussen kerst en oudjaar geconverteerd en is in de tweede week van januari weer
operationeel in euro's.

Bij het ministerie van Buitenlandse Zaken is de testfase per 1 juli volledig afgerond. Ook de benodigde conversieprogrammatuur is voor alle systemen ontwikkeld en getest. De conversie van de belangrijkste geautomatiseerde systemen is begin december voorzien. Om fouten van medewerkers op de werkplek zoveel mogelijk te voorkomen, zal in september een interim-AO onder alle medewerkers worden verspreid.

Ook Defensie heeft de testfase zo goed als volledig afgerond. Voor enkele
departements-onderdelen moeten nog
proefconversies worden uitgevoerd. Er wordt centraal een conversiedraaiboek opgesteld dat gebaseerd is op de ervaringsgegevens uit de proefconversies. Vanaf 1 juli 2001 hanteert Defensie een strikte freeze period, wijzigingen aan de systemen zijn dan niet toegestaan tenzij hiervoor toestemming wordt gegeven. De gegevensconversie is gepland in de tweede helft van december, slechts een klein gedeelte van de systemen blijft in die periode operationeel. Defensie heeft veel aandacht besteed aan de menselijke factor. Met extra checks en procedures wordt geprobeerd om fouten en valutavermenging te voorkomen.

Bij het ministerie van Economische Zaken is de in de vorige rapportage aangekondigde inhaalslag afgelopen tijd goed doorgezet. EZ heeft deze achterstanden nagenoeg weggewerkt. Ook bij het CBS is het project nu goed op gang gekomen al blijft het tijdschema hier krap. Het aanpassen en testen van de systemen ten behoeve van maand-, kwartaal- en jaarstatistieken kan waarschijnlijk nog in 2001 worden afgerond. Het europroject bij het CBS zal ook de komende maanden hoge prioriteit krijgen.

Bij het ministerie van Financiën is de testfase voor het kerndepartement afgerond. Financiën heeft een departementaal draaiboek voor de coördinatiestructuur opgesteld met daarin een planning en invulling van de capaciteit voor de overgangsperiode. Bij de Belastingdienst zijn de inspanningen deze zomer versterkt, mede naar aanleiding van een audit naar de stand van zaken. De resterende (test)werkzaamheden betreffen vooral de interne bedrijfsvoering.

De belastingplichtigen ondervinden hiervan geen hinder; de Belastingdienst heeft sinds 1999 immers al de mogelijkheid om belastingaangiftes in euro te verwerken. Begin december is de invoering gepland van een nieuw systeemonderdeel waarmee retourinformatie van euro-acceptgiro's verwerkt kan worden.

Het ministerie van Justitie heeft de testfase vrijwel volledig afgerond. Bij de Immigratie- en Naturalisatie Dienst (IND) moeten vanwege de verwerking van de nieuwe Vreemdelingenwet nog een aantal tests na 1 juli plaatsvinden. De voor de conversie benodigde mens- en
machinecapaciteit is dankzij uitgebreide proefconversies in beeld en is ook vastgelegd. Besloten is om per 1 januari 2002 het reeds in productie zijnde nieuwe financiële systeem (Jurist 2002) in te voeren. Eind december wordt het Jurist-systeem geconverteerd. Inmiddels is ook een noodscenario voor Jurist uitgewerkt dat de continuïteit waarborgt. Justitie heeft een algehele freeze-period ingesteld, daarnaast zijn er interne richtlijnen opgesteld om te voorkomen dat nieuwe beleidsprojecten de euro-invoering compliceren.

Het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij heeft de testfase bijna geheel afgerond. De dierziekteproblematiek is niet (meer) van invloed op de voortgang van europrojecten. Voor enkele nieuwe systemen, alsmede voor financiële systeem, moeten nog enkele afrondende tests worden uitgevoerd. Voor de belangrijkste systemen zijn risico-analyses beschikbaar. LNV zal de prioritaire directies en diensten vanaf oktober 2001 maandelijks monitoren. Momenteel vindt een audit plaats naar de conversieplannen. Het agentschap Laser voert veel Europese subsidieregelingen waarvoor een afwijkend boekjaar geldt (16 oktober-15 oktober). De administratie van Laser gaat vanwege dat Brusselse boekjaar al deels per 16 oktober 2001 over op de euro. Gekeken wordt of deze conversie leermomenten voor het departement en overige departementen oplevert.

De testfase bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is zo goed als volledig afgerond. Twee prioritaire systemen zijn nog niet volledig getest, omdat de leveranciers de eurogerede versies van deze systemen nog niet hebben uitgeleverd. De europroblematiek is het meest omvangrijk bij de derdenorganisaties IB-groep (studiefinanciering), CASO
(onderwijssalarissen) en het agentschap Cfi (geldstroom naar onderwijsinstellingen). Het Cfi is per 2 juli jongstleden voor de bekostiging van het schooljaar 2001-2002 overgegaan op de euro en hanteert nu naast een euro-administratie ook nog een schaduwadministratie in guldens.

De Informatie Beheer Groep (IBG) heeft de testfase deze zomer vrijwel afgerond; de planning voorziet in volledige afronding per 15 september. De conversie van systemen zal zeer gespreid plaatsvinden bij OC&W. Er is geen sprake van een uitzonderlijke piekbelasting van werknemers en machinecapacteit in december. De benodigde capaciteit voor de conversie is geraamd en vastgelegd.

Bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat waren per 1 juli bijna alle geautomatiseerde systemen succesvol getest. In augustus heeft nog een groot aantal proefconversies plaatsgevonden, waardoor per 1 september alle systemen eurogereed waren. Voor de vier kritische V&W-brede systemen zijn conversiedraaiboeken opgesteld. Uiterlijk 15 oktober moet ieder organisatie-onderdeel een uitgewerkt draaiboek voor de euro-omschakeling hebben. De
piekbelasting qua capaciteit valt bij V&W mee, dankzij de relatieve spreiding van de
werkzaamheden in de implementatiefase. De nieuw gevormde Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) kan worden beschouwd als een nieuw
directoraat-generaal. De "erflaters" stellen wel alle deskundigheid en opgedane ervaringen gedurende het europroject nog beschikbaar.

V&W heeft niet gekozen voor een formele freeze-period, maar wel een dringend advies doen uitgaan dat na de testfase (mijlpaal 1 juli jl.) alleen de hoogst noodzakelijke aanpassingen aan systemen mogen worden gedaan. De organisatie is attent op samenloop met de euro.
De Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) heeft zowel de realisatie- als de testfase afgerond. Naar de stand van zaken per 1 juli is een audit verricht die tot een positieve conclusie kwam.

Bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is van alle directies en diensten een formele verklaring ontvangen dat de testfase is afgerond, wat betekent dat ook proefconversies en waar nodig ketentesten zijn uitgevoerd. Zowel de doorlooptijd als de benodigde mens- en machinecapaciteit die nodig is voor de conversie is bekend en vastgelegd. Voor de prioritaire systemen zijn reeds conversie- en noodplannen opgesteld. Wel heeft een aantal lopende reorganisaties binnen het departement de aandacht vanwege de samenloop met de euro.

Het ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid heeft de testfase vrijwel afgerond. Voor het belangrijkste
geautomatiseerd systeem (BIAS) gold een afwijkende planning, maar de afronding van de testfase is inmiddels achter de rug. Voor de belangrijkste systemen zijn conversieplannen opgesteld. Mochten (onderdelen van) de conversie van de systemen mislukken, dan is in navolging van het millennium een volgorde opgesteld voor het weer opstarten van de systemen (naar prioriteit). Voor de belangrijkste systemen zijn noodscenario's beschikbaar. Bijzondere aandacht vraagt het risico van beleidscumulatie bij SZW. Dit wordt nader besproken in paragraaf 4.1. De mogelijke gevolgen van beleidscumulatie zijn voor zover mogelijk geadresseerd, maar blijven aandacht behoeven, ook omdat reorganisaties in de praktijk kunnen tegenvallen ten opzichte van de planning.

Het ministerie van VROM heeft de testfase volledig afgerond. Onlangs is een audit uitgevoerd naar de afronding van de testfase. De uitkomsten hiervan waren positief. In september worden de conversiedraaiboeken voor de daadwerkelijke omschakeling opgeleverd. Bij het Directoraat-Generaal Volkshuisvesting (DGVH) is sprake van een freeze-period tot eind december. Voor alle systemen geldt dat de benodigde mens- en machinecapaciteit is vastgelegd.

Per 1 januari 2002 wordt het
Inspectoraat-Generaal operationeel. Dit is een samenvoeging van de inspecties van
Milieuhygiëne, Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Er is expliciet aandacht gevraagd voor de overdracht van werkzaamheden
(overdrachtsprotocol) en het vroegtijdig vastleggen van capaciteiten,
verantwoordelijkheden en de aanpassing van spreadsheets en de AO. Op deze manier wordt de cumulatie met de euro in de hand gehouden.


4. Risico's voor het vervolgtraject
In de 9e voortgangsrapportage is naast de goede voortgang bij departementen een viertal risico's voor het vervolgtraject gesignaleerd. Deze risico's waren: beleidscumulatie,
onderschatting/ onvolledigheid, (het testen van) ketens en de eindejaarspiek. Nu, een klein half jaar later, blijkt dat de departementen actie hebben ondernomen om deze risico's zoveel mogelijk te beperken (zie onderstaande beschrijving). Met name het risico van de consequenties van beleidscumulatie vraagt evenwel nog (steeds) aandacht. Hiervan is sprake als de consequenties van nieuw beleid
samenvallen met het invoeringsmoment van de euro. Dit leidt namelijk tot extra belasting van de betrokken werknemers en kan aanpassing vereisen van reeds europroof gemaakte
geautomatiseerde systemen.

4.1 Beleidscumulatie

Van beleidscumulatie kan sprake zijn door nieuwe beleidsvoornemens, reorganisaties, of door invoering van nieuwe systemen.

Het implementeren van nieuwe beleidsvoornemens op korte termijn kan problemen geven omdat veel organisaties 'freeze periods' hanteren en daardoor tot begin 2002 moeilijk nog wijzigingen kunnen verwerken. Dit kan betekenen dat in de reeds aangepaste en geteste programmatuur nieuwe wijzigingen moeten worden aangebracht. Een nadere inventarisatie door departementen bij hun (beleids)directies op dit punt heeft aangegeven dat hiervan in deze fase nog maar in beperkte mate sprake is. Daar waar consequenties van nieuw beleid tóch zouden samenvallen met de euro, is hier in de meeste gevallen van afgezien. Zo zijn enkele voornemens om wijzigingen in de fiscale sfeer per 1 januari 2002 door te voeren komen te vervallen en andere wijzigingen uitgesteld tot een later moment in 2002. Ook in het sociale zekerheidsveld (SZW) kan een aantal wijzigingen in (nieuwe) wetsvoorstellen nog leiden tot
uitvoeringsconsequenties. Het ministerie van SZW zal op korte termijn afspraken maken met de uitvoeringsinstellingen in de sociale zekerheid over het tijdstip van doorvoeren van de wijzigingen.

In sommige gevallen is het hanteren van freeze periods niet mogelijk aangezien het
onvermijdelijk is dat er nog beleidsvoornemens worden verwerkt. Dit betreft bijvoorbeeld de (reguliere) wijzigingen die de Belastingdienst nog moet doorvoeren na de
Prinsjesdagbesluitvorming.

Een ander aandachtspunt voor een succesvolle euro-invoering bij SZW, zijn verschillende reorganisaties die momenteel plaatsvinden in het kader van het SUWI-traject . Al deze reorganisaties moeten formeel kort voor of op 1 januari aanstaande zijn afgerond. Daarom wordt er door SZW intensief op toegezien dat de gelijktijdige overgang naar de euro goed verloopt. Tot dusverre blijkt dat ook het geval te zijn. Waar nodig zijn voorzorgsmaatregelen genomen om deze veranderingsprocessen in goede banen te leiden. De bestaande
euro-verantwoordelijkheden binnen het
departement zelf blijven ook tijdens de reorganisatie in tact, totdat de
euro-implementatie volledig is afgerond.

Ook met de andere bij de reorganisaties betrokken instellingen vindt overleg plaats over de continuïteit in het europroject. Met name de op te richten UWV is hierbij van groot belang aangezien deze zal moeten zorgen voor de uitbetaling van de uitkeringen in de sociale zekerheid in januari.

Ook de komende maanden blijft scherpe aandacht nodig voor met name de personele continuïteit en inzetbaarheid. De bij grote reorganisaties gebruikelijke dynamiek en personeelsmutaties kunnen immers in de praktijk toch van invloed zijn op de europrojecten binnen SZW en de sociale zekerheid.

Een andere vorm van beleidscumulatie is de implementatie van nieuwe systemen c.q. ingrijpende systeemaanpassingen kort voor of op
1 januari aanstaande. Dit speelt onder meer nog bij de Belastingdienst (t.b.v. de verwerking van euro-acceptgiro's) en Staatsbosbeheer (LNV), waar begin januari een nieuw vastgoedsysteem wordt geïmplementeerd. De indruk bestaat echter dat waar dit speelt er rekening mee is gehouden door een goede planning van nieuwe systemen, zodat de resterende risico's beperkt zijn. Bij Justitie is het aanpassingstraject van het nieuwe systeem Jurist succesvol gelopen. Dit nieuwe systeem is conform planning per 1 juli 2001 volledig aangepast en getest, en kan per 1 januari in gebruik worden genomen. Veel departementen nemen in de tweede helft van 2001 een nieuwe (voor de euro geschikte) versie van de besturingssoftware voor het netwerk in gebruik. Bij enkele departementen is dit uitgesteld tot voorjaar 2002, om samenloop met de euro te voorkomen.

4.2 Risico van onderschatting / onvolledigheid

Het tweede risico betrof de onderschatting en (on)volledigheid van de resterende werkzaamheden de tweede helft dit jaar c.q. een onvolledige planning. Dit risico hebben de departementen in het algemeen goed ondervangen dankzij een actieve opstelling bij het in kaart brengen van de gevolgen van de euro voor de dagelijkse werkzaamheden. Belangrijk aandachtspunt hierbij blijft de menselijke factor. Alle systemen, formulieren en procedures kunnen afgelopen tijd nóg zo goed europroof gemaakt zijn, de medewerkers die ermee moeten werken, bepalen het uiteindelijke succes. De kans op fouten van de mensen die ermee moeten werken is nadrukkelijk aanwezig. Door medewerkers al tijdig vertrouwd te laten maken met de nieuwe (euro)werksituatie en de consequenties hiervan voor hun dagelijks werkzaamheden kunnen de nadelige gevolgen van menselijke fouten aanzienlijk worden verkleind.

Het risico van de menselijke factor wordt onderkend, onder meer via een goede interne opleiding voor medewerkers. In het tweede halfjaar van 2001 hebben de departementen en gelieerde organisaties veel interne
voorlichtingsactiviteiten gepland. Daarbij wordt aandacht besteed aan de consequenties die de komst van de euro voor bijvoorbeeld de bedrijfsvoering met zich meebrengt. Zo zijn bijvoorbeeld voorlichtingsfilms ontwikkeld en interne opleidingsprogramma's opgesteld (ABP). Veel organisaties hebben bijvoorbeeld extra procedures (ter controle op eventuele fouten) of een interim-AO voor de duale fase (BuZa) opgesteld. Medewerkers worden hierdoor alert gemaakt om in hun dagelijks werk rekening te houden met de (kleine) wijzigingen die mogelijk het gevolg zijn van de nieuwe munt.

4.3 Eindejaarspiek van resterende werkzaamheden in 2001

Het derde risico betreft de eindejaarspiek in 2001, met andere woorden het risico dat de cumulatie van werkzaamheden nog tot onverwachte verrassingen zouden kunnen leiden in een situatie waarin de uitloopmogelijkheden ontbreken. LNV geeft als ervaring uit de testfase aan dat de hersteltijd als gevolg van problemen bij de conversie kan tegenvallen.

Uit deze monitorronde blijkt dat ook dit risico door de departementen goed is ondervangen en de aandacht heeft. Belangrijkste remedie is een sluitende en reële planning van de
werkzaamheden, inclusief de benodigde
capaciteit. Uit de resultaten van de testfase (proefconversies) is duidelijk geworden welke mens- en machinecapaciteit (nog) benodigd is voor de definitieve gegevensconversie. Deze benodigde capaciteit is veelal reeds
gereserveerd. Ook komt uit de testfase naar voren dat het belangrijk is om een prioritering aan te brengen bij de conversie waarbij rekening wordt gehouden met de ketenafhankelijkheden tussen systemen. Wanneer een belangrijk systeem zou vastlopen, heeft dit immers ook gevolgen voor andere systemen.

De resultaten uit de testfase worden momenteel nog verder uitgewerkt in detailplanningen en conversiedraaiboeken voor het eind van dit jaar. De voortgang op dit punt geeft geen aanleiding om te verwachten dat dit risico tot grote problemen zal leiden.

4.4 Het testen van ketens

Tenslotte is het onderdeel (testen van) ketens het vierde risico dat onderkend werd. Tijdens de testfase, hebben alle organisaties naast alle aangepaste systemen (ook) hun ketens getest. Daarmee is gecheckt of de gemaakte
ketenafspraken in de praktijk voldoende duidelijk zijn voor de betrokkenen. De aanpak door departementen van de ketentests verschilt nogal. Zo hebben enkele departementen hun gehele ketens uitvoerig getest (BuZa, LNV, Financiën) terwijl anderen volstaan met het testen van alleen dát deel van de keten dat direct op hen betrekking heeft (VWS, SZW), of een 'keten op papier testen' (OCW). Nu door de meeste organisaties de testfase (nagenoeg) volledig is afgerond, is het beeld dat dit risico de afgelopen maanden vrijwel is weggewerkt. Over het algemeen bleken er geen verrassingen uit de ketentesten voort te komen. Wel bleek dat sommige organisaties hun ketentesten nog niet konden afronden, omdat ketenpartners nog niet klaar waren (onder andere in de salarisketen).


5. Stand van zaken bij derdenorganisaties
De departementen hebben een aantal (28) organisaties die uitvoeringstaken met een wettelijke basis verrichten als prioritaire derdenorganisatie benoemd. De prioriteit is afhankelijk van het politieke afbreukrisico of van het budgettaire beslag van de organisatie en betekent dat deze categorie extra wordt gefaciliteerd en gemonitord.

De stand van zaken ten aanzien van de voortgang bij derdenorganisaties is eveneens positief. In voorgaande rapportages is gemeld dat de voortgang bij sommige derdenorganisaties achterbleef bij die van de departementen. Het beeld in deze rapportage is dat de prioritaire derdenorganisaties het grootste deel van die achterstand hebben ingelopen, met uitzondering van enkele organisaties die de testfase de komende maanden zullen afronden. Veelal was deze latere afronding al in een eerder stadium voorzien, maar gezien de korte
uitloopmogelijkheid is het uiteraard zaak dat waar de testfase nog niet is afgerond de beoogde deadlines worden gehaald. In vrijwel alle gevallen wordt dit haalbaar geacht.

Naast de goede voortgang is het eveneens positief dat de meeste departementen een goed zicht hebben op de voortgang bij hun prioritaire derdenorganisaties. Bijvoorbeeld bij grote uitvoeringsorganisaties als het ABP (BZK), het GAK (SZW) en de IB-Groep (OCW) is de euro-impact aanzienlijk (veel grote geautomatiseerde systemen). Genoemde organisaties hebben afgelopen jaren een gedegen
voorbereidingstraject doorlopen. Dit heeft ertoe geleid dat deze organisaties goed op schema liggen en de testfase volledig hebben afgerond. Ook CASO (OCW) dat de betaling van salarissen van onderwijspersoneel uitvoert, ligt goed op schema, en is bezig met de (laatste)
onderhoudsronde voor ¤-day. Alle prioritaire derdenorganisaties van het ministerie van LNV hebben de testfase afgerond.

Veel prioritaire derdenorganisaties (15) zijn werkzaam op het terrein van SZW. De meeste organisaties in de sociale zekerheid (Ctsv, Lisv en UVI's) hebben afgelopen periode goede voortgang geboekt. Het Ctsv rapporteert in 2001 vier maal over euro; de laatste rapportage heeft als peildatum 1 oktober. De uvi's hebben de testfase tijdig afgerond, met uitzondering van GUO, waar afronding van de testfase is verschoven naar 1 oktober. Hoge prioriteit voor de eurowerkzaamheden is hier dus noodzakelijk. Hetzelfde geldt voor Kliq, het
reïntegratiebedrijf dat is voortgekomen uit de Arbeidsvoorziening. Hier wordt de realisatie-en testfase in november 2001 afgerond met de implementatie van een nieuw financieel systeem. Ook moeten nog enkele andere testen worden afgerond, zodat er sprake is van een relatief krap tijdschema dat evenwel haalbaar wordt geacht.

De Sociale Verzekerings Bank (SVB), die o.a. verantwoordelijk is voor de uitvoering van de AOW, Anw en de kinderbijslag (AKW), zal de realisatie- en testfase per 1 oktober conform planning afronden. Voor het verzekeren van de continuïteit van de bedrijfsprocessen in de overgangsfase, zijn met name voor de risicovolle betaalstromen aanvullende maatregelen getroffen. Er is een gedetailleerd draaiboek opgesteld waarin alle activiteiten rond de invoering van de euro zijn beschreven, er wordt een tijdelijke organisatie ingesteld waarmee de interne coördinatie en voortgangsbewaking van de euroactiviteiten verder worden verscherpt en er zijn duidelijke afspraken met binnen- en buitenlandse banken gemaakt.

De zbo's in de gezondheidszorg laten een wisselend beeld zien. Voor de Pensioen- en UitkeringsRaad (PUR) geldt dat een groot aantal systemen reeds is getest. Een aantal systemen wordt nog in het 3e kwartaal van 2001 getest. De aanpassingen bij het Commissie Tarieven Gezondheidszorg (CTG) liggen op schema; de testfase is afgerond. Het College van
Zorgverzekeraars (CVZ) heeft een afwijkende planning ten opzichte van de mijlpalenplanning van de rijksoverheid. Conform deze eigen planning ligt men op schema, maar de testfase is nog niet afgerond. Alhoewel het tijdschema krap is, worden vooralsnog geen problemen voorzien om voor 1 januari 2002 de conversie te voltooien.

De Nederlandse politie (BZK) heeft afgelopen periode goede voortgang geboekt. De politie hanteert een afwijkende planning in het aanpassingstraject. Voor alle systemen van de Nederlandse politie geldt dat de testfase is afgerond en dat de systemen gecertificeerd zijn. De conversiedraaiboeken zijn in voorbereiding. De politieregio's hebben een inhaalslag gemaakt en liggen volgens BZK, met uitzondering van twee regio's, op schema. Het Feitenboekje voor de politie met daarin alle bedragen (procesverbaal, etc.) in euro's zal naar verwachting begin september 2001 in alle politieregio's worden verspreid. De politie zal in die periode met extra eurovoorlichting aandacht besteden aan de consequenties van de euro voor de politie.


6. Voortgang in het beleidsveld van departementen

In de vorige (9e) voortgangsrapportage werd aangegeven dat er bij verschillende sectoren in het "beleidsveld" van de departementen nog sprake was van achterstanden in de
voorbereidingen.. Andere conclusie was dat niet alle departementen goed zicht hadden op de stand van zaken in een beleidsveld (bijvoorbeeld de zorg, onderwijs, energie, openbaar vervoer). Dit laatste is inmiddels grotendeels hersteld dankzij intensivering van de inspanningen van de departementen. Ook in faciliterende zin is actie ondernomen richting het "beleidsveld".

De zorgsector

Naar aanleiding van het achterblijven van eurovoorbereidingen in de zorgsector hebben de ministeries van VWS en Financiën in samenwerking met een externe partij een managementletter voor de zorg opgesteld. Hierin zijn de belangrijkste aandachtspunten die tijdens de euro-invoering aanbod komen, uiteengezet. De management-letter is in augustus aan alle ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingshuizen verstuurd. Vanaf september voert VWS een advertentiecampagne (in 35 vakbladen) om te wijzen op het belang van goede eurovoorbereidingen.

Uit een aantal enquêtes van de afgelopen periode blijkt dat de voorbereidingen in de zorgsector op gang zijn gekomen, maar nog lang niet overal voldoende vaart hebben. Het beeld bij de thuiszorginstellingen, huisartsen, en gehandicapteninstellingen is divers. Ongeveer de helft van de ziekenhuizen moest ten tijde van het onderzoek nog steeds een aanzienlijke inspanning verrichten om op tijd klaar te zijn; driekwart van de instellingen beschikte over de benodigde implementatieplannen. Positief is dat 98% van de ziekenhuizen reeds contact heeft gelegd met de softwareleveranciers. Van de ziekenhuizen, thuiszorginstellingen en gehandicapteninstellingen bleek echter ruim 25% te verwachten op 31 december nog niet klaar te zijn met de aanpassingen.

In oktober zal VWS een vervolgenquête houden onder de zorginstellingen waarbij de aandacht met name uitgaat naar de vraag welke
aanpassingen men denkt na 1 januari nog te moeten voltooien.

Teleurstellend is ook dat minder dan de helft van de geënquêteerde zorgaanbieders op de hoogte is van de afspraken die op hoog niveau binnen de zorgsector in het zogenoemde "Treekoverleg" tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders zijn gemaakt. Het betreft een aantal basisafspraken: vanaf 1 januari 2001 moet op elke
gegevensuitwisseling de valuta worden vermeld, binnen één bestand mag men slechts één valuta hanteren, declaraties luiden tot 1-1-2002 in gulden en daar­na in euro. Onbekendheid met deze afspraken kan in de praktijk leiden tot verwarring en fouten. VWS heeft in juni een brochure verzonden aan de door haar
gesubsidieerde instellingen, waarin deze afspraken waren opgenomen. Daarnaast voert Zorgverzekeraars Nederland dat het secretariaat van het Treek­over­leg verzorgt, momenteel een enquête uit via de koepels van zorgaanbieders naar de implementatie van de gemaakte afspraken.

Onderwijs

Om zicht te krijgen op de stand van zaken in het onderwijsveld heeft het ministerie van OC&W in juli een enquête gehouden naar de stand van zaken bij de eurovoorbereidingen in de sectoren primair onderwijs(PO), voortgezet onderwijs (VO)en beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (BVE).

Uit de resultaten van de enquête blijkt dat een behoorlijk aantal scholen en instellingen nog een aanzienlijke stap moet zetten in de voorbereidingen. Een aantal scholen of instellingen (primair onderwijs 9%, voortgezet onderwijs 11% en beroepsonderwijs en
volwassenen-educatie 4%) was nog helemaal niet gestart met de voorbereidingen en hebben dit gepland na de schoolvakantie 2001 te gaan doen. Veelal hadden scholen gekozen voor een geconcentreerde omschakeling rond ¤-day of om de voorbereidingen zelfs begin 2002 af te ronden. De schoolleiding voelt zich in veel gevallen onvoldoende verantwoordelijk voor het uitvoeren van de noodzakelijke voorbereidingen. Uit de enquête blijkt dat mogelijk niet alle scholen en instellingen (PO 22%, VO 15% en BVE 19%) tijdig europroof zullen zijn.

De impact van de relatief trage voorbereidingen bij de scholen lijkt evenwel te overzien. De bekostiging van de scholen en de
onderwijsinstellingen (uitgevoerd door het agentschap CfI van OC&W) en de salarisbetalingen van het onderwijspersoneel (via CASO) zijn voor het grootste deel gewaarborgd, omdat de voorbereidingen bij het CfI en CASO op schema liggen. Bescheiden problemen kunnen zich mogelijk voordoen op het vlak van interne administraties van scholen als deze niet tijdig gereed zijn voor de euro. Uit de enquête blijkt ook dat er voldoende informatie en
voorlichtingsmateriaal over de euro beschikbaar is, maar dat daar niet altijd gebruik van wordt gemaakt. OC&W zal nogmaals via de gebruikelijke kanalen het beleidsveld wijzen op het
beschikbare materiaal en aansporen de
voorbereidingen tijdig af te ronden. Het ministerie heeft eerder diverse activiteiten richting het beleidsveld ondernomen en ziet naar aanleiding van de enquête geen aanleiding om extra gerichte acties te ondernemen.

OC&W heeft via de contacten met de HBO-raad en de VSNU (universiteiten) een goed beeld van de voortgang in dat deel van de onderwijssector. Uit de laatste stand van zaken in dit veld blijkt dat de universiteiten redelijk op schema liggen. De universiteiten moeten vóór 1 november aan VSNU de garantie geven dat zij op 1 januari
a.s. klaar zijn. Naar de voorbereidingen binnen de HBO-instellingen vindt momenteel een klein onderzoek plaats. Tot dusver blijkt dat de euro hoog op de prioriteitenlijst staat bij het dagelijks bestuur van de instellingen. Indien nodig zal OC&W via de HBO-raad de instellingen op hun verantwoordelijkheden wijzen om de eurowerkzaamheden tijdig af te ronden.

Openbaar vervoer en taxi's

In april 2001 is in opdracht van het ministerie van Financiën een handreiking voor het openbaar vervoer opgesteld (stads- en streekvervoer). Dit omdat bleek dat de OV-bedrijven nog weinig voortgang hadden geboekt in het
omschakelingsproces. Uit informatie van de vereniging Koninklijk Nederlandse Verkeer (KNV) blijkt dat er veel vraag is naar deze
handreiking en dat er goed gebruik van is gemaakt. Volgens het KNV is de situatie bij het openbaar sterk verbeterd. Wel is duidelijk geworden dat de taxibranche nog additionele aandacht verdient met betrekking tot de uitwerking van de fijndistributie van munten en de ombouw van de taximeters.

Met ingang van november 2001 starten de NS met het aanpassen van de kaartautomaten op de stations. Alle automaten zullen voor 1 januari 2002 zijn aangepast. Tijdens de
aanpassingsperiode gaat de verkoop via de automaten gewoon door. Wel is het mogelijk dat er in november en december bij een automaat niet met contant geld betaald kan worden (alleen PIN) Op de kaartautomaat wordt vermeld welke betalingswijze op dat moment mogelijk is. De NS zijn onlangs een actieve voorlichtingscampagne voor reizigers gestart over de gevolgen van de euro.

Energie en nutssector

De brancheorganisatie EnergieNed heeft in juli 2001 de voortgang in de nutssector
geïnventariseerd onder haar (29) leden. De werkzaamheden voor de opstart-, inventarisatie- en planningsfase zijn over het algemeen afgerond. De meeste bedrijven zitten momenteel in de uitvoeringsfase (realisatie- en testfase). Grosso modo is 25% van de activiteiten die behoren bij de testfase afgerond. EnergieNed verwacht in de slotfase geen bijzondere problemen of verrassingen meer tegen te komen.

Huursubsidie

VROM heeft een ketenverantwoordelijkheid voor de uitvoering van de huursubsidie. Dit voorjaar werd een enquête gehouden naar de
voorbereidingen bij gemeenten en
woningcorporaties. Meer dan de helft van de ondervraagden gaf aan de resterende
werkzaamheden in de tweede helft van 2001 te hebben gepland en wilden het laatste kwartaal van 2001 gebruiken voor het testen en oplossen van knelpunten. Vervolgens heeft VROM de voorlichtingscampagne richting deze groepen geïntensiveerd (o.a. nieuwsbrieven en
individuele aanschrijvingen aan gemeenten, woningcorporaties en verhuurders). Momenteel vinden er in samenwerking met
softwareleveranciers van gemeenten en
woningcorporaties ketentesten plaats. Het streven is dit traject per 1 oktober af te ronden (de mijlpaal voor de afronding van de testfase bij gemeenten).

In het huidige huursubsidiesysteem van VROM zelf wordt met guldens gewerkt en gebruik gemaakt van een schil om vanaf 1 januari met euro's te kunnen werken. De planning voorziet in het in gebruiknemen van een operationeel systeem in euro's per 1 juli 2002.

Afgelopen juli deed zich in Valkenswaard als gevolg van een menselijke fout een klein incident voor bij het innen van de huren: door een woningbouwcorporatie werd de huur in euro afgeschreven i.p.v. in gulden. Dit was het gevolg van een fout tijdens de implementatie van een nieuw systeem, die overigens snel kon worden hersteld. VROM zal de communicatielijnen (m.n. via koepels) verder versterken voor het geval dat dergelijke complicaties zich opnieuw voordoen.

Pensioenfondsen en verzekeraars

Uit een monitor van de pensioen-en
verzekeringskamer (PVK) van deze zomer (peildatum 1 mei 2001) bleek de stand van zaken ten aanzien van de voortgang in deze
bedrijfstakken nog tegen te vallen. Veel pensioenfondsen bleken hun planning voor de aanpassing van programmatuur en documenten namelijk enkele maanden naar achteren te hebben bijgesteld. Een minderheid van de fondsen verwacht de geplande werkzaamheden ook pas op een relatief laat moment af te kunnen ronden (november of later). Positief is dat steeds meer fondsen hebben besloten noodmaatregelen te treffen. Wel blijft de PVK op basis van het onderzoek voor sommige pensioenfondsen risico's zien voor een tijdige omzetting naar de euro.

Het beeld bij de verzekeraars spoort in grote lijnen met dat bij de pensioenfondsen. Ook bij de verzekeraars is er een behoorlijk grote groep die de planning naar achteren heeft bijgesteld, maar de groep die verwacht pas eind 2001 de systeemaanpassingen af te ronden wordt kleiner. Een aandachtspunt is ook dat een kwart van de verzekeraars nog geen afspraken had gemaakt met ketenpartners over de elektronische aanlevering van financiële informatie.

De Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK) heeft in de vervolgtrajecten bij zowel de verzekeraars als de pensioenfondsen actie ondernomen richting de organisaties die nog niet voldoende ver gevorderd waren. Een volgend onderzoek met peildatum 1 september moet duidelijk maken of de noodzakelijke inhaalslagen gemaakt zijn.

Midden- en kleinbedrijf

In het Nationaal Forum van 25 september is geconcludeerd dat ook het bedrijfsleven de afgelopen maanden goede voortgang heeft geboekt. Het MKB geeft aan ongeveer driekwart van de inspanningen achter de rug te hebben. Alleen van de kleinste bedrijven zegt 9% nog niet begonnen te zijn met de voorbereidingen. Onderschatting blijft een risico. De euro raakt immers het hart van de bedrijfsvoering. De meeste MKB-ers hebben de omschakeling van gulden naar euro gepland op of rond 1 januari 2002. Grote risico's van samenloop worden daarbij overigens niet meer voorzien. Dit geldt ook voor grote bedrijven en instellingen, mits de noodzakelijke mens- en machinecapaciteit voor de conversie goed is vastgelegd.

Wel zijn er signalen dat veel bedrijven en instellingen hun systeemaanpassingen niet of onvoldoende testen, waarmee de conversie rond ¤-day een soort van proefconversie wordt. Het Nationaal Forum beschouwt dit als een risico.

Een ander aandachtspunt voor het bedrijfsleven is het tijdig bestellen van eurowisselgeld, dat eind december via de fijndistributieservice gratis wordt afgeleverd. Hoewel uit onderzoek blijkt dat er bij toonbankinstellingen veel belangstelling is voor deze service, valt het aantal bestellingen nog tegen: eind september heeft ongeveer een kwart van de doelgroep munten besteld. De banken en de koepels van de detailhandel zullen hier actie op ondernemen, ondersteund door de mediacampagne van het Nationaal Forum. De periode waarin de
bestellingen kunnen worden verricht, is verlengd tot eind oktober.


7. De komende periode

De algehele conclusie is dat de rijksoverheid en de prioritaire derdenorganisaties (zbo's) met nog ongeveer drie maanden te gaan goed op schema liggen met de voorbereidingen. De testfase is nagenoeg afgerond of wordt binnenkort afgerond.

De komende maanden zal aandacht nodig zijn voor de resterende aanpassingen die voor een groot deel op het gebied van de bedrijfsvoering liggen, zoals het aanpassen van spreadsheets, formulieren, automaten, kassa's en AO's. Ook zullen er specifieke maatregelen worden uitgewerkt ter voorkoming van menselijke fouten rondom en na de conversie. Daarnaast zijn de voorbereidingen voor de conversie- of
implementatiefase in volle gang. In de periode tussen begin december en eind januari vindt de conversie van gegevens in geautomatiseerde systemen van gulden naar euro plaats. Voordien zullen hiervoor draaiboeken worden uitgewerkt, waarin de werkzaamheden aan de systemen en gegevensbestanden, alsmede de inzet van personeel tijdens de conversieperiode
gedetailleerd worden gepland. In sommige gevallen zullen noodscenario's verder worden gespecificeerd. Ook op het gebied van de interne voorlichting staat er binnen de departementen de komende maanden nog veel op de agenda.

Een ander actiepunt is het opzetten van een adequate coördinatiestructuur per departement, waarin goede afspraken staan over de
communicatie met betrekking tot (niet slagen van) conversies, en het melden van bepaalde eventualiteiten die de conversie kunnen verstoren. Onderdeel van het departementale draaiboek vormen afspraken hierover met directies, diensten en zbo's. Hiermee wordt duidelijk wie op welk moment de noodzakelijke strategische besluiten zal/moet nemen.

Er is dus nog wel het een en ander te doen, en het is daarom ook de komende maanden zaak te blijven beseffen dat de euro-introductie veel meer is dan een automatiseringsvraagstuk.

Het beeld zoals geschetst voor de rijksoverheid geldt grosso modo ook voor de
derdenorganisaties. Bijzondere aandacht is nodig voor de samenloop van de euro met de
reorganisaties op het gebied van de sociale zekerheid, en met nog te implementeren nieuwe beleidsvoorstellen op dit terrein. Bij enkele derdenorganisaties die achter lopen, blijft een bijzondere inspanning nodig om binnen het krappe tijdschema te blijven. Evenzeer zal in een aantal sectoren van het beleidsveld van de departementen (zorg, onderwijs) bij veel instellingen een versnelling nodig zijn. Door de departementen zijn aanzienlijke faciliterende activiteiten verricht. Het is zaak dat de betrokken instellingen nu hun eigen
verantwoordelijkheid nemen en de euro de nodige prioriteit geven.

De minister van Financiën,


---

In de conversie- of implementatiefase vindt de omzetting van gegevens van gulden naar euro plaats, en de uiteindelijke ingebruikname van aangepaste systemen en objecten in euro.

De verzamelterm 'eventualiteiten' geeft de mogelijke gebeurtenissen weer die kunnen afwijken van de voorziene scenario's en welke maatschappelijke-, economische- of
veiligheidsconsequenties met zich meebrengen in de implementatiefase.

De mijlpalenplanning is in februari 1999 door de ministerraad vastgesteld. Hierin is voorzien in afronding van de planning- en analysefase uiterlijk per 1-7-1999, de realisatiefase per 1-1-2001, de testfase per
1-7-2001, en de conversie- of implementatiefase per 1-1-2002.

Tweede Kamer, vergaderjaar 1999-2000, 27042 nr. 1

Een "freeze period" is het bevriezen van systemen nadat alle aanpassingen en het testen daarvan voor de euro zijn afgerond. Wijzigingen kunnen dan eerst na de gegevensconversie (december/januari) worden doorgevoerd.

Dit betreft zowel het kerndepartement van SZW, de uitvoeringsorganisaties in de sociale zekerheid, de toezichtsfunctie, alsook organisaties die voortkomen uit de voormalige Arbeidsvoorziening.

Eurotest onder ziekenhuizen (PWC) met peildatum juni 2001, NIPO-enquête (juli jl.)onder huisartsen, thuiszorginstellingen en gehandicapteninstellingen en tenslotte een onderzoek van Arcares (mei jl.) bij
ziekenhuizen, bejaardenoorden en
verpleeghuizen, thuiszorg,
gehandicapteninstellingen en huisartsen).