Ministerie van Financien

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA 's GRAVENHAGE

Datum Uw brief Ons kenmerk (Kenmerk)

12 oktober BBKB 2001- 652 M 2001

Onderwerp

Naheffingen bij AOW

Op 19 februari van dit jaar hebben de leden Noorman-Den Uyl en Kuijper kamervragen gesteld over de naheffingen bij AOW (2000106620). Ik heb in april daarop geantwoord (BBKB 01-144U) dat de mogelijkheden zouden worden onderzocht om de loonheffing over de AOW en het aanvullende pensioen zodanig op elkaar aan te laten sluiten dat aanslagen inkomstenbelasting zoveel mogelijk zouden kunnen worden voorkomen.

Naar aanleiding van dit onderzoek bericht ik u, mede namens de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid als volgt.

De belastingplichtigen met een gezamenlijk inkomen aan AOW en pensioen tussen ca.f 40.000 (¤ 18.151) en ca. f 60.000 (¤ 27.227) worden geconfronteerd met een aanslag
inkomstenbelasting. Het gaat hier om een toename van het aantal aanslagen IB met 60.000. Een toename van 30.000 is een gevolg van de verlenging van de eerste tariefschijf IB per 1 januari j.l. van f 15.255 (¤ 6.922) naar f 32.769 (¤ 14.870), die ingevoerd is bij de Belastingherziening 2001. De aanslag kan oplopen tot ca. f 1.700 (¤ 771) bij een inkomen van ca. f 60.000

(¤ 27.227). Boven dit inkomen werd al een aanslag opgelegd. Door deze problematiek zal deze hoger worden.

Voor de overige 30.000 gevallen wordt de aanslag mede veroorzaakt door het per 1 januari 2002 schrappen van de mogelijkheid van gecombineerde uitbetaling van AOW en het aanvullend pensioen door vergunninghoudende pensioenuitvoerders (voortvloeiend uit de Wet van 13 december 2000, Stb 593). Het effect van laatstgenoemde maatregel zal voor het aanslagjaar 2001 beperkter zijn. De meeste van de
pensioenuitvoerders die gecombineerd
uitbetaalden, waaronder de grootste, het ABP, realiseren de ontkoppeling namelijk eerst dit najaar.

Onderzoek naar mogelijke oplossingen


1. Aanpassing groene loonbelastingtabel voor 65-plussers

In overleg met de pensioenkoepels, de grote pensioenfondsen, de verzekeraars en de SVB zijn de mogelijkheden verkend om het aantal aanslagen zoveel mogelijk te beperken. Een praktische oplossing leek een aanpassing van de groene loonbelastingtabel voor 65-plussers. Deze aanpassing houdt in dat op het aanvullende pensioen een tabel wordt toegepast waarbij de eerste schijf is ingekort met het bedrag van de 50%-AOW-uitkering voor gehuwden zonder toeslag. Met deze maatregel zouden gehuwden met een totaal inkomen aan AOW en pensioen tot f 61.052 (¤ 27.704) en ongehuwden met een totaal inkomen aan AOW en pensioen tot f 59.520 (¤ 27.009) buiten de aanslagsfeer kunnen blijven.

De mogelijke aanpassing van de groene
loonbelastingtabel heeft evenwel niet alleen positieve effecten. Aangezien de groene tabel gebruikt wordt voor alle pensioenbetalingen ondervinden ook andere 65-plussers de gevolgen hiervan. Bij invoering van een 'ingekorte' groene tabel per 1 januari 2002 zijn deze gevolgen onder meer:


1. Daling van het maandelijks netto pensioen. De aangepaste loonbelasting-tabel zou een eerste-schijflengte hebben van ca. f 17.000 (¤ 7.714) in plaats van f 32.769 (¤ 14.870). Belastingplichtigen met een aanvullend pensioen boven de f 17.000 (¤7.714) komen per 1 januari 2002 met een deel van hun pensioen in de tweede tariefschijf terecht. Het betreft een groep van ruim 500.000 65-plussers, waaronder een categorie die zonder aanpassing van de groene loonbelastingtabel geen aanslag zou ontvangen;


2. 65-plussers die begin 2002 een voorlopige aanslag inkomstenbelasting ontvangen, worden geconfronteerd met een aanslag waarin geen rekening is gehouden met de aangepaste loonbelastingtabel. Het is niet mogelijk de voorlopige aanslag hiermee aan te passen;


3. ca. 130.000 personen in Nederland met een gekorte AOW-uitkering kunnen te maken krijgen met een te hoge inhouding op een aanvullend pensioen. Deze groep
belastingplichtigen kan de te hoge inhouding pas na afloop van het jaar terugvragen via een T-biljet. Deze te hoge inhouding kan zich ook voordoen bij 65-plussers met een gekorte AOW-uitkering in het buitenland (ca. 145.000 personen).

Daarnaast hebben de pensioenfondsen aangegeven dat de samenloop met de invoering van de euro aanpassing in de uitvoering zal bemoeilijken.


2. Ontkoppeling van AOW en aanvullend pensioen beperken tot nieuwe gevallen

Enkele pensioeninstellingen hebben een nieuwe variant naar voren gebracht, namelijk de optie om de ontkoppeling van AOW en aanvullend pensioen te beperken tot nieuwe gevallen. Dit zou inhouden dat per 2002 het opleggen van ca. 30.000 aanslagen IB achterwege kan blijven. Alleen nieuwe gevallen worden geconfronteerd met een aanslag. Dit voorstel heeft belangrijke nadelen:


1. De wet biedt geen mogelijkheid tot gedeeltelijke ontkoppeling. Realisatie kan alleen via wetswijziging;


2. Op goede inhoudelijke gronden is besloten tot ontkoppeling. Gecombineerde uitbetaling verhult de effecten die door de door deze pensioenfondsen gehanteerde
inbouwsystematiek worden veroorzaakt. Zo gingen veel van de betreffende gepensioneerden er begin 1998 tijdens de Pemba-operatie op achteruit, terwijlde bruto-AOW werd verhoogd. Ontkoppeling maakt duidelijk welke ontwikkeling het AOW-pensioen enerzijds en het aanvullend pensioen anderszijds ondergaat.


3. Een deel van de doorbetalende pensioenfondsen is reeds tot ontkoppeling overgegaan. Het terugdraaien valt aan deze pensioenfondsen en de betrokken 65-plussers niet uit te leggen. Bovendien hebben deze
pensioenfondsen reeds hierover met hun cliënten gecommuniceerd.


4. De SVB is volop in gang om de ontkoppeling te realiseren. Problemen zijn te voorzien als de reeds aangebrachte aanpassingen moeten worden terugge-draaid. Tevens worden de beoogde besparingen op de uitvoeringskosten van de SVB (f 250.000/ ¤ 113.445 per jaar) niet gehaald;

Conclusie

Uit het voorgaande blijkt dat het technisch mogelijk is om verplichte aanslagen bij 65-plussers met een inkomen tussen ca. f 40.000 (¤18.151) en f 60.000 (¤ 27.227) te voorkomen door de invoering van een 'ingekorte' groene tabel. De nadelen van deze oplossing wegen echter zwaarder dan de voordelen, aangezien invoering van een dergelijke tabel maandelijks een lager netto-pensioen voor circa 500.000 65-plussers betekent. Ik heb daarom - in goed overleg met de pensioenfondsen - niet gekozen voor deze maatregel maar voor het opleggen van een (relatief beperkt) aantal verplichte aanslagen. Samen met de pensioenfondsen zullen wij de betrokken doelgroep zo goed en gericht mogelijk voorlichten over de fiscale gevolgen, in casu het bijbetalen via een (voorlopige) aanslag inkomstenbelasting.

Nadere Tweede Kamervragen

Inmiddels hebben mij op 1 oktober j.l. Tweede Kamervragen bereikt over de gesplitste uitbetaling van de AOW- en ANW-uitkering. Daarin wordt onder meer geconstateerd dat sommige personen als gevolg van de ontkoppeling per september 2001 een lagere netto-uitkering ontvangen. Deze vragen zullen binnenkort separaat worden beantwoord.

De Staatssecretaris van Financiën

W. Bos


---

(thans ontvangen ca. 1 mln van de ruim 2 mln 65-plussers een aanslag IB)

de inkomensgrens voor de ouderenkorting (cijfers 2001)

einde tweede tariefschijf (cijfers 2001)