Bestuursovereenkomst POP ondertekend
11 oktober 2001 - Vandaag is op het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) in Den Haag de bestuursovereenkomst Plattelands-ontwikkelingsprogramma Nederland (POP) ondertekend. Partij bij deze overeenkomst zijn de ministers van LNV en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat (V&W) en de 12 provincies.
Het Plattelandsontwikkelingsprogramma Nederland 2000-2006 (POP Nederland) is een samenwerkingsproject van rijk en provincies. De bestuursovereenkomst legt de afspraken vast tussen het rijk en de provincies over de uitvoering van dit POP. Zo is onder meer de verdeling van de EU-middelen tussen rijk en provincies geregeld en de instelling van een Comité van Toezicht. Ook de verdeling van verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid tussen rijk en provincies is nu vastgelegd. De samenwerking tussen rijk en provincies weerspiegelt de nieuwe verhoudingen tussen rijk en de provincies, zoals die ook vastgelegd zijn in de Bestuursovereenkomst inrichting landelijk gebied van december 1999. Het streven is om op termijn de beide bestuursovereenkomsten samen te voegen.
Het POP Nederland omvat een pakket maatregelen waarmee de ontwikkeling van het platteland voor de jaren 2001-2006 wordt gestimuleerd. Het programma gaat uit van Brusselse cofinanciering: de Europese Unie betaalt een deel (maximaal 50%) van de uitgaven die de nationale overheden hebben gedaan. Per jaar kan maximaal ¤ 59 miljoen aan Europese middelen in Nederland worden uitgegeven. De projecten waarvoor steun kan worden aangevraagd moeten bijdragen aan de volgende beleidsdoelen:
* het ontwikkelen van duurzame landbouw;
* verhogen van de kwaliteit van natuur en landschap;
* omschakelen naar duurzaam waterbeheer;
* bevorderen van diversificatie van economische dragers;
* bevorderen van recreatie en toerisme;
* bevorderen van de leefbaarheid.
De ondertekening vond plaats na afloop van de vergadering van het Comité van Toezicht POP. Hiervan maken naast de minister van LNV ook een aantal gedeputeerden deel uit. In die vergadering constateerden de betrokken partijen dat de samenwerking in de eerste twee jaar van het POP steeds beter is geworden. Zij spraken af het komende jaar meer van de in te zetten middelen voor landbouwgerelateerde maatregelen te gebruiken. Het Comité van Toezicht deed een appèl op organisaties in de verschillende gebieden dergelijke projecten in te dienen.