CDA

Buijs: wettelijke regeling voor affectieschade gewenst

"Het CDA is van mening dat een wettelijke regeling voor affectieschade gewenst is en wil graag meedenken over de hoofdlijnen van een wettelijke regeling", aldus Tweede Kamerlid Siem Buijs tijdens het Algemeen Overleg over slachtofferzorg, op woensdag 10 oktober jl.. "Volgens de minister is affectieschade "de immateriële schade die men lijdt door het (ernstige) verdriet om de verwonding of overlijden van een naaste" en komt op dit moment niet voor vergoeding in aanmerking. Dit in tegenstelling tot shockschade waar in bepaalde gevallen wel een vergoeding wordt toegekend. Het is voor mij nog niet geheel duidelijk hoe en op welke wijze er een duidelijke afgrenzing tussen affectieschade en shockschade mogelijk is. Misschien wil de minister dit nog eens nader duiden, bijv. ook aan de hand van de ramp in Enschede en Volendam. Vraag is of deze beide vormen van schade niet kunnen worden samengevoegd in één wettelijke regeling."

Buijs: "Naast de mogelijke bezwaren die de minister noemt, is een wettelijke regeling affectieschade, ook naar de mening van het CDA, niet zozeer het wegnemen van het leed, maar meer en vooral de erkenning van het leed dat de naasten is aangedaan. Natuurlijk zijn ook wij van mening dat het aangedane leed niet met geld kan worden afgekocht, maar dit is naar onze mening minder zwaarwegend dan een bepaalde mate van erkenning dat leed is aangedaan. De minister geeft een opsomming wie tot de kring van gerechtigden zou moeten worden gerekend.
Vooropgesteld dient te zijn dat de wettelijke regeling duidelijk moet zijn over wie al dan niet gerechtigd is. Met de minister zijn wij van mening dat uitbreiding van de kring van gerechtigden naar broers en zusters, grootouders etc, mits zij kunnen aantonen dat er een zeer hechte affectieve relatie bestaat, niet wenselijk is."

"Naar de mening van de minister moet de omvang van het smartengeld een bedrag zijn van 10.000 Euro per gerechtigde, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen overlijden en ernstige verwonding. Hoewel de eenvoud van deze regeling charmant lijkt, is de uitwerking waarschijnlijk minder eenvoudig. De minister erkent dit ook en is voornemens in de toelichting van de wet te omschrijven wat onder ernstig blijvend letsel dient te worden begrepen. Ook wordt het voorbeeld gegeven van het toekennen van dit bedrag aan een persoon die ernstig verwond is en later als gevolg hiervan overlijdt. (het risico van tweemaal uitkeren bijv. ) Voorzitter graag dan ook de mening van de minister over het volgende: het bedrag van 10.000 Euro wordt uitgekeerd aan de gerechtigde bij overlijden en daarnaast wordt bij blijvende invaliditeit een percentage van dit bedrag toegekend conform de in ons land bestaande regelgeving zoals die wordt toegepast door keuringsartsen op basis van omschreven uitkeringspercentages. Deze uitkering kan dan worden verhoogd tot het bedrag van 10.000 Euro bij overlijden als gevolg van deze invaliditeit."

De hele bijdrage van Siem Buijs kunt u downloaden door in de rechtermarge op het diskette-icoontje te klikken.