PUBLICATIES/Pers
Persbericht d.d. 09/10/01
Langdurig WAO'ers niet voorgoed aan de kant
Ondanks een periode van drie tot zeven jaar niet-werken blijkt een substantieel deel van de langdurig WAO'ers nog altijd in staat betaald werk te doen. Opvallend is dat een groot deel van deze groep aanvankelijk volledig werd afgekeurd. Bij werkhervatting spelen verschillende motiverende factoren een rol. Zo blijken kostwinners sterk gemotiveerd te zijn om actief bezig te zijn met reïntegratie. Vrouwen zonder thuiswonende kinderen of vrouwen die jonger zijn dan 40 jaar, zijn vaker actief met reïntegratie bezig dan vrouwen die voor kinderen zorgen of vrouwen die wat ouder zijn en een kostwinnende partner hebben. Voor mannen is de prikkel die van het kostwinnerschap uitgaat het sterkst als de kinderen nog thuis wonen. Bij langdurig WAO'ers die niet actief bezig zijn met reïntegratie blijken onzekerheid en angst voor de ontwikkeling van de gezondheid en onzekerheid over de financiële gevolgen van een eventuele werkhervatting een rol te spelen.
Langdurig WAO'ers met psychische problemen houden zich niet minder vaak bezig met reïntegratie-activiteiten dan mensen met alleen fysieke problemen. Fysieke problemen zijn vaker van blijvende aard, terwijl psychische problemen op den duur kunnen verminderen of zelfs verdwijnen.
Dit zijn de meest opvallende conclusies uit een onderzoek naar de reïntegratie-activiteiten van mensen die al enkele jaren een WAO-uitkering ontvangen. Het onderzoek is in opdracht van het Lisv uitgevoerd door Onderzoeksbureau Regioplan.
Uit het onderzoek blijkt verder dat het initiatief voor reïntegratie overwegend ligt bij de arbeidsongeschikte zelf. Actieve langdurig WAO'ers doen veel moeite om uitvoeringsinstellingen en werkgevers ervan te overtuigen dat zij in staat zijn om weer te gaan werken. Hun vasthoudendheid en hun doorzettingsvermogen levert hen nogal eens conflicten op met de uvi. Deze actieve arbeidsongeschikten geven vaak aan zich niet gesteund te voelen door de uitvoeringsinstelling.
Langdurig WAO'ers zijn verder niet te kenschetsen als een sterk sociaal geïsoleerde groep. Zij bevinden zich niet in een gemarginaliseerde situatie: zij hebben nauwelijks ernstige financiële problemen, doen vrijwilligerswerk en hebben over het algemeen een goed contact met familie, vrienden en buurtgenoten. Wel ervaren ze sinds hun arbeidsongeschiktheid vaak een achteruitgang op dit gebied.
De deskundigen van de uvi's geven aan dat zij nauwelijks ervaring
hebben met langdurig arbeidsongeschikten. De prioriteit van de
arbeidsdeskundigen en de
verzekeringsartsen ligt bij de arbeidsongeschikten die op dit moment
in de WAO stromen.