Persbericht Lisv d.d. 09-10-2001
Richtlijnen voor reïntegratie-inspanningen arbeidsongeschikten nodig
Het Lisv-bestuur wil meer aandacht voor reïntegratie. Het Lisv beveelt
het UWV i.o. daarom
aan de inspanningen die van (langdurig) arbeidsongeschikten worden
verwacht en verlangd
vast te leggen in richtlijnen. Ook zou het UWV een periodiek gesprek
met hen moeten
hebben om het ontplooien van reïntegratie-activiteiten te stimuleren.
Zo'n gesprek hoeft niet
perse te gebeuren met een verzekeringsarts of arbeidsdeskundige. Het
gaat om een
positieve en activerende benadering, waarbij zijn positie en
omstandigheden en de
mogelijkheden tot het ontplooien van reïntegratie-activiteiten aan de
orde komen.
Arbeidsongeschikten zouden ook eigener beweging bij het UWV moeten
kunnen aankloppen
voor hulp bij het weer aan de slag komen. Het Lisv is hiertoe gekomen
na bespreking van
een aantal recent verschenen onderzoeken 1) over onder meer de
reïntegratie van
(langdurig) WAO-gerechtigden.
In hetzelfde kader wil het Lisv onderzoek laten doen naar de
ontwikkeling en aansluiting
tussen profielen van cliënten (zoals opleidingsniveau, belastbaarheid,
kwalificaties en
werkervaring) en de mogelijkheden op de arbeidsmarkt. Dit onderzoek
moet op korte
termijn van start gaan om de resultaten ervan mee te kunnen nemen bij
een nieuwe manier
van werken bij het inkopen van reïntegratietrajecten. Het is de
bedoeling dat te gaan doen
op basis van de mogelijkheden van de cliënt, in plaats van zoals nu
nog vaak gebeurt op
basis van de beperkingen.
Uit onderzoek is gebleken dat nazorg aan arbeidsgehandicapten die weer
aan de slag zijn
gegaan belangrijk is voor het voortzetten daarvan. Er dient daarom
volgens het Lisv
nadrukkelijk en structureel aandacht te worden geschonken aan de
kwaliteit van de nazorg.
Daarnaast beveelt het Lisv aan dat alle cliënten van het UWV, die of
zelf of via een
reïntegratietraject werk hebben gevonden, nazorg wordt aangeboden. Dit
zou moeten
gebeuren door medewerkers van het UWV, die (telefonisch) vragen van
cliënten
beantwoorden over rechtspositionele en andere aspecten van
werkhervatting. Dit om bij te
dragen aan de duurzaamheid van de arbeidsaanpassing; met andere
woorden: ervoor
zorgen dat mensen die aan het werk zijn, ook aan het werk blijven.
Uit diverse onderzoeken komt naar voren dat vrouwen relatief gezien
minder snel het werk
hervatten dan mannen. Dit zou komen omdat zij er zekerder van willen
zijn het werk
daadwerkelijk aan te kunnen. Ook vinden zij bij werkhervatting andere
aspecten belangrijker
dan mannen dat vinden, zoals de sfeer op het werk en de mogelijkheden
om het werk in te
delen in de functie. Bij de bemiddeling van vrouwen naar een nieuwe
werkkring moet meer
rekening worden gehouden met deze specifieke aspecten.
Bij de totstandkoming van deze aanbevelingen heeft het Lisv zich onder
meer gebaseerd op
de volgende onderzoeksrapporten:
o Bemiddelbaarheid van WAO-gerechtigden, Gak Nederland bv, april 2001
(verschijnt
heden);
o Eindrapportage analyse WAO-bestand, Sfb - TMP Worldwide, juni 2001
(verschijnt
heden);
o De WAO-beoordeling van 12 maandszieken, cliënten uit 1999 over
claimbeoordeling, Bureau AS/tri, mei 2001 (verschijnt heden);
o Langdurig WAO-ers voorgoed aan de kant?, Regioplan Onderzoek Advies
en
Informatie BV, april 2001 (verschijnt heden);
o 80 arbeidsgehandicapten op weg naar werk, Bureau AS/tri, maart 2001
(gepubliceerd op 4 april 2001).
Deze rapporten zijn of worden afzonderlijk gepubliceerd (zie onze
website: www.lisv.nl).
Meer persberichten van het Lisv kunt u lezen in de rubriek
Publicaties, Pers.
.
---