De Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Datum Uw brief Ons kenmerk
(Kenmerk)
WJB 2001-1063 M
Onderwerp
Achtste wijziging Comptabiliteitswet (27 571);
Wet toezicht Europese subsidies (27 572)
Over de naar aanleiding van de plenaire
behandeling ingediende Nota van Wijziging
aangaande de Achtste wijziging
Comptabiliteitswet heeft het lid van uw kamer,
de heer Bolhuis, vragen gesteld. Deze vragen,
alsmede het feit dat de
inwerkingtredingsbepalingen van beide
wetsvoorstellen moeten worden aangepast aan de
invoering van de Tijdelijke referendumwet,
hebben mij doen besluiten bijgaande nota's van
wijziging in te dienen.
De Minister van Financiën,
Wijziging van de Comptabiliteitswet houdende
uitbreiding van de onderzoeksbevoegdheden van de
Algemene Rekenkamer ten aanzien van de besteding
van gelden die ten laste komen van de begroting
van de Europese Unie (achtste wijziging van de
Comptabiliteitswet)
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 22a, vijfde lid en artikel 59a,
vijfde lid, wordt "totdat de vastgestelde
subsidie onherroepelijk is geworden" vervangen
door: zolang als en over de jaren dat de Staat
daarbij belang heeft.
B
Artikel II komt te luiden:
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag
na de datum van uitgifte van het Staatsblad
waarin zij wordt geplaatst. Indien het
Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst,
wordt uitgegeven na 1 januari 2002, treedt zij
in werking met ingang van de eerste dag van de
derde kalendermaand na de datum van uitgifte van
het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Toelichting
De aan de Rekenkamer toegekende bevoegdheden
zijn gericht op oordeelsvorming over het
gevoerde beleid ter nakoming van de bij of
krachtens de oprichtingsverdragen van de
Europese Gemeenschappen aan de lidstaat
opgelegde verplichtingen aangaande beheer,
controle of toezicht ten aanzien van de
rechtmatige en doelmatige besteding van
subsidies. In dit kader dienen zowel de
Rekenkamer als Onze Minister wie het aangaat ook
de mogelijkheid te hebben een onderzoek in te
stellen nadat subsidies onherroepelijk zijn
vastgesteld. De Staat en de Rekenkamer hebben
geen tegenstrijdige belangen. Ook de Staat
streeft naar en heeft belang bij een rechtmatige
en doelmatige besteding van Europese subsidies.
De gewijzigde inwerkingtredingsbepaling houdt
verband met de invoering van de Tijdelijke
referendumwet. Wetten die vanaf de
inwerkingtredingsdatum van de Tijdelijke
referendumwet door de Koningin worden
bekrachtigd, kunnen vanaf dat moment
referendabel zijn. Referendabele wetten mogen
geen inwerkingtredingsbepaling bevatten die valt
in de periode van zes weken dat een inleidend
verzoek tot het houden van een referendum kan
worden gedaan en daarover een beslissing moet
worden genomen.
De Minister van Financiën,
Voorstel van Wet toezicht Europese subsidies
NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 5 komt te luiden:
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag
na de datum van uitgifte van het Staatsblad
waarin zij wordt geplaatst. Indien het
Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst,
wordt uitgegeven na 1 januari 2002, treedt zij
in werking met ingang van de eerste dag van de
derde kalendermaand na de datum van uitgifte van
het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Toelichting
De gewijzigde inwerkingtredingsbepaling houdt
verband met de invoering van de Tijdelijke
referendumwet. Wetten die vanaf de
inwerkingtredingsdatum van de Tijdelijke
referendumwet door de Koningin worden
bekrachtigd, kunnen vanaf dat moment
referendabel zijn. Referendabele wetten mogen
geen inwerkingtredingsbepaling bevatten die valt
in de periode van zes weken dat een inleidend
verzoek tot het houden van een referendum kan
worden gedaan en daarover een beslissing moet
worden genomen.
De Minister van Financiën,