VERGADERING VAN HET PERMANENT COMITE VOOR ARBEIDSMARKTVRAAGSTUKKEN :
CONCLUSIES VAN HET VOORZITTERSCHAP
Press Release: Luxembourg (08-10-2001) - Press: 346 - Nr: 12485/01
---
Luxemburg, 8 oktober 2001 (15.10)
12485/01 (Presse 346)
(OR. fr)
VERGADERING VAN HET PERMANENT COMITE VOOR ARBEIDSMARKTVRAAGSTUKKEN
CONCLUSIES VAN HET VOORZITTERSCHAP
1. Het Permanent Comité voor arbeidsmarktvraagstukken, voorgezeten
door mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eerste-minister, minister van
Werkgelegenheid, belast met gelijkekansenbeleid, voorzitter van de
Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, is op 8 oktober 2001
bijeengekomen om in een nieuwe mondiale politieke en
macro-economische context te spreken over het
"werkgelegenheidspakket 2001" en over het kwaliteitsaspect van
werkgelegenheid. De voorzitter van het comité voor de
werkgelegenheid woonde de vergadering bij.
2. In het licht van de recente politieke ontwikkelingen en de
vertraging van de wereldeconomie is het comité van oordeel dat het
van fundamenteel belang is het vertrouwen van alle economische
actoren te versterken en acht het de Europese
Werkgelegenheidsstrategie, die de afgelopen vier jaar haar
vruchten heeft afgeworpen, hiertoe een belangrijk instrument.
3. Met voldoening is nota genomen van de verbetering van de
werkgelegenheidssituatie en de verdere vermindering van de
werkloosheid in de Unie in 2000. De geringere groei en de
onzekerheden over de ontwikkeling daarvan vereisen evenwel
versterking van het structurele werkgelegenheidsbeleid in
combinatie met de uitvoering van een passend macro-economisch
beleid, opdat volledige werkgelegenheid opnieuw binnen het bereik
van de Unie komt.
4. De deelnemers benadrukten dat verbetering van de
werkgelegenheidssituatie in 2000 niet tot verslapping van de
geleverde inspanningen mag leiden. De huidige internationale
context, het voortbestaan van een harde kern van langdurig
werklozen, het optreden van aanwervingsproblemen, de problemen bij
de integratie op de arbeidsmarkt, waarmee sommige groepen of
personen worden geconfronteerd, het aanhoudende verschil tussen de
arbeidsparticipatie van mannen en die van vrouwen, maken de
uitvoering van preventief en actief arbeidsmarktbeleid nog
noodzakelijker. De zo groot mogelijke arbeidsparticipatie en het
scheppen van kwaliteitsbanen, evenals het uittrekken van de
hiertoe benodigde middelen zijn immers onontbeerlijk om de
tussentijdse doelstellingen voor 2005 en die voor 2010 te
verwezenlijken. Het comité roept op tot voortzetting van de
structurele hervormingen van de arbeidsmarkt in het kader van de
gecoördineerde werkgelegenheidsstrategie en tot consolidatie van
deze strategie. Tenslotte steunt het comité de versterking van het
verband tussen het werkgelegenheidsbeleid en dat voor bestrijding
van sociale uitsluiting.
5. Voorts was het comité verheugd over de kwaliteit van het
gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid. Het nam met name met
voldoening nota van het feit dat door de lidstaten meer aandacht
wordt geschonken aan de kwaliteit van het werk en de kwaliteit van
de beroepsbevolking die meer sociale samenhang en een verhoogde
productiviteit mogelijk maken, en van de verbeterde betrokkenheid
van de sociale partners bij de opstelling van de nationale
actieplannen voor werkgelegenheid. De deelnemers zijn het eens
over het belang van levenslang leren en het belang van de rol van
de sociale partners op de verschillende niveaus van de uitvoering
van de Europese Werkgelegenheidsstrategie.
6. Het comité constateerde dat de voorgestelde richtsnoeren voor
2002 de continuïteit van de vier pijlers weerspiegelen en de door
de conclusies van eerdere Europese raden uitgezette hoofdlijnen
omvatten. Voorts is het comité in de huidige conjuncturele context
van oordeel dat het voeren van een actief beleid op het gebied van
werkgelegenheid, onderwijs en levenslang leren, en de bevordering
van het scheppen van banen, van bijzonder belang zijn. Het comité
ziet met grote belangstelling uit naar de evaluatie van het proces
die volgend jaar zal plaatsvinden. Het reageerde positief op de
verrijking van deze richtsnoeren met het kwaliteitsaspect van
werkgelegenheid dat deel moet uitmaken van de onontbeerlijke
verhoging van de arbeidsparticipatie, de verbetering van het
concurrentievermogen, de productiviteit en de werking van de
arbeidsmarkt.
7. Wat de kwaliteit van de werkgelegenheid betreft zal de
vaststelling van gemeenschappelijke indicatoren in het kader van
het proces van Luxemburg een regelmatige evaluatie mogelijk maken
van de in de Unie, in de lidstaten en met de sociale partners
geleverde inspanningen en de gelegenheid bieden daaruit passende
conclusies te trekken.
8. Het comité benadrukte het nut van de aanbevelingen voor de
ondersteuning van de inspanningen van de lidstaten en wees op de
noodzaak van samenhang tussen de in het gezamenlijk verslag
uitgewerkte analyses, de aanbevelingen, de richtsnoeren en de in
de lidstaten genomen maatregelen.
9. Het comité was ingenomen met de nadruk die wordt gelegd op het
belang van nauwe betrokkenheid van de sociale partners, op alle
passende niveaus, bij de uitvoering van de richtsnoeren en met
name bij de uitvoering van de onder hun bevoegdheid vallende
richtsnoeren, zoals verbetering van de werkorganisatie, de
opleiding van werknemers tijdens hun gehele beroepsleven en de
vermindering van verschillen in de beloning van mannen en vrouwen.
10. De vertegenwoordigers van de werknemers wezen met name op
ü de noodzaak ervoor te zorgen dat met de globale beleidsmix kan
worden ingespeeld op de situatie na 11 september;
ü het belang van het aantonen van de relevantie van de Europese
Werkgelegenheidsstrategie in de huidige omstandigheden, en met
name van de beginselen 'preventie' en 'activering' daarvan, door
middel van aanpassing van de richtsnoeren door de toevoeging van
het uitdrukkelijke recht op beroepsopleiding, de definitie van
meer ambitieuze doelstellingen voor de nieuwe start voor werkloze
jongeren en langdurig werklozen en door werklozen in het algemeen
profijt te laten trekken van activeringsmaatregelen, en hun recht
op een fatsoenlijk inkomen te erkennen, en
ü de noodzaak om, aan de hand van de voorgestelde evaluaties,
verbetering van de kwaliteit van de werkgelegenheid te bevorderen,
zowel via de Werkgelegenheidsstrategie, als via wetgeving en/of
overeenkomsten tussen de sociale partners.
11. De vertegenwoordigers van de werkgevers legden vooral nadruk op:
ü herstel van het vertrouwen door de start van een nieuwe cyclus
multilaterale handelsbesprekingen;
ü voortzetting van de structurele hervormingen, met name van de
arbeidsmarkt, om investeringen en het scheppen van banen aan te
moedigen;
ü ervoor zorgen dat het nastreven van kwaliteit in de
werkgelegenheid niet ten koste gaat van het aantal gecreëerde
arbeidsplaatsen;
ü volledige uitvoering van de richtsnoeren van de pijler
"ondernemerschap".
---
---