Jaarrede 2001 van Ron Abram, voorzitter NVJ
Uitgesproken op zaterdag 6 oktober 2001 tijdens de jaarvergadering van
de Verenigingsraad in Den Dolder
Geachte aanwezigen,
U beseft het wellicht niet, maar ook u behoort tot de vijftien miljoen
Nederlandse deskundigen die een uitgesproken mening hebben over
oorzaak en gevolg van de schokkende aanslagen in de Verenigde Staten
van Amerika.
Op en na 11 september 2001 is alles al gezegd, getoond en geschreven.
Toch kunnen we ons ook vandaag, 6 oktober, nauwelijks realiseren wat
er bijna vier weken geleden is gebeurd. Ongewild waren wij allen -
live of later - ooggetuigen van een onvoorstelbaar drama, vooral toen
het tweede gekaapte vliegtuig zich in de tweede mammoettoren boorde.
Daardoor werd het een tragedie die heel dichtbij gebeurde, daardoor
leefden wij intens mee met de nabestaanden van de vijf- à zesduizend
doden.
Daarom ook vandaag nog aandacht voor wat Piet Hagen, hoofdredacteur
van ons vakblad De Journalist, 'de best gecoverde ramp in de
persgeschiedenis' noemde.
Op dit moment, na de aanslagen, is er wereldwijd in de journalistiek
ook beduchtheid voor beperkende maatregelen tegen de media. De eerste
signalen tegen deze mogelijke persbreidel komen van bevriende bonden
uit Amerika. Natuurlijk staat de bescherming van de bevolking tegen
nieuwe aanslagen centraal. Natuurlijk is er meer begrip dan voorheen
voor het toekennen van extra bevoegdheden aan allerlei
overheidsdiensten. Maar: bij een oorlog is de waarheid het eerste
slachtoffer, als we niet alert blijven. Handen af van de media, die
juist nu uitwassen moeten kunnen constateren en publiek maken. Hier en
elders. Om het even of het gaat om arrestaties en afluisteren van
journalisten of om een bloemengroet van de BVD na een Foutje, bedankt.
Zien we hersenschimmen? Ik neem u even terug in de tijd. Vorig jaar
maakten NVJ en IFJ, de Internationale Federatie van Journalisten, een
vuist tegen de 'zomercoup' van Javier Solana, de secretaris-generaal
van de Europese Unie. Buiten commissie en parlement om deed hij een
geruisloze, vrij effectieve aanval op de informatievrijheid en de
openbaarheid van bestuur. Alle veiligheids-, defensie- en politiezaken
moesten het stempel Top Secret krijgen. Let wel: toen was er nog geen
sprake van grootschalig internationaal terrorisme. Als een van de
weinige landen sputterde Nederland terecht tegen.
Uit den boze is zelfcensuur, min of meer bepleit door minister van
Integratiezaken Roger van Boxtel, hierin bijgevallen door sommige
journalisten. Alles is nieuws, ook gebeurtenissen die ten onrechte
micro-zaken worden genoemd. Verdoezel ze niet, of het nou om
brandstichtingen in moskeeën gaat, of om vreugde-uitingen na de
aanslagen in New York en Washington, of om enquêtes onder allochtonen
en andere Nederlanders. Breng om te beginnen het nieuws, doe het
feitelijk en met Hollandse nuchterheid, nuanceer het met eigen
achtergronden en commentaren, wees voorzichtig met de interpretaties
van deskundigen.
De NVJ, u begrijpt het, telt vele deskundigen en blijft niet achter op
het vlak van meningsvorming. Op woensdagavond 10 oktober organiseert
onze werkgroep Migranten & Media een debat in Nieuwspoort over de
aanslagen en de rol van de pers. Van Boxtel is een van de deelnemers
en dat wordt dus een pittige discussie.
Eind augustus kwam de commissie-Wallage naar buiten met een gedegen
rapport over de toekomst van de overheidscommunicatie. De NVJ had wel
wat kritiek maar sprak ook over 'nobele voornemens', zeker wat betreft
de aanbeveling om veel ruimhartiger om te gaan met de Wet Openbaarheid
Bestuur. Nu is de WOB te vaak nog een ellenlange lijdensweg vol
tegenwerking en getreiter.
Wij vroegen ons wel af of het kabinet het prijskaartje van een half
miljard gulden zou zien zitten. Vijf, zes weken later zijn wij
sceptisch, en niet alleen wegens het kostenaspect. Ik hoop dat we ons
schromelijk vergissen.
Eind vorig jaar hebben het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren
en de NVJ een commissie in het leven geroepen om onderzoek te doen
naar knelpunten die zich voordoen in verband met bronbescherming en de
inbeslagneming van journalistiek materiaal. De achttien dagen durende
gijzeling van Sp!ts-verslaggever Koen Voskuil was mede een aanleiding.
Het rapport van de Commissie Verschoningsrecht is klaar. Het wordt
deze maand aangeboden aan de Vaste Tweede Kamercommissie van Justitie.
Minister Benk Korthals zal vast geïnteresseerd zijn in de conclusies.
Het wordt hoog tijd voor een gesprek met hem over het Openbaar
Ministerie, over zijn departement van Justitie en over uitlatingen van
hemzelf. De sfeer is kil en bedorven en dat schiet niet op. Van
Korthals hebben we nog steeds een notitie tegoed over een
publicatieverbod voor de media ten aanzien van lopende strafzaken.
Daar zijn we fel tegen, want zoiets tast de persvrijheid aan. Dat
willen we hem graag uitleggen. Overigens, onafhankelijke rechters
verbieden vrijwel nooit van tevoren publicaties en uitzendingen.
De best gecoverde ramp in de persgeschiedenis. Dat gold ook voor
Nederland. Televisie- en radiozenders, internetsites (het bezoek brak
alle records), dag- en weekbladen waren zelden ook zo complementair.
In alle sectoren werden topprestaties geleverd met dag- en
nachtuitzendingen (over 24-uurs-zenders gesproken!), met extra edities
en dubbeldikke uitgaven.
Twee dagen na de aanslagen ging NDP-voorzitter Kees Spaan in zijn
jaarrede zoals hij het zelf noemde weer over tot de orde van de dag.
Terwijl de krantenredacties zich continu uit de naad hadden gewerkt
(en het daarna ook bleven doen) kwam de voorman van de
dagbladwerkgevers met een oorlogsverklaring, die zeker qua timing
ongepast was. Ik citeer: "Van tijd tot tijd bekruipt mij de vrees dat
het journalistieke metier zich bij monde van de NVJ weloverwogen in de
voeten staat te schieten. In het bijzonder voor de journalistiek geldt
dat té snel stijgende loonkosten zich vertalen in een afnemend volume
aan arbeidsplaatsen en tragere loopbaanontwikkeling. Het resultaat van
de volgende CAO-ronde zo ongeveer eind van dit jaar zal leren in
hoeverre dat inzicht bij de NVJ doorbreekt". Einde citaat.
Een andere bevlogen dagbladcourantier had ook een sterke tekst: "We
hebben veel te dikke en dus te dure kranten gemaakt, ook door extra
edities en grotere oplage".
Laat ik nou hebben gedacht dat die extra inspanningen een prachtige
profilering waren van het feit dat de dagbladen nog steeds
springlevend zijn.
Terug naar Spaan. Hij sprak ook somber over de bezorging en zei: "Daar
geven alle dagbladen tezamen inmiddels tegen de 500 miljoen aan uit".
Feitelijk is het nog erger, blijkens door mij opgevraagde gegevens bij
de NDP: in 1999 ging het om bijna 490 miljoen gulden (een stijging met
13,3 % ten opzichte van 1998), in 2000 stond de teller stil bij ruim
550 miljoen gulden (+ 12,6 %). Inmiddels, beste Kees Spaan, zal het in
2001 gaan om veel meer dan 600 miljoen gulden.
De stijging van de redactiekosten de afgelopen twee jaar is hiermee
vergeleken aardig in de hand gehouden: het ging om respectievelijk 6,4
en 5,3 %.
Na de aanslagen hebben we volgens velen te maken met een onvervalste
recessie. Die maakt de problemen in een paar mediasectoren groter dan
ze al waren. De NVJ is daar niet blind voor. We worden alleen boos
over geschiedvervalsing Vooral in dagbladland was er al sprake van
zeer forse bezuinigingen toen de economie nog maar kwakkelde.
Een rondje langs de velden.
· VNU stoot tijdschriftengroep af, consumenteninformatie is niet
langer winstgevend genoeg..
· Wolters Kluwer wil af van Ten Hagen Stam, de rendementseis van 25 %
is niet haalbaar.
· De teloorgang van de kabelkranten is een feit.
· Werkgevers ijveren voor demotie bij de CAO's publieks- en
opinietijdschriften.
· De huis-aan-huisbladuitgevers (lees vooral Wegener) vinden het
redactiestatuut van nieuwsbladen onacceptabel.
· Een principeakkoord over een nieuwe CAO voor de publieke omroep: 4 %
meer loon, een verhoging van de eindejaarsuitkering met 1 %, looptijd
vijftien maanden, dus volgens rekenaars een reële loonstijging van 4
%. Plus een onafhankelijk onderzoek naar het salarisniveau dat volgens
de NVJ nog steeds achterblijft.
In de dagbladsector dreigen veel redactionele arbeidsplaatsen te
verdwijnen. Wensenlijstje per concern:
· Bij Wegener 100 à 200 in de eerste fase.
BN/De Stem en PZC worden verenigd in één uitgeverij, maar samenvoeging
van de redacties is niet aan de orde, zo wordt gezegd. We hebben dat
indertijd ook gehoord bij Haagsche Courant en Het Binnenhof, bij
Tubantia en de Twentsche Courant. Misschien zijn we te pessimistisch.
De NVJ zal strijden voor de zelfstandigheid van PZC en BN/De Stem,
mocht die onverhoopt in het gedrang komen.
· Bij PCM verdwijnen vele tientallen journalistiek banen, voor zover
nu valt te overzien. Dat is nog exclusief de ontmanteling van PIM.
· De Telegraaf-holding schrapt de komende vijf jaar geruisloos 300 van
de 6000 arbeidsplaatsen (het betreft alle werknemers). Hiervoor is er
al pijn geleden in Limburg. Bij HDC (de Gooi & Eemlander, Leidsch
Dagblad en Haarlems Dagblad) vervallen 15 banen.
· NDC maakt van het Nieuwsblad van het Noorden en Groninger
Dagblad/Drentse Courant één dagblad, dat kost 40 arbeidsplaatsen. Hier
twee opvallende zaken, die beide redacties samen met de NVJ afdwongen:
- Vertrekkende ouderen van 58 jaar af ontvangen 95 % van het netto
loon met behoud van de meeste rechten, bij de VUT is er sprake van 85
%;
- Er is een regeling voor freelancers. Maatwerk, omdat er wordt
gekeken naar de omvang van het werkpakket en de duur van de
arbeidsverhouding. Soms wordt een bijna-baan gewit, vaker zal een
hopelijk fatsoenlijke financiële oplossing volgen.
Fte's, arbeidsplaatsen, banen. Allemaal woorden: het gaat om mensen,
om collega's, de NVJ is zich daar pijnlijk van bewust. We proberen -
als forse ingrepen onvermijdelijk zijn - tot een optimaal sociaal plan
te komen.
We gaan ook niet klakkeloos akkoord met 'Hupsaké, weg met alle
ouderen'. Dat moet van geval tot geval worden bekeken en kan alleen op
vrijwillige basis. Vermijd al te grote kapitaalvernietiging.
Als er klappen vallen kan onderlinge solidariteit veel leed in elk
geval iets verzachten. Dat geldt ook voor freelancers, schrijvende en
fotojournalisten, die bij bezuinigingen meteen het kind van de
rekening zijn. Solidariteit, een woord waar we vroeger de mond vol van
hadden, dan denk ik ook aan de instroom van jonge mensen die worden
opgeleid voor het mooiste vak ter wereld.
In een deel van de internetsector is het kommer en kwel en echt niet
alleen bij PCM. Om over na te denken: sommige Duitse dagbladen
beginnen aan internet te verdienen, onder andere doordat het aantal
bezoekers van de sites via een ingewikkelde formule mag worden
meegeteld bij de oplagecijfers.
Mede namens onze sectie internet vraag ik offline journalisten
dringend om solidair te zijn met hun online collega's. De
rechtspositie van de laatste groep is vaak slecht, tenzij ze direct
onder een bestaande CAO vallen; dat is geregeld bij publieks-, opinie-
en vaktijdschriften en bij dagbladen. De NVJ zal daarom een CAO voor
internetjournalisten ontwerpen.
Ondanks de fiasco's geloven wij heilig in internet, steeds meer het
domein van velen, het Mekka voor nieuwe generaties, ook een
voorportaal om jongeren weer aan het lezen te krijgen. Bij de recente
bezuinigingen is ook alertheid geboden als het om niet-redactionele
saneringen gaat. Te hard ingrijpen daar kan het digitale en papieren
product opbreken.
De overheid gelooft ook heilig in internet, voor zover het om de
publieke omroepen gaat. Die voeren de internetactiviteiten zeer fors
op met enorme steun uit Den Haag. Niet alleen de commerciële collega's
hikken hier tegenaan, er komt ook steeds meer kritiek uit de hoek van
dag- en weekbladen op wat allen concurrentievervalsing noemen.
Ik vraag me af of we een staatssecretaris voor de media hebben of
alleen voor publieke omroepzaken. Of beter nog: een staatsscretaris
voor publieke landelijke omroepen, want de regionale zenders laat hij
ook in de steek. Rick van der Ploeg, over hem hebben we het, komt eind
oktober met zijn Persnota; ik ben benieuwd of de woorden dagbladen en
tijdschriften in zijn ABC voorkomen.
Solidair met de werkgevers zijn we niet. Waar die in doorsnee dit jaar
hun inkomen met dertien procent zagen toenemen, blijven wij met een
looneis van vier procent lelijk achter, nauwelijks voldoende voor het
behouden van koopkracht, de komst van de Euro nog maar buiten
beschouwing latend.
Sinds kort zijn er bij ons discussies die twee kanten uitgaan:
sommigen vragen zich af of we niet beter kunnen inzetten op een
inflatie-plus-resultaat, anderen betwijfelen of de vier procent reëel
zal blijven in het licht van de verslechterende economie. Zoals altijd
hebben de leden het laatste woord.
Het Genootschap van Hoofdredacteuren heeft de NVJ en het sectiebestuur
dagblad uitgenodigd voor een open gesprek over allerlei aspecten van
de collectieve arbeidsovereenkomst. Wat ons betreft mag in deze
breinstormsessie alles aan de orde komen. Zoals: de al of niet
vermeende topsalarissen van werkgevers, hoofdredacteuren en
redacteuren, demotie, flexibiliteit, maar ook het niet-naleven op
belangrijke onderdelen van afspraken in de huidige CAO en de steeds
toenemende werkdruk bij veel dagbladjournalisten.
Die werkdruk is jaar in jaar uit opgevoerd na saneringen in de
grafische sectoren, waardoor veel taken bij redacties terechtkwamen.
Die werkdruk, inclusief het voor het eerst sterk oplopende
ziekteverzuim, zal alleen maar groter worden als er per titel vele
arbeidsplaatsen verdwijnen. Ik hoor een werkgever al hardop denken:
"Klopt niet, want we zullen ook hard snoeien in het aantal
tekstpagina's". De werkelijkheid: korter schrijven kost minimaal net
zoveel tijd.
We zullen de hoofdredacteuren wijzen op nog twee in onze ogen
essentiële zaken, ook qua solidair zijn.
Ten eerste het belang van een nieuwe instroomregeling voor jonge
journalisten; de komende generatie zal anders op veel gesloten deuren
stuiten.
Ten tweede: het wordt tijd voor een fatsoenlijke regeling van de
auteursrechten. Voor mensen in vaste dienst bij tijdschriften en
omroepen, maar vooral ook voor freelancers, schrijvend of
fotojournalist.
Uit ons Arbeidsvoorwaardenbeleid dreigt geruisloos de
'solidariteitsheffing' te verdwijnen. In de praktijk kregen we tot nu
toe geen hand op elkaar voor het reserveren van 0,1 procent extra
loonruimte hiervoor, in gelijke mate te dragen door werknemers en
werkgevers. Solidariteit? Onze mensen kozen liever voor poen dan voor
een beetje noblesse.
In de publieke omroep-CAO willen de werkgevers nu eenmalig 0,3 % van
de loonsom (het gaat om 900.000 euro) reserveren voor "internationaal
vakbondswerk". Het is wat ongelukkig verwoord in het principeakkoord,
maar het gaat om goede doelen in de mediawereld. Wij bevelen onder
andere de Stichting Communicatie Ontwikkelingssamenwerking aan. SCO is
vijftien jaar geleden opgericht door Wereldomroep, NDP, Genootschap en
NVJ. De stichting steunt onafhankelijke media in landen waar de
gevestigde pers haat zaait en de machthebbers naar de mond praat.
Na jaren van forse ledengroei zaten we de afgelopen maanden in een
dipje. Na de zomer hebben we dat verlies weggewerkt en scoren we zelfs
een plusje met in totaal 9250 leden. Dat is niet genoeg. Daarom voeren
we wervingscampagnes onder studenten aan de journalistieke
opleidingen. Wij investeren in de jeugd, zij kunnen dat doen in hun
toekomst. Daarom tot slot een oproep aan alle journalisten die nog
geen lid zijn van onze vakbond en beroepsvereniging. Sluit je bij ons
aan! Nu we wat moeilijker tijden tegemoet gaan, hebben we elkaar
nodig.
Dát ook is een kwestie van solidariteit.