Ministerie van Defensie


---

Brieven aan de Kamer
---

Terroristische aanslagen in de Verenigde Staten

05-10-2001

BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN EN VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE, VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES, VAN FINANCIËN EN VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 5 oktober 2001

1. Inleiding Namens het kabinet wordt u hierbij geïnformeerd over de stappen die zijn ondernomen op het gebied van terrorismebestrijding en veiligheid na de dramatische gebeurtenissen in de Verenigde Staten op 11 september 2001. In deze brief zijn de activiteiten na 11 september 2001 tot en met heden beschreven. In de bijlage is een pakket van maatregelen voor de nabije toekomst opgenomen. Nationaal en internationaal is een breed en sterk draagvlak ontstaan voor het intensiveren van de strijd tegen het terrorisme. De conclusies van de JBZ-raad van 20 september jl., de buitengewone Europese Raad van 21 september jl. en de op 28 september jl. door de Veiligheidsraad aangenomen resolutie 1373 spreken duidelijke taal. Het opstellen van het pakket maatregelen, samen een actieplan terrorismebestrijding en veiligheid vormend, is onder de huidige omstandigheden een logische en noodzakelijke stap. Aangezien de strijd tegen terrorisme in internationaal verband tevens een verantwoordelijkheid is van het gehele Koninkrijk wordt de regeringen van de Nederlandse Antillen en Aruba gevraagd hieraan een actieve bijdrage te leveren. De terroristische aanslagen hebben gevolgen voor een breed scala aan beleidsgebieden, waaronder samenlevingsvragen in eigen land, buitenlands- en veiligheidsbeleid, opvang van vluchtelingen en de economie (o.a. gevolgen voor de luchtvaart). In deze brief zal op deze vraagstukken niet worden ingegaan. De verantwoordelijke bewindslieden zullen u in voorkomende gevallen informeren, zoals dat op een aantal punten reeds is gebeurd.

Het actieplan terrorismebestrijding en veiligheid bestrijkt diverse beleidsterreinen. Ter versterking van de onderlinge afstemming en beleidscoördinatie is op 18 september jl. een ministeriële stuurgroep Terrorismebestrijding en Veiligheid (MSTV) ingesteld onder leiding van de minister-president. Voorts zijn de beide vice-minister-presidenten en de eerstverantwoordelijke ministers, te weten de ministers van Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Financiën, Defensie, Verkeer en Waterstaat en Buitenlandse Zaken, lid van deze stuurgroep. In het bijgevoegde actieplan wordt een overzicht gegeven van maatregelen ter intensivering van de bestrijding van terrorisme, mede tegen de achtergrond van internationale afspraken op dit terrein. De recente gebeurtenissen nopen het kabinet hiertoe. Het is immers een kerntaak van de overheid om een zo groot mogelijke bescherming aan de samenleving en haar burgers te kunnen bieden.

2. Internationale ontwikkelingen 2.a. Europese Unie In het kader van de Europese Unie zijn onmiddellijk na de aanslagen in de Verenigde Staten aanvullende maatregelen genomen ter voorkoming en bestrijding van terrorisme. De dag na de aanslag, op 12 september jl., kwam de Algemene Raad van de Europese Unie al in bijzondere zitting bijeen. In een verklaring spraken de Ministers van Buitenlandse Zaken volledige solidariteit uit met de bevolking en de regering van de Verenigde Staten. Tevens werden afspraken gemaakt om een versterkte strijd tegen het terrorisme aan te binden in nauwe samenwerking met de Verenigde Staten en andere partners. Besloten werd dat de Algemene Raad hierbij een coördinerende en initiërende rol zal spelen. De bestrijding van terrorisme zal meer worden geïntegreerd in het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid. De Raad van Ministers van Transport heeft op 14 september jl. gezamenlijke maatregelen genomen ter verbetering van de beveiliging van de burgerluchtvaart. De minister van Verkeer en Waterstaat heeft de dag na de aanslag, na instemming van de minister van Justitie, het initiatief genomen om te komen tot strengere Europese regels op het gebied van veiligheid, zoals bijvoorbeeld de beperking van de toegankelijkheid van de cockpit. De eerder genoemde Raad van Ministers van Transport heeft besloten om, op de internationale conferentie van de VN-organisatie ICAO (International Civil Aviation Organisation), namens alle lidstaten te pleiten voor een pakket aan maatregelen (onder andere veiligheidsaudits en 100% controle ruimbagage). Vervolgens heeft de bijzondere Raad van Ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken van 20 september jl. besloten met spoed aanvullende maatregelen te nemen voor een slagvaardige bestrijding van terrorisme. De Ecofin Raad van 21 september jl. heeft besluiten genomen over de bestrijding van de financiering van terrorisme. Het belangrijkste onderdeel daarvan is de versnelde aanneming van de Europese richtlijn ter bestrijding van het witwassen van geld. De Europese Raad van 21 september jl. heeft de besluiten van de Transportraad, de Ecofin Raad en de JBZ-Raad bekrachtigd en gebundeld in één actieplan en voorzien van een tijdpad. Het Europees actieplan richt zich in de eerste plaats op de volgende punten:

I.De invoering van een Europees aanhoudingsbevel en daarnaast aanpassing van straffen en strafbaarstellingen van terrorisme; II. De versnelde tenuitvoerlegging van het pakket aan maatregelen zoals vastgesteld door de Europese Raad van Tampere (waaronder de vorming van Eurojust); III. Een versnelde, geïntegreerde aanpak van de financiering van terroristische organisaties; IV. De coördinatie van alle onderzoeken tegen terrorisme, onder meer via Europol, Eurojust en via gemeenschappelijke onderzoeksteams; V. Een actieve rol van Europol in informatie-uitwisseling en analyse op het gebied van terrorismebestrijding en aanverwante vormen van criminaliteit, onder meer door de vorming van een afzonderlijk terrorismeteam bij Europol; VI. De intensivering van de samenwerking tussen de Europese inlichtingen- en veiligheidsdiensten en VII.De beveiliging van de burgerluchtvaart.

Tijdens de JBZ-Raad van 6 en 7 december a.s. zullen op deze punten verschillende besluiten moeten worden genomen en wordt de voortgang bij de tenuitvoerlegging van bovenstaande punten geëvalueerd. Door de Europese Commissie zijn naar aanleiding van de aanslagen in de Verenigde Staten drie nieuwe kaderbesluiten voorgesteld. De onderhandelingen over de kaderbesluiten inzake de bestrijding van terrorisme en het Europees aanhoudingsbevel zijn inmiddels begonnen. Er wordt naar gestreefd dat ten aanzien van het EU-aanhoudingsbevel in december 2001 een basisregeling tot stand komt die vervolgens verdiept en uitgebreid kan worden en dat het kaderbesluit inzake de bestrijding van terrorisme tot stand komt. Het derde door de Europese Commissie ingediende voorstel betreft de vaststelling van een kaderbesluit tot vervroegde inwerkingtreding van artikel 13 van de in 2000 tot stand gekomen EU-rechtshulpovereenkomst. Dit artikel betreft gezamenlijke onderzoeksteams. Nederland is bereid vooruitlopend op de inwerkingtreding van de overeenkomst van start te gaan met voorlopige onderzoeksteams, die opereren binnen de bestaande juridische mogelijkheden. De minister van Justitie heeft goedkeurings en uitvoeringswetgeving van de overeenkomst versneld. Half oktober a.s. zal het wetvoorstel aan adviesinstanties worden gezonden. Deze instanties zal worden verzocht bij voorrang op het concept te reageren, zodat het wetsvoorstel begin volgend jaar voor advies aan de Raad van State aangeboden zal kunnen worden. Intensivering van de aanpak van financiering van terroristische organisaties staat hoog op de agenda van de Europese Unie. Tijdens de gezamenlijke Ecofin/JBZ-raad van 16 oktober a.s. zal concrete voortgang moeten worden geboekt ten aanzien van de richtlijn ter bestrijding van het witwassen van geld en het ontwerp-kaderbesluit inzake wederzijdse erkenning van de bevriezing van vermogensbestanddelen.

2.b Verenigde Naties (VN) In VN-verband zijn 12 verdragen in verband met de bestrijding van terrorisme overeengekomen. Nederland heeft 10 van deze verdragen goedgekeurd. In de eerste week van oktober 2001 is de goedkeurings- en uitvoeringsregelgeving ter zake van de twee overige verdragen, het Verdrag inzake de bestrijding van terroristische bomaanslagen en het Verdrag ter bestrijding van de financiering van terrorisme, bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal ingediend. De regering streeft ernaar dat deze wetsvoorstellen eind 2001 tot wet verheven zijn.

De Veiligheidsraad van de VN heeft op 28 september jl. Resolutie 1373 aangenomen. Het betreft hier een bijzondere hoofdstuk VII-resolutie die niet als gewoonlijk op bedreiging van vrede en veiligheid in een geografisch bepaald gebied is gericht, maar op een wereldwijd probleem, namelijk het terrorisme. De nadruk in deze resolutie ligt op het verbieden van financiering van terrorisme en de plicht tot actieve bestrijding, waarbij onder meer gedoeld wordt op grenscontroles. Mede naar aanleiding van de VN-resolutie 1373 zal de Algemene Raad van de Europese Unie van 8 oktober a.s. naar verwachting via een Gemeenschappelijk Standpunt overgaan tot uitbreiding van de reikwijdte van de bestaande EU-sancties tegen de Taliban. De bestaande sancties zijn gebaseerd op eerdere VN-sancties tegen de Taliban, Bin Laden en tien van zijn handlangers. Door de omzetting in een EU-verordening hebben deze sancties rechtstreekse werking in alle EU-lidstaten. Naast het hierbovengenoemde korte termijn-traject heeft de Europese Commissie op 2 oktober jl. een geheel nieuwe ontwerp-verordening gepresenteerd die het mogelijk maakt om slagvaardige maatregelen te nemen om de financiering van terrorisme wereldwijd te bestrijden. Aan de verordening is een «open» lijst gehecht die naar gelang de dreiging kan worden gevuld met personen en organisaties waarvan tegoeden dienen te worden bevroren. Naar Nederlands inzicht is dit een zeer geschikt en flexibel instrument om de VN-resolutie 1373 volledig te implementeren. Het Europees Parlement heeft reeds op 4 oktober jl. via een spoedprocedure advies over de ontwerp-verordening uitgebracht.

3. Openbare Orde en Veiligheid Ten aanzien van de operationele aspecten met betrekking tot de openbare orde en veiligheid zijn naar aanleiding van de aanslagen op 11 september jl., onder coördinatie van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de bewaking en beveiliging van bepaalde objecten en personen door de regionale politiekorpsen, het Korps landelijke politiediensten en de Koninklijke Marechaussee verscherpt. De minister van Justitie heeft besloten tot het treffen van additionele beveiligingsmaatregelen, uit te voeren door de Koninklijke Marechaussee, op de luchthaven Schiphol en de regionale vliegvelden. Concreet is een aantal bijzondere beveiligingsmaatregelen afgekondigd die zich richten op de Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen, alle vluchten naar de Verenigde Staten en vluchten naar Israël. De maatregelenhebben met name tot doel de veiligheidscontrole alsmede de toegangscontrole van personen tot het vliegtuig te verscherpen. In overleg met de Koninklijke Marechaussee en de Binnenlandse Veiligheidsdienst wordt voortdurend bezien of nadere beveiligingsmaatregelen nodig zijn. Gesignaleerde problemen worden direct aangepakt. Sinds 11 september jl. gelden voor alle passagiers naar de Verenigde Staten aan het begin van de pier en de gate extra veiligheidsmaatregelen. Binnen het beveiligde gebied op Schiphol zijn thans twee extra controlepunten toegevoegd. Voorts heeft de luchthaven Schiphol de voor bedreiging geschikte voorwerpen uit de winkels en de restaurants laten verwijderen. Het Nationaal Coördinatiecentrum (NCC) van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft de maatregelen die na 11 september jl. zijn genomen ter handhaving van de openbare orde en veiligheid overeenkomstig de draaiboeken gecoördineerd. In het interdepartementale beleidsteam (IBT), waarin vertegenwoordigers zitting hebben van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Justitie, Buitenlandse Zaken, Verkeer en Waterstaat, Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Defensie, Financiën, Economische Zaken en Algemene Zaken, heeft afstemming plaatsgevonden omtrent onderwerpen als te nemen crisisbeheersingsmaatregelen en voorlichting. Voorts heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties overleg gevoerd met de commissarissen van de Koningin en het Korpsbeheerdersberaad over openbare orde aangelegenheden. De Evaluatiedriehoek (onder voorzitterschap van een vertegenwoordiger van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, met als vaste leden vertegenwoordigers van het ministerie van Justitie en de Binnenlandse Veiligheidsdienst en als adviserende leden vertegenwoordigers van de ministeries van Defensie en Buitenlandse Zaken) is een regulier overleg, dat het lokaal bevoegd gezag adviseert over te nemen bewakings- en beveiligingsmaatregelen. Deze maatregelen worden getroffen op grond van dreigingsanalyses van de Technische Evaluatie-commissie (TEC). De TEC stelt het niveau van de dreiging vast en maakt een inschatting van de veiligheidsrisicos. Vervolgens doet zij voorstellen aan de evaluatiedriehoek voor bewakings- en beveiligingsmaatregelen. Direct na de aanslag is een aantal verscherpte maatregelen genomen. Door genoemde Evaluatiedriehoek is ingeschat welke situatie ontstaat en wat de vertaling hiervan is op het gebied van bewaking en beveiliging indien de Verenigde Staten militair reageert op de aanslagen. Ook hiervoor is een draaiboek opgesteld. Ook wordt op verzoek van de meest betrokken ministers een actualisatie gemaakt van alle vitale, kwetsbare, diplomatieke en symbolische objecten met daarbij behorende veiligheidsmaatregelen. De Bijzondere Bijstands Eenheden (BBE-en) kunnen met name worden ingezet ter voorkoming of de beëindiging van zeer ernstige (gewelddadige)strafbare feiten. Deze inzet heeft plaatsgevonden tijdens de gebeurtenissen rond de tunnels op 26 en 27 september jl. Zoals bekend heeft het ANP op woensdag 26 september 2001 een anonieme brief ontvangen waarin een beschrijving werd gegeven over aanslagen in drie tunnels. Het ANP heeft de brief direct ter kennis gebracht van de politie. Naar aanleiding van deze melding is overeenkomstig de gebruikelijke procedure een taxatie gemaakt van de geloofwaardigheid ervan en is besloten tot een omvangrijke politie- en BBE-inzet rond het tijdstip van de aangekondigde aanslagen. Er heeft zich zoals bekend geen incident voorgedaan. Vanuit de Raad van Hoofdcommissarissen (RHC) zijn scenarios opgesteld om adequaat op verschillende niveaus van dreiging voorbereid te zijn. Mede op basis van deze scenarios wordt ook door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onderzocht in hoeverre een eventuele bijstandsverlening, door de Koninklijke Marechaussee en andere onderdelen van de krijgsmacht, noodzakelijk kan zijn, een en ander uiteraard passend binnen het opschalingsmodel van de Politiewet. Ook zal onder die omstandigheden een landelijk gecoördineerde recherche-inzet gerealiseerd worden onder gezag van het openbaar ministerie. Met de RHC zijn werkafspraken gemaakt tussen de verschillende hulpverleningsdiensten en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om de onderlinge samenwerking en informatie-uitwisseling te optimaliseren en tevens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties terzake te adviseren. Op basis van een advies van de Gezondheidsraad van juni 2001 en interdepartementaal verricht onderzoek van voor september 2001 wordt gewerkt aan maatregelen tegen de gevolgen van het gebruik van chemische, biologische en fysische (stralings) middelen.

4. Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten De coördinator voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten, de secretaris-generaal van het ministerie van Algemene Zaken, heeft na het bekend worden van de aanslagen de nodige acties ondernomen om (onder meer) een goede coördinatie tussen de beide inlichtingendiensten, de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) en Militaire Inlichtingendienst (MID), te bevorderen. De BVD heeft besloten tot het verhogen van de paraatheid en het instellen van een operationeel crisisteam. De BVD werkt nauw samen met de CIA en de FBI en binnen Europa hebben vele contacten plaats met zusterdiensten. De BVD werkt daarnaast nauw samen met de landelijke officier van justitie voor terrorismebestrijding, de politie en de Koninklijke Marechaussee. Acties worden onderling afgestemd. Dagelijks brengt de BVD dreigingsanalyses uit. Deze worden via de bestaande procedures van TEC en Evaluatiedriehoek gecommuniceerd. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft op donderdag 13 september jl. de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten van de Tweede Kamer geïnformeerd. Ook de MID heeft zijn contacten met buitenlandse partnerdiensten versterkt. Met name met de Amerikaanse en Britse diensten is de samenwerking geïntensiveerd gericht op de bestrijding van internationaal terrorisme en daarmee samenhangende militaire activiteiten. De benodigde capaciteit wordt hiervoor uitgebreid. Voorts wordt de analyse en operationele capaciteit van de MID uitgebreid om de bescherming van eenheden van de Nederlandse krijgsmacht die in risicogebieden deelnemen aan vredesoperaties te vergroten. Om de veiligheid en bescherming van eenheden en complexen van Defensie in Nederland te bevorderen wordt intensief samengewerkt met de BVD.

5. Toezicht op de financiële sector Hiervoor is reeds aangegeven dat op internationaal niveau maatregelen zijn getroffen om banktegoeden van vermeende terroristische organisaties te bevriezen. Op basis van de bestaande drie lijsten (VN-lijst, Bush-lijst en FBI-lijst) en op basis van nationale inlichtingen is door De Nederlandse Bank (DNB)een geconsolideerde lijst opgesteld. Deze geconsolideerde lijst van personen en organisaties van ruim 500 namen heeft DNB middels een circulaire verspreid onder alle onder toezicht van DNB staande instellingen (banken en beleggingsinstellingen) en trustkantoren. Bij meldingen zullen de tegoeden direct worden bevroren. Op basis van de circulaire zijn inmiddels eerste meldingen van financiële instellingen bij DNB binnengekomen. Zo zijn er twee rekeningen bevroren met een totaal tegoed van ongeveer 500 000 dollar. De financiële instellingen zijn bezig de lijst te controleren. De effectentoezichthouders hebben in het kader van IOSCO (de internationale organisatie van effectentoezichthouders, inclusief de SEC) afgesproken dat zij nagaan of er opvallende transacties of koersbewegingen zijn geweest rondom de aanslagen in de Verenigde Staten. De Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE) heeft in dit verband ook contact met Euro-next. De STE heeft onderzoek gedaan naar enkele opmerkelijke effectentransacties in relatie tot koersbewegingen die zijn opgetreden rond de gebeurtenissen op 11 september. De STE heeft ter zake geen onregelmatigheden geconstateerd.

De Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK) heeft met een aanschrijving in een algemeen kader aan de onder toezicht staande instellingen (Sector Leven) de bovengenoemde geconsolideerde lijst toegestuurd met het oog op controle. Met de Vereniging van Kamers van Koophandel wordt bezien hoe ook de systemen van de Kamers kunnen worden benut bij het opsporen van verdachte personen en organisaties, die een bedrijf als dekmantel gebruiken.

6. Tenslotte Met het bijgevoegde pakket van maatregelen wordt het vele dat op het terrein van veiligheid en terrorismebestrijding reeds gebeurt verder versterkt en met nieuwe maatregelen aangevuld. Zo wordt naar het oordeel van het kabinet adequaat gereageerd op de ingrijpende gebeurtenissen die niet alleen voor de Verenigde Staten maar wereldwijd het terrorisme in een ander perspectief hebben geplaatst. Gezamenlijke inzet van overheden en burgers moet hierop het antwoord zijn.

De Minister-President, W. Kok De Minister van Justitie, A. H. Korthals De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K. G. de Vries De Minister van Financiën, G. Zalm De Minister van Defensie, F. H. G. de Grave