European Commission

ECA/01/27

Luxembourg, 5 oktober 2001

Persbericht van de Europese Rekenkamer over speciaal verslag nr. 12/2001 over bepaalde structuurmaatregelen ten behoeve van de werkgelegenheid: effect van de EFRO-steun op de werkgelegenheid; ESF-maatregelen ter bestrijding van de langdurige werkloosheid (1)

Sinds enkele jaren wordt een communautair werkgelegenheidsbeleid ontwikkeld op basis van de Europese werkgelegenheidsstrategie. Deze strategie kan steunen op het economisch en sociaal cohesiebeleid, dat gestalte krijgt in structuurmaatregelen.

Vastgesteld wordt dat de Europese werkgelegenheidsstrategie in de eerste plaats is gericht op preventieve maatregelen tegen de werkloosheid, en niet voldoende rekening houdt met de curatieve maatregelen die nodig zijn om het probleem van de langdurige en zeer langdurige werkloosheid het hoofd te bieden. Bovendien worden de door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) medegefinancierde instrumenten in de werkgelegenheidsrichtsnoeren die de Raad jaarlijks opstelt, niet specifiek genoemd, terwijl dit Fonds toch een niet te verwaarlozen effect op de werkgelegenheid heeft en bepaalde doelstellingen van de richtsnoeren er nauw mee samenhangen. Nu het EFRO buiten beschouwing wordt gelaten, worden bepaalde mogelijkheden tot synergie niet benut, of dreigen zij niet te worden benut.

Ten aanzien van het EFRO wordt opgemerkt dat de doelstellingen en streefcijfers op het gebied van werkgelegenheid voor de diverse soorten maatregelen in het kader van doelstelling 1 voor de programmeringsperiode 1994-1999 vaak onduidelijk zijn over de voorziene effecten, behalve bij de maatregelen ter ondersteuning van productieve investeringen. Bij de tussentijdse evaluaties stuitte men, met name bij het ramen van de werkgelegenheidseffecten, op ontbrekende of onvoldoende betrouwbare gegevens en op moeilijkheden bij het samenvoegen van de resultaten van evaluaties op regionaal en nationaal niveau. De herprogrammeringen voor de door het EFRO medegefinancierde maatregelen zijn slechts bij uitzondering gebaseerd op analyses van de werkgelegenheidseffecten.

Wat betreft de steunmaatregelen voor productieve investeringen kan, afgezien van de in voorgaande paragraaf genoemde problemen met de basisgegevens, het volgende worden opgemerkt:

* het werkgelegenheidsaspect wordt niet noodzakelijkerwijs voldoende in acht genomen in het besluitvormingsproces rond de medefinanciering;

* er wordt niet altijd evenveel belang gehecht aan de effecten van onverwachte voordelen en verplaatsingen, en in de meeste gevallen wordt geen voorstel gedaan ter vermijding van deze problemen;
* de evaluatie van de werkgelegenheidseffecten van de EFRO-steun voor deze steunregelingen is ingewikkeld en dreigt zelfs te worden beïnvloed door het feit dat bij financiering van een nationale steunregeling de nationale autoriteiten ofwel medefinanciering voor een subsidiabel project kunnen aanvragen, ofwel dit volledig uit nationale middelen kunnen financieren. Ook van invloed op deze evaluatie is de mogelijkheid, medegefinancierde projecten die problematisch blijken, te vervangen door andere subsidiabele projecten.

Bij de maatregelen van het Europees Sociaal Fonds (ESF) ter bestrijding van langdurige werkloosheid is het zo dat, al traden er de afgelopen jaren verbeteringen op in de algehele werkloosheidssituatie in de EU, de langdurige werkloosheid die trend niet volgde. De tenuitvoerlegging in de lidstaten van uit het ESF medegefinancierde maatregelen ten behoeve van langdurige werklozen kende geen duidelijke omschrijving van de doelgroepen, en kreeg geen hoge prioriteit bij de nationale en regionale overheden en in de nationale regelgeving en bepalingen inzake het beheer, hetgeen leidde tot kosten wegens effecten van onverwachte voordelen en vertragingen in de tenuitvoerlegging. Ten aanzien van het EFRO werd bij de herprogrammeringsmaatregelen niet voldoende rekening gehouden met de resultaten van de evaluaties.

Informatie over de beheers- en controlesystemen met betrekking tot geslaagde proef- en demonstratieprojecten (artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 2089/93 van de Raad) werd niet ter beschikking van de Commissie en de lidstaten gesteld, zodat soortgelijke projecten niet in de reguliere ESF-acties werden opgenomen.

De Rekenkamer geeft in overweging, rekening te houden met de in paragraaf 4 genoemde punten, alsmede:

* te zorgen voor een betere samenhang tussen enerzijds de werkgelegenheidsstrategie en anderzijds het ESF en het EFRO, en meer te streven naar synergieën tussen de door deze Fondsen medegefinancierde maatregelen;

* op beleidsniveau, in de programma's en subprogramma's samenhangende doelstellingen te formuleren;
* de technieken voor het verzamelen van gegevens inzake de werkgelegenheidseffecten alsook de methoden voor het samenvoegen te verbeteren en te harmoniseren;

* de vereiste controle te versterken om de duurzaamheid van de gecreëerde of behouden arbeidsplaatsen te waarborgen.

Tot slot is de Rekenkamer van oordeel dat de nieuwe regelgeving inzake de Structuurfondsen en de tenuitvoerlegging van de programmeringsperiode 2000-2006 de Commissie de mogelijkheid zou moeten bieden, rekening te houden met deze aanbevelingen.

(1)
Dit persbericht wil slechts een samenvatting geven. Het door de Rekenkamer vastgestelde speciaal verslag is beschikbaar op de internetsite HYPERLINK http://www.eca.eu.int/NL/RS/2001/rs12_01nl.pdf http://www.eca.eu.int/NL/RS/2001/rs12_01nl.pdf en zal binnenkort in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, serie C, verschijnen.Europese Rekenkamer, Dienst Externe betrekkingen12, Rue Alcide De Gasperi, L-1615 LuxemburgTel.: (352) 4398 45410 - Fax: (352) 4398 46430 - E-mail: HYPERLINK euraud@eca.eu.int euraud@eca.eu.int