Moedwillig drugs gesmokkeld of er ingeluisd?
Als mensen op Schiphol met drugs in hun koffer worden aangetroffen,
ontkennen ze voor de strafrechter vaak het spul opzettelijk te
hebben ingevoerd. Ze beweren dan dat iemand anders de drugs buiten
hun medeweten in de bagage moet hebben gestopt. Hoe moet de
strafrechter met zulke gevallen omgaan? Onder welke voorwaarden kan
de strafrechter opzettelijk handelen bewezen achten? Deze vraag is
belangrijk voor de bepaling van de straf. Mr. Marc Kessler
onderzocht de rol van subjectieve bestanddelen, zoals opzet, in
bijzondere wetten. Hij promoveert op 4 oktober 2001 aan de
Rijksuniversiteit Groningen.
Bijzondere wetten zijn wetten buiten het Wetboek van Strafrecht,
waarin een onderwerp apart is geregeld, zoals de Opiumwet, de Wet
wapens en munitie en de Wet op de economische delicten (zoals
milieuverontreiniging). Kessler concludeert dat opzet in
bijzondere wetten een grond is voor strafverzwaring en ziet geen
reden daar in de toekomst verandering in aan te brengen. Hij
bepleit zelfs het systeem van opzet als strafverzwaringsgrond ook
in te voeren in de wapenwet. Dat past in de trend dat in onze
risicomaatschappij (of beter: onze risicovermijdingsmaatschappij)
niet alleen opzettelijk handelen strafwaardig wordt geacht, maar
ook het onopzettelijk, maar onvoorzichtig handelen. /GG
Marc Kessler (Den Haag, 1971) studeerde rechten in Leiden. Hij
verrichtte zijn promotieonderzoek bij de vakgroep Strafrecht en
Criminologie van de faculteit der Rechtsgeleerdheid aan de RUG.
Tegenwoordig werkt hij als universitair docent bij de sectie
strafrecht.
Moedwillig drugs gesmokkeld of er ingeluisd?
Zie voorpagina.
Datum en tijd
donderdag 4 oktober 2001, 16.00 uur
Promovendus
M. Kessler, tel. (050)363 55 43, e-mail: m.kessler@rechten.rug.nl
(werk),
Proefschrift
Subjectieve bestanddelen in bijzondere wetten
Handelsuitgave
Gouda Quint, ISBN 90 387 0856 4.
Promotor
prof.mr. D.H. de Jong
Faculteit
rechtsgeleerdheid
Plaats
Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen