Ingezonden persbericht

Laatste nieuws KNMI op 4 oktober

Warmere weer in Nederland hangt samen met mondiale opwarming

Recent onderzoek door het KNMI heeft nieuw inzicht verschaft in de samenhang tussen de opwarming in Nederland en de wereldwijde temperatuurstijging in de 20e eeuw. Dit verband is niet eerder zo duidelijk onderbouwd. In het grillige Nederlandse klimaat is een verband met de wereldtemperatuur niet zichtbaar in afzonderlijke jaargemiddelde temperaturen, maar het komt overtuigend naar voren in gemiddelden over periodes van 5 tot 10 jaar. Een specifiek warm jaar in Nederland kan dus niet aan de opwarming van de aarde worden toegeschreven, een langere warmteperiode kan dat wel. Bij het onderzoek bleken niet eerder opgemerkte details van het verloop van de opwarming in de 20e eeuw in Nederland samen te hangen met die van de wereldgemiddelde veranderingen. Eerder maakte het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) bekend dat de wereldwijde opwarming voor een deel aan de mens kan worden toegeschreven.

In het onderzoek zijn de temperatuurvariaties opgesplitst in een deel dat in de pas loopt met de wereldgemiddelde temperatuur en een deel dat te beschouwen is als een plaatselijke schommeling. De laatste jaren is er steeds meer bekend geworden over dit soort regionale temperatuurschommelingen. Ze zijn moeilijk te voorspellen maar houden soms jarenlang aan in grote delen van Europa.

De jaren negentig van de 20e eeuw waren bijzonder. In Nederland was het in die periode 0,8 graden warmer dan gemiddeld over 1961-1990. De jaargemiddelde temperatuur steeg van 9,4 naar 10,2 graden. Het statistisch model van de KNMI-onderzoekers geeft aan dat ongeveer de helft van de temperatuurtoename in Nederland gerelateerd kan worden aan de wereldwijde opwarming. De andere helft is het resultaat van zo'n plaatselijke schommeling, die toevallig positief was.

Temperatuurverwachting KNMI voor begin 21e eeuw

Op grond van dit onderzoek is het mogelijk voorspellingen te maken voor de komende 10 jaar. Daarbij moeten wel twee aannames gemaakt worden: er treden geen afwijkingen op in het gevonden verband tussen de wereldgemiddelde temperatuur en de temperatuur in Nederland en de grootte van de natuurlijke schommelingen blijft onveranderd. Onder deze aannames zal de jaargemiddelde temperatuur in De Bilt gemiddeld over de eerste 10 jaar van de 21e eeuw waarschijnlijk tussen 9,5 en 10,5 graden liggen. De grote marge is het gevolg van de onzekerheid in de IPCC-scenario's (0,2 graden) en van grillige natuurlijke schommelingen. De temperatuurverwachting van het KNMI voor het begin van 21e eeuw is dus: ongeveer even warm als in de jaren negentig van de 20e eeuw maar warmer dan gemiddeld over 1961-1990. Volgens eerder genoemde scenario's zal de temperatuurstijging daarna gestaag doorzetten.

In het tijdschrift "Meteorologica" van de Nederlandse Vereniging van Beroeps Meteorologen (oktober 2001) vindt u een artikel over dit onderzoek van klimaatonderzoeker Geert Jan van Oldenborgh en Gerbrand Komen, Hoofd Klimaatonderzoek en Seismologie van het KNMI.

Uitgebreide informatie op internet:
http://www.knmi.nl/onderzk/oceano/publ/oldenbor/debiltwarmer.html

Voor nog meer informatie kunt u ook contact opnemen met Harry Geurts of Monique Somers, persvoorlichting KNMI, telefoon 030 2206 317.

Bij gebruik van gegevens bron KNMI vermelden.

Harry Geurts
persvoorlichter KNMI
mailto: geurts@knmi.nl
telefoon 030 22 06 317
telefax 030 2211 195

KNMI
Postbus 201
3730 AE De Bilt