Woensdag 3 oktober 2001 Triavium te Nijmegen
Congres
Plannen en bouwen met het oog op ramppreventie en -bestrijding
Externe veiligheid en ruimtelijke ordening logo0012-kl.jpg (4947
bytes)
Nederland wordt in hoog tempo volgebouwd. Woon- en werkgebieden komen steeds dichter bij elkaar te liggen. Het risico op een ramp neemt daarmee ook toe, zoals de vuurwerkramp in Enschede ons pijnlijk duidelijk maakte.
Gevaren zitten onder andere in:
* Industrie in de nabijheid van woonwijken
* Vervoer van gevaarlijke stoffen door woongebieden
* Overkapte snelwegen en tunnels voor trein en metro
Een belangrijke vraag is hoe men in de plan- en bouwfase zo optimaal
mogelijk rekening kan houden met de veiligheid van de toekomstige
bewoners en gebruikers.
Externe veiligheid en ruimtelijke ordening: een actueel, maar
ingewikkeld vraagstuk
Nederland heeft naast een hoge bebouwingsgraad ook een indrukwekkend stelsel van infrastructurele en logistieke voorzieningen. De groei is er vooralsnog niet uit: het proces van plannen en bouwen gaat onverminderd voort. De ruimte is echter beperkt, wat betekent dat infrastructuur, woon- en werkgebieden steeds dichter bij elkaar komen liggen. Deze intensieve bebouwing kent één groot nadeel: een ongeluk in deze omgeving kan snel uitlopen op een ramp. Het meest aansprekende en pijnlijke voorbeeld hiervan is de vuurwerkramp in Enschede. Deze ramp was de aanleiding voor Minister Pronk van het Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) tot het uitvaardigen van het nieuwe vuurwerkbesluit en het aankondigen van de regeling 'Registratieplicht risicosituaties gevaarlijke stoffen'. Volgens plan moet de regeling begin 2003 van kracht worden.
Kritiek op de regeling is er echter ook al: de strenge normering en
zonering komt in conflict met de beleidsambitie van intensiever
ruimtegebruik en ruimtelijk combineren uit de Vijfde Nota, zodat
bijvoorbeeld bouwen bij wegen en spoorwegen onmogelijk wordt. Een
eerdere inventarisatie van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en
Milieuhygiëne (RIVM) uit 1996 liet al zien dat volgens de risiconormen
tweederde van Nederland in een gevarenzone leeft. De verenigbaarheid
van regelgeving op het gebied van externe veiligheid en ruimtelijke
ordening blijkt in het dichtbebouwde Nederland op zijn zachtst gezegd
geen eenvoudige zaak.
Onderwerp en vragen
Potentieel gevaarlijke situaties zijn er genoeg in Nederland:
industrie of opslagplaatsen in de nabijheid van woonwijken (Enschede),
vervoer van gevaarlijke ladingen in de buurt van woongebieden
(chloortreinen, Bijlmerramp), overkapte snelwegen en tunnels voor
treinen en metro (Groene Harttunnel, Noord/Zuidlijn) met
'inferno'-gevaar en ondergrondse parkeergarages en winkelcentra
(overstroming en brand). Ondanks onduidelijke en elkaar tegensprekende
landelijke richtlijnen voor deze situaties worden beleidsmakers,
ontwerpers en uitvoerders in provincies, gemeenten, ingenieursbureaus
en bouwbedrijven elke dag geconfronteerd met problemen op het snijvlak
van externe veiligheid en ruimtelijke ordening. De vraag is in
hoeverre beleidsmakers en uitvoerders, de planners en bouwers,
rekening houden met ramppreventie en rampbestrijding tijdens de
ontwerp- en bouwfase. Kun je in de buurt van een risicovol bedrijf wel
gebruik maken van een bepaalde constructie? Kunnen mensen in een
tunnel deze in het geval van een ramp zo snel mogelijk verlaten? Hoe
zit het met de bereikbaarheid voor hulpdiensten? Welke voor- en
nadelen op het gebied van veiligheid biedt het in Nederland flink
gestimuleerde intensief ruimtegebruik? Welke risico''s loop je met het
transport van gevaarlijke stoffen door woongebieden? Zijn deze te
minimaliseren? Hoe gaan gemeenten om met risicovolle activiteiten
binnen hun gemeentegrenzen? Welke rol speelt brandveiligheid, zeker
gezien de ramp in Volendam, binnen dit geheel? Deze en andere hiermee
verband houdende vragen worden beantwoord op dit congres.
Doelgroep
Het congres is van belang voor instanties en bedrijven die gezien hun
werkzaamheden geconfronteerd worden of kunnen worden met het vraagstuk
van externe veiligheid en ruimtelijke ordening:
* Beleidsmedewerkers op het gebied van ruimtelijke ordening,
stedenbouw en volkshuisvesting van rijksoverheden, provincies,
waterschappen en gemeenten.
* Architecten
* Planologen
* Ingenieurs
* Directie, projectleiders en veiligheidsverantwoordelijkheden van
aannemers, bouwondernemers en projectontwikkelaars
* Burgemeester en wethouders RO
* Korpschefs en beleidsmedewerkers bij de politie
* Commandanten en beleidsmedewerkers bij de brandweer
* Vergunningverleners en handhavers
* Hoofden GG & GD
* Adviseurs op het gebied van veiligheid en ruimtelijke ordening
Programma
9.30 Ontvangst
10.00 Opening door de dagvoorzitter
Externe veiligheid en ruimtelijke ordening in Nederland Drs. Trix van der Linden, Voorzitter Stichting Veilig Ontwerp & Beheer (SVOB), Senior beleidsadviseur integrale veiligheid gemeente Apeldoorn
Met rampen als Enschede en Volendam nog vers in het geheugen, krijgt
het onderwerp externe veiligheid in combinatie met ruimtelijke
ordening toenemende aandacht. Wat is het beleid? Is dit beleid
toereikend en in hoeverre sluit de praktijk bij het beleid aan? Welke
middelen worden ingezet (onder andere de 'veiligheids effect
rapportage') in de plan- en bouwfase om de veiligheid van gebouw- en
infrastructuurgebruikers te waarborgen?
10.30 Het veiligheidsdilemma van intensief ruimtegebruik
Ir. Wim Snelders, Hoofd Planvorming, Ballast Nedam
In het rijksbeleid wordt vanwege het gebrek aan ruimte gestreefd naar
intensieve en meervoudige oplossingen van ruimtegebruik. In hoeverre
staan de huidige regelgeving en oplossingen voor het verminderen van
risico's op het gebied van de externe veiligheid het toepassen van
meervoudig ruimtegebruik in de weg? Op welke wijze kunnen specifieke
oplossingsrichtingen voor meervoudig ruimtegebruik vanuit de
veiligheidsdiscussie worden aangedragen?
11.00 Pauze
11.30 Bouwen met het oog op zelfredzaamheidsvoorzieningen
Ir. Sander Korz, Specialist adviesgroep Mobiliteit, Arcadis
Civiel ingenieurs moeten meer inzicht krijgen in (vlucht)gedrag van mensen. Ontwerpers van nieuwe bebouwing en infrastructuur zouden meer rekening moeten houden met het gedrag van vluchtende mensen, zodat hun bouwwerken veilig verlaten kunnen worden in het geval van een ramp.
12.00 Het bewust zijn van brandveiligheid
Ing. Guido Zoomers, Onderzoeker, Nederlands Instituut voor Brandweer
en Rampenbestrijding (NIBRA)
Brandveiligheidsbewustzijn is de basis voor brandveiligheid. Pas als
alle betrokkenen in brandveiligheid weten waar het over gaat en zijn
overtuigd van nut en noodzaak zal brandveiligheid verbeteren in
kwaliteit. In de praktijk blijkt dat het brandveiligheidsbewustzijn
van zowel de burger, de overheid als de marktsector te wensen over
laat. Brandveiligheidsbewustzijn, waar gaat het mis en hoe kan het
beter?
12.30 Lunch
13.30 Transport van gevaarlijke stoffen door woongebieden
Ir. Tineke Wiersma, Senior onderzoeker transportveiligheid, TNO MEP
In het kader van de 5e Nota Ruimteljike Ordening wordt een sterke
intensivering van de bebouwing nagestreefd. Vaak vinden deze
ontwikkelingen plaats langs autosnelwegen en stations (b.v. de
sleutelprojecten). Doordat gevaarlijke stoffen over deze auto- en
spoorwegen vervoerd worden houdt dit risico's in voor de omwonenden.
Hoe de externe veiligheid in beeld gebracht kan worden, met welke
maatregelen de risico's gereduceerd kunnen worden en welke stedelijke
intensiveringen wel of niet mogelijk zijn zal in de voordracht
behandeld worden
14.00 Praktijkcase
Externe veiligheid in de gemeente Zwijndrecht
D. Corporaal, Burgemeester, Gemeente Zwijndrecht
Onlangs is in de gemeente Zwijndrecht een nieuw concept meerjarenplan brandveiligheid gepresenteerd en is overeenstemming bereikt met de provincie en de NS over de situatie rond Kijfhoek. Dit rangeerstation speelt een cruciale rol in het goederenvervoer via de Betuweroute. De komst van deze Betuweroute, de HSL, de aanleg van de Sophiatunnel, de aanwezigheid van rijksweg A16 die dwars door de gemeente loopt, alsmede een aantal risicovolle bedrijven binnen de gemeentegrenzen zorgen voor een dreigende toename van het veiligheidsprobleem. Volgens de bestaande normen is een dergelijke situatie feitelijk onmogelijk
14.30 Pauze
15.00 Veiligheid voor reizigers in spoor-, metrotunnels en
overkluizingen
Ir. Menso Molag, Coördinator veiligheid transportinfrastructuur,
TNO-MEP
Op dit moment worden in Nederland allerlei plannen ontwikkeld voor
nieuwe geboorde spoor- en metrotunnels en overbouwingen van
autosnelwegen en stationsemplacementen. Bij de overbouwingen van
autosnelwegen en stationsemplacementen moet het transport van alle
gevaarlijke stoffen mogelijk blijven. Hierdoor komen andere
veiligheidsaspecten aan de orde dan bij bestaande tunnels. In de
voordracht zal ingegaan worden hoe de veiligheid voor reizigers bij
deze projecten geëvalueerd kan worden en met welke maatregelen de
risico's beheersbaar blijven.
15.30 Praktijkcase
Integrale veiligheid in de gemeente Eindhoven
Drs. Rien van Asten, Senior projectmedewerker integrale veiligheid,
Gemeente Eindhoven
Momenteel wordt in Eindhoven de handhavingsaanpak van (potentieel)
risicovolle bedrijven geïntensiveerd. Enerzijds via scherpere
controles door multidisciplinair samengestelde teams, anderzijds wordt
een methode ontwikkeld om het risico-niveau van bedrijven tijdig vast
te stellen en daarop gebaseerd te komen tot een programmatische
(cyclische) aanpak. Voorts wordt de aanpak van de risicovolle
bedrijven ingebed in de algehele integrale aanpak van
veiligheidsvraagstukken. Daartoe wordt thans een instrument ontwikkeld
(en in de praktijk getoetst en toegepast), primair voor het analyseren
van veiligheidsproblemen en voorts als eerste handgreep om, samen met
betrokken partners, de te treffen maatregelen in beeld te brengen.
16.30 Afsluiting
Aanmelding
U kunt zich aanmelden door het daarvoor bestemde aanmeldingsformulier in te vullen en te e-mailen. Twee weken voor aanvang van het congres ontvangt u van ons een bewijs van inschrijving en een routebeschrijving.
Kosten
De kosten voor deelname aan dit congres bedragen 450,-/ f 991,67 (excl. BTW) per persoon. Bij deze prijs zijn koffie/thee, lunch en uitgebreide congresdocumentatie inbegrepen.
Verhinderd?
Als u zich reeds heeft ingeschreven en u bent door omstandigheden alsnog verhinderd, dan is uw eventuele vervanger van harte welkom. Tot twee weken voor datum kunt u kosteloos annuleren. Bij annulering binnen twee weken voor aanvang van het congres, wordt het volledige bedrag in rekening gebracht. De documentatie wordt u dan automatisch toegezonden.