Evaluatie coffeeshopbeleid
Het aantal coffeeshops is vergeleken met 1999 met vier procent
gedaald. Enkele jaren na het verhogen van de leeftijdsgrens voor
toegang tot een coffeeshop van 16 naar 18 jaar is het cannabisgebruik
onder minderjarigen gestabiliseerd. Deze maatregel heeft niet geleid
tot toename van het harddrugsgebruik door minderjarigen; iets waarvoor
gevreesd werd. Het verlagen van de toegestane verkoophoeveelheid van
30 gram naar 5 gram heeft geen invloed gehad op de omvang van het
drugstoerisme.
Dit blijkt uit het rapport 'Coffeeshops in Nederland'; een
tweejaarlijkse telling van het aantal coffeeshops en uit het
evaluatierapport 'Coffeeshops, jeugd en toerisme'. Minister Korthals
heeft beide rapporten naar de Tweede Kamer gestuurd.
Het onderzoek, uitgevoerd door de Universiteit van Amsterdam, heeft
zich gericht op de vraag wat de effecten zijn van de in 1996 door het
vorige kabinet aangescherpte AHOJ-G criteria: niet Afficheren, geen
Harddrugs, geen Overlast, geen Jeugd en geen Grote hoeveelheden. Er is
vooral gekeken naar de handhaving, naleving en effecten van de
verlaging van de maximale verkoophoeveelheid cannabis van 30 naar 5
gram en naar de handhaving, naleving en effecten van de verhoging van
de toegangsleeftijd van 16 naar 18 jaar.
Het onderzoek heeft zich gericht op 20 gemeenten, waaronder zes
grensgemeenten, verspreid over het land. Samen vormen zij een goede
afspiegeling van gemeenten met coffeeshops Er is daarbij gekeken naar
zowel de aanbodzijde (coffeeshops) als de vraagzijde (consumenten). Er
zijn telefonische interviews afgenomen bij de handhavers en zijn
klantentellingen gedaan in coffeeshops. Daarnaast zijn 242 interviews
afgenomen bij drugstoeristen en is coffeeshoppersoneel geïnterviewd.
De belangrijkste resultaten en conclusies zijn:
* de invoering van de vijfgramsnorm heeft niet geleid tot een
vermindering van het aantal drugstoeristen. Het aantal
pendelbewegingen is echter wel toegenomen. Zij wijken niet uit
naar andere verkooppunten dan de gedoogde coffeeshops.
* het cannabisgebruik onder minderjarigen is gestabiliseerd. Zij
kopen cannabis vaker buiten de coffeeshops via vrienden en
kennissen. Deze verplaatsing van de markt op gebruikersniveau
onder minderjarigen heeft niet geleid tot de gevreesde verhoging
van het harddrugsgebruik door deze groep. Het harddruggebruik door
minderjarigen is sinds de verhoging van de leeftijdgrens naar 18
jaar (1996) afgenomen.
Aantal coffeeshops
Het rapport "Coffeeshops in Nederland" betreft de periodieke meting
van het aantal gedoogde shops in Nederland en is onderdeel van het
Justitie-deel van de Nationale Drugmonitor. Het onderzoek is
uitgevoerd door Intraval. De meting is verricht via een telefonische
enquete bij alle 538 gemeenten in de periode november 2000 - mei 2001.
Waren er in 1999 in 105 gemeenten 846 gedoogde coffeeshops, bij de
laatste meting waren er in 103 gemeenten samen 813 shops; een daling
van 4%.
Reactie minister
Volgens minister Korthals zijn de uitkomsten van het onderzoek
'Coffeeshops, jeugd & toerisme' niet eenduidig. Enerzijds heeft de
verhoging van de leeftijd waarop een bezoek aan een coffeeshop is
toegestaan geen significant effect gehad. Het cannabisgebruik onder
jongeren is gestabiliseerd. Daarentegen is de verkoop via gedoogde
coffeeshops in de onderzochte periode aanmerkelijk gestegen. De
verlaging van de toegestane verkoophoeveelheid van 30 naar 5 gram per
transactie heeft niet geleid tot een daling van het aantal
drugstoeristen. Een verklaring daarvoor is niet direct voorhanden.
Mogelijk is het in werking treden van het Schengenverdrag en daarmee
het wegvallen van de controle aan de binnengrenzen debet aan deze
ontwikkeling.
De minister is voornemens om in het eerstkomende overleg met de
korpsbeheerders de overlast van het drugstoerisme, de problematiek van
de illegale verkooppunten en de positieve ervaringen die tot nu toe
opgedaan zijn met het project-Hector in Venlo aan de orde te stellen.
Wat het onderzoek 'Coffeeshops in Nederland' betreft is gekozen voor
een eenduidige meetcriterium: slechts de gedoogde verkooppunten zijn
geteld. Geconcludeerd moet worden dat - in overeenstemming met de
doelstelling van de Drugsnota uit 1995 - onder die gedoogde
coffeeshops een verdere sanering heeft plaatsgevonden. Minister
Korthals wil bij gelegenheid van een volgende telling van coffeeshops
met de onderzoekers bespreken of en in hoeverre er een betere methode
kan worden ontwikkeld voor de telling van niet gedoogde verkooppunten,
opdat hierdoor de ontwikkelingen in de wel en niet gedoogde sectoren
in de gaten kan worden gehouden.
Voor vragen of commentaar met betrekking tot de inhoud van deze
pagina's kunt u terecht bij de Directie Voorlichting van Justitie,
telefoon: (070) - 3706850,
email: voorlichting@best-dep.minjust.nl,
fax: (070) - 3707594
Laatst gewijzigd: 04-10-2001