Partij van de Arbeid

Den Haag, 3 oktober 2001

BIJDRAGE VAN MARJA WAGENAAR (PvdA) AAN HET PLENAIR DEBAT OVER DE CAFÉBRAND IN VOLENDAM

1. Zorg voor slachtoffers

De nieuwjaarsnacht is een moment waarop veel mensen vrolijk naar de toekomst kijken. Maar van die toekomst werden velen in Volendam in diezelfde nacht op wrede en abrupte wijze afgesneden. Kinderen werden uit het leven weggerukt of voor altijd verminkt. Dit debat moet om te beginnen gaan over de zorg voor deze kinderen, hun ouders, familie, klasgenoten en andere dierbaren.

De gruwelijke gebeurtenis heeft velen wakker geschud. Ook omdat het rapport VAN DE Commissie-Alders concludeert dat brandonveilige situaties zich op heel veel plekken voordoen. Dit debat moet dus ook de zorg voor veiligheid boven aan de politieke agenda houden. Veiligheid is een onderwerp dat geen compromissen duldt. Dat vraagt om een directe en snelle aanpak. Zonder aarzelen en compromisloos. Glashelder en glashard.

Dit debat is ook de plek om waardering te uiten voor de inzet van talloze individuele hulpverleners. Professioneel en vrijwillig. Een inzet die velen nog steeds plegen en die ook in de toekomst nog nodig is. Alles moet in het werk worden gesteld om te zorgen dat de kinderen van Volendam hun toekomst weer zelf vorm kunnen geven.

2. Vertrouwen

Het terugwinnen van vertrouwen moet hoog op de politieke agenda staan. Uit een enquête van TV-Noord-Holland bleek vorige week dat 60% van de mensen in Edam-Volendam geen vertrouwen heeft in de lokale politiek. Dat vertrouwen kan uiteindelijk alleen worden teruggewonnen door concrete zichtbare maatregelen. Veiligheid en handhaving daarvan moeten voorop staan in het openbaar bestuur. In Volendam en elders. Zo heeft de brandweer op de Veluwe onlangs vastgesteld dat driekwart van de scholen niet brandveilig is en eigenlijk geen gebruiksvergunning zou mogen hebben (Apeldoornse Courant).

We moeten zorgen dat burgers gaan merken dat aan dat soort situaties iets wordt gedaan. Burgers zitten niet te wachten op mooi gepraat over mooie plannen. De PvdA onderschrijft dan ook het motto van de Commissie-Alders. Niet praten, maar doen.

Daarvoor is een gevoel van urgentie nodig. Het kabinet noemt het een cultuuromslag. Radicalisering is een beter woord als het gaat om het politiek-bestuurlijk opereren ten aanzien van veiligheid. Het kabinetsstandpunt stelt in dat opzicht teleur. Was het niet ook deze staatssecretaris die zei dat de poldercultuur niet geschikt was om veiligheidsvraagstukken op te lossen? Maar de duidelijkheid die bestuurders zullen moeten betrachten ten opzichte van bedrijven en burgers, zullen ze ook moeten hebben ten opzichte van elkaar. Uit het kabinetsstandpunt ademt veel te veel de onderlinge overleg- en praatcultuur van bestuurlijk Nederland. Er wordt wat afgepraat. En helaas daardoor nog steeds te lang gewacht met maatregelen. Een dieptepunt vormt wat de PvdA betreft het feit dat we voor besluitvorming over de bestuurlijke aansturing van de veiligheidsregio's zullen moeten wachten tot 2006. Dat is veel te lang. Ik kom daar straks nog op terug,

De duidelijkheid die besturen zullen moeten betrachten ten opzichte van bedrijven en burgers, zullen ze ook moeten gaan hebben ten opzichte van elkaar. Ook daar geldt: niet blijven praten, maar doen. Overleggen is mooi, maar het mag geen doel op zich worden. Zo is in het Oosting-debat van onze kant om duidelijkheid gevraagd als het ging om te nemen maatregelen: tempo, financiering en verantwoordelijke overheid zullen bij alle maatregelen moeten worden aangegeven. We wachten er nog op. Wanneer komt het?

Rampen zul je nooit helemaal kunnen voorkomen. Maar door als overheid permanent te willen leren kun je er wel veel meer doen. Dat geldt bijvoorbeeld voor het tegengaan van de verkokering die bijvoorbeeld ook in de afstemming tussen de brandweer op gemeentelijk niveau en de provinciale milieudiensten blijkt te spelen. In het Oosting-debat zijn ons concrete maatstaven toegezegd om het tegengaan van verkokering te meten. Waar blijven die?

Alders heeft een prachtig actieprogramma brandveiligheid neergelegd. Het enige dat nog moet worden ingevuld is tempo en financiering. Wanneer gebeurt dat? Dat moet snel gebeuren, anders wordt het te vrijblijvend.

3. Verantwoordelijkheden

Dit debat gaat over de rol van de rijksoverheid. We moeten niet op de stoel van de gemeenteraad van Edam-Volendam gaan zitten. Wel past de constatering dat deze gemeente zijn verantwoordelijkheid voor de veiligheid van burgers niet heeft waar gemaakt. Voor een deel is dat te wijten aan de specifieke Volendamse bestuurscultuur. Willens en wetens heeft men een onveilige situatie voort laten bestaan. Het is wrang te moeten constateren dat het Volendamse bestuur in feite te dicht bij haar burgers stond. En belangenbehartiging van bijvoorbeeld individuele ondernemers liet prevaleren boven het algemeen belang.

Voor een deel had dat wat in Volendam was gebeurd ook elders kunnen gebeuren. Geen gemeente kan het zich nu nog permitteren om achterover te blijven zitten.

Maar bovenal treft de betrokken ondernemer blaam. Want ook al verwaarloost een overheid haar controlerende en handhavende taak, dan nog is dat geen reden voor welke ondernemer dan ook om zich niet aan de regels te houden. Ook ondernemers dragen een verantwoordelijkheid jegens het publieke belang, de publieke veiligheid. Geen brandtrap bouwen, terwijl je nota bene een eigen bouwbedrijf bezit. Daar kun je met je gezond verstand niet bij. De vraag is dan ook gerechtvaardigd - en dat is een vraag aan het Kabinet - of de maximale strafmaat van 12 maanden bij brand door schuld met de dood als gevolg in dit soort situaties wel voldoet aan de eis van proportionaliteit. Zoveel doden, zoveel leed. Wat de PvdA betreft, moet onderzocht of de strafmaat in dit soort gevallen niet omhoog moet. En of er geen cumulatiebepaling moet komen. Ondernemers die bewust fouten maken moeten daarop ten volle kunnen worden aangesproken. Ook juridisch.

In de toekomst zullen alle partijen hun verantwoordelijkheid ten aanzien van veiligheid moeten waarmaken: rijksoverheid, provincies en gemeenten. Maar ook ondernemers en burgers. Als de regels duidelijk zijn moet iedereen zich daar aan houden. Als we weten dat er onveilige situaties kunnen ontstaan moet iedereen daar alert op zijn. Soms wordt er daarbij ook wel eens te gemakkelijk naar de overheid gekeken. Als je naar een dansfeest gaat, kun je ook zelf een vestje en een regenjas meenemen. En laten we ons met zijn allen realiseren dat veiligheid ook betekent dat soms dingen doodgewoon minder leuk zullen zijn, omdat niet meer alles kan en niet meer alles mag.

4. Rampenbestrijding

Leden van de Tweede Kamer en de betrokken staatssecretaris hebben in het verleden regelmatig tegenover elkaar gestaan bij de inzet voor de rampenbestrijding. De PvdA heeft daarbij altijd ingestoken op meer tempo en meer geld. Pas in het debat over Oosting zijn onze wegen weer bij elkaar gekomen. We trekken ook graag samen verder op. Maar dan moet het tempo er wel inblijven. Over het geld kom ik straks nog te spreken. Eerst een aantal andere punten.


* Onafhankelijk onderzoek.

Anders dan in Enschede hebben hier weer twee onderzoeken plaats gevonden. Waarom heeft de staatssecretaris dat op zijn beloop gelaten? Het was aan hem geweest om dat bij elkaar te brengen en over te gaan tot een gezamenlijk opdrachtgeverschap van gemeente, provincie en Rijk. Ook de rol van de inspecties vereist toelichting. Wederom hebben ze hun eigen werk zitten te controleren. De vraag is dan ook waar de versterking van de IBR (Inspectie Brandweer en Rampenbestrijding) toe moet leiden: meer toezicht of meer onderzoek? Onze voorkeur gaat uit naar toezicht; onderzoek moet in beginsel ondergebracht bij de nieuwe onderzoeksraad.


* Veiligheidsregio's

In 2003 moeten de 25 veiligheidsregio's (politie, brandweer en ambulances) zijn gerealiseerd met een geïntegreerde meldkamer en een communicatiesysteem (C2000). De wijze waarop de bestuurlijke aansturing van deze regio's moet gaan plaats vinden wordt echter op de lange baan geschoven. Pas volgend jaar komt er een adviesaanvraag aan de ROB (Raad voor het Openbaar Bestuur) wat pas in 2006 (dus niet de komende, maar de daaropvolgende kabinetsperiode) tot implementatie zou kunnen leiden. Dat is niet de komende, maar de daaropvolgende kabinetsperiode. Dat duurt veel te lang. Voor de aansturing van de brandweer zal eenzelfde model als bij de politie moeten worden gevolgd. Het moet nu gaan over professionaliteit en niet over poppetjes en posities.

De ambulances vormen een zorgenkind in deze discussie. In ieder geval is de PvdA van mening dat daar zeker moet worden gesteld dat de aansturing in publieke handen blijft.


* Rol Cdk's (Commissarissen der Koningin)

Al bij de bespreking van de nota De veiligheidsketen gesmeed in april 2000 is door de Kamer duidelijk aangegeven dat de Cdk's een actieve toezichthoudende rol moeten gaan vervullen als het gaat om het opstellen van rampenplannen door gemeenten en het verplicht beoefenen daarvan. Toch bevindt dit voorstel zich nog steeds in het praatcircuit. Wat is er de afgelopen anderhalf jaar met dit dossier gebeurd? Welke actie heeft de staatssecretaris ondernomen sinds dat debat? En wanneer wordt het nu geregeld?


* Verplichting tot oefenen

Verplicht oefenen moet duidelijk worden vastgelegd. Daarbij zullen er criteria moeten komen waarop dat wordt beoordeeld.


* Veiligheidskeurmerk

De Veiligheidseffectrapportage (VER) komt er. Nu nog een veiligheidskeurmerk voor gebouwen waar veel mensen samenkomen (cafés, stations, scholen e.d.). Het Kabinet studeert er nog op en komt volgend jaar met een voorstel. Maar als je veiligheid zichtbaar wilt maken aan burgers, dan is dit een heel goed middel. Snelheid is dan ook geboden. Het keurmerk zou in ieder geval moeten aangeven: hoeveel mensen er binnen mogen, dat er jaarlijks wordt gecontroleerd en jaarlijks wordt geoefend. De VNG heeft aangegeven dat gebruiksvergunningen niet meer voor de eeuwigheid zouden moeten worden verstrekt, maar steeds voor een tijdelijke periode. Wellicht zouden veiligheidskeurmerk en tijdelijke gebruiksvergunning aan elkaar kunnen worden gekoppeld.


* Publieksvoorlichting

De aangekondigde publieksvoorlichtingscampagnes over brandveiligheid zitten ook nog in de studeerfase. Men is bezig naar specifieke doelgroepen te kijken. Het is belangrijk dat deze wel snel van start gaan, want nu zit Volendam nog bij veel mensen nog op het netvlies. Uitstel is een gemiste kans. Smeedt het ijzer als het heet is.


* Juridisering

De onderzoeken spreken elkaar tegen als het om juridisering gaat. Is het kabinet jurisprudentie bekend waarin genomen veiligheidsmaatregelen werden teruggedraaid door de rechter? Is dat het afgelopen jaar ook nog gebeurd, juist nu handhaving van veiligheid een meer prominente plek heeft gekregen? Zou het kabinet kunnen onderzoeken of het bestuursrecht met al zijn verplichtingen tot overleg wel geschikt is voor vraagstukken van openbare orde en veiligheid? Na Volendam heeft minister Korthals aangegeven dat de Wet economische delicten (WED) wellicht zou kunnen worden aangepast met betrekking tot de handhaving van veiligheid. Hoe staat het daarmee? Overigens mag de angst voor juridisering nooit een reden zijn om een onveilige situatie te gedogen.


* Financiën

Tijdens het Oosting-debat is eindelijk het benodigde geld voor het Project Versterking Brandweer door BZK beschikbaar gesteld. Met ik mag wel zeggen ongepaste trots wordt in het persbericht over de begroting BZK voor 2002 nu gesproken over een vertienvoudiging van het bedrag voor rampenbestrijding ten opzichten van het begin van de kabinetsperiode. Ook heeft de staatssecretaris in het Oosting-debat aangekondigd dat er een onderzoek komt naar het geld dat de komende jaren nodig is voor de veiligheidsversterking. Inmiddels wordt in de stukken alleen nog maar gesproken over een onderzoek naar de bedragen die de gemeenten inmiddels hebben uitgegeven. Dat is heel iets anders. We moeten ervoor waken dat er niet dezelfde demotiverende patstelling dreigt te ontstaan als de afgelopen jaren tussen het Rijk aan de ene kant en gemeenten en de Kamer aan de andere kant. Voor de formatie moet duidelijk zijn welk geld er de komende jaren nodig is. In de studie ook zou de vraag moeten worden meegenomen of de brandweer niet beter af is met een doeluitkering net als de politie. Dat heeft voors en tegens en die moeten tijdig op een rijtje gezet.


* Vrijwilligers

De vrijwilligers waar de brandweer op draait vragen speciale aandacht. Juist omdat van hen de komende jaren veel zal worden gevergd. De brandweer zal voor een deel haar aandacht moeten verleggen naar preventie vooraf in plaats van blussen achteraf. Op dit moment moeten 55-jarigen de vrijwillige brandweer verlaten. Kan deze grens niet worden losgelaten voor al diegenen die nog aan de fysieke vereisten voldoen?

Ook de vrijwilligers in het verenigingsleven vragen speciale aandacht. Ook zij worden nu net als ondernemers plotseling overvallen met strenge eisen ten aanzien van brandveiligheid. Maar anders dan je van professionele ondernemers mag verwachten ontbreekt bij hen vaak de specifieke deskundigheid. Daarvoor moet hulp aanwezig zijn. Liefst bij de lokale brandweer, maar anders in de vorm van bijvoorbeeld een helpdesk.

5. De medische keten

Het onderzoek van Alders laat zien dat de medische keten niet bijster goed heeft gefunctioneerd tijdens de bestrijding van de ramp. En dan druk ik me voorzichtig uit. Een aantal zaken moet beter geregeld.


* Het belangrijkste is dat ambulances en ziekenhuizen in de gelegenheid worden gesteld, ook financieel, om hun rol bij de bestrijding van rampen ook waar te kunnen maken. Daar is nog een ontzettende inhaalslag nodig.


* MMT's (mobiele medische teams) moeten voortaan 24 uur per dag beschikbaar zijn. Zijn daar nu afspraken over?


* En vindt er in Volendam ook lange termijn gezondheidsmonitoring plaats? Dat is wel nodig (les Bijlmer).


* Trauma-helicopters moeten altijd uit kunnen vliegen als zij nodig zijn. Milieuregels mogen dat nooit ofte nimmer in de weg staan. En als daar wetswijzigingen voor nodig zijn, zien wij graag initiatieven van het kabinet tegemoet.


* Zeer schrijnend was de wijze waarop sommige ouders op zoek moesten naar hun gewonde of overleden kinderen en de wijze waarop ze deze moesten identificeren. Door het kabinet zou bekeken worden of er een nieuw protocol moest komen of dat bestaande protocollen zouden moeten worden aangepast. Is dat inmiddels gebeurd? En, wordt dat ook bekend gemaakt aan een ieder die daarmee moet gaan werken?

6. Schadevergoeding slachtoffers

Daarmee kom ik ook terug op de positie van slachtoffers. Het gaat om jonge mensen. Kinderen die nog op school zitten. Alles moet nu en later in het werk gesteld om te zorgen dat ze toch aan het werk kunnen. Scholing, herscholing, omscholing en reïntegratie vragen blijvende aandacht. Er is veel leed aangericht. Geld kan dat niet /wegnemen. Maar het mag ook niet zo zijn dat mensen ook nog eens financieel worden getroffen. Letselschade moet worden vergoed. En tegemoetkomingen moeten niet van bestaande uitkeringen worden afgetrokken. Gisteren is ons daarover een petitie aangeboden. Binnenkort wordt een commissie ingesteld die dit soort vraagstukken ten principale gaat bekijken. In Enschede is een voorziening getroffen voor letselschade, zo is onlangs bekend geworden. De PvdA zou het zeer op prijs stellen indien de staatssecretaris ook hier een dergelijke voorziening voor letselschade soortgelijk aan die in Enschede tot stand zou willen brengen. Uiteraard in samenspraak met betrokkenen. Uiteraard mag de betrokken ondernemer ook financieel niet vrijuit gaan. Integendeel. Maar als het even kan moeten slachtoffers jarenlange juridische procedures - met de mogelijkheid van een heilloze uitkomst bespaard blijven. Aan u dan ook de vraag om dit te initiëren, te coördineren en te realiseren. De toekomst van de kinderen van Volendam zal er na deze nieuwjaarsnacht nooit meer zorgeloos uitzien. Een beetje hulp kunnen ze op dit punt dan ook wel gebruiken.