Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

.pbtitle { font-family : Arial, Helvetica, sans-serif; font-size : small; font-weight : bold; background : #FFFFFF; } .pbtekst { font-family : "Times New Roman", Times, serif; font-size : small; background : #FFFFFF; } .pbid { font-family : "Times New Roman", Times, serif; font-size : small; background : #FFFFFF; margin : 5; } TD { font-family : "Times New Roman", Times, serif; font-size : x-small; background : #FAFAFA; margin : 5 ; } .pbpage { background : #FFFFFF; } .pbbar { background : #FF0000; }

Ministerie van Sociale Zaken en WerkgMinisterie van Directie Sociale Zaken Voorlichting, en Bibliotheek Werkgelegenheid en Documentatie

2 oktober 2001 Nr. 01/161

Bouw brengt aantal klachten fysieke belasting met 10% terug

Het aantal gezondheidsklachten aan de rug, armen en benen moet in oktober 2004 met 10 procent zijn gedaald voor die beroepsgroepen in de bouw die op dit punt aan een verhoogd risico zijn blootgesteld, zoals bijvoorbeeld metselaars, steigerbouwers en dakdekkers. Het gaat hier om 186.000 werknemers. Dit blijkt uit het arboconvenant bouw dat vandaag is gesloten. Het convenant heeft tot doel om de fysieke belasting, de werkdruk en de blootstelling aan kwarts en oplosmiddelen in de bouw te verminderen. Hiermee worden de belangrijkste oorzaken voor ziekteverzuim en WAO-instroom in deze sector aangepakt.

Het convenant is ondertekend door staatssecretaris Hoogervorst van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.C. Brinkman van het Algemeen Verbond Bouwbedrijf, R. de Vries van FNV Bouw en D. van de Kamp van de Hout- en Bouwbond CNV. Het convenant heeft een looptijd van vier jaar. De totale kosten van de uitvoering van het convenant bedragen 16 miljoen gulden. Staatssecretaris Hoogervorst stelt de helft van dit bedrag beschikbaar; de andere helft wordt opgebracht door de sector. In de bouw zijn in totaal ongeveer 226.000 mensen werkzaam.

Om de daling van het aantal klachten over fysieke belasting te bereiken, is overeengekomen dat bouwvakkers per 1 januari 2002 maximaal 25 kilo tegelijk met de hand mogen tillen. Daarnaast zijn normen overeengekomen voor het veilig omgaan met onder meer betonstaal en bestratingsmaterialen. Ook het werken onder speciale omstandigheden (zoals op hellende daken) krijgt extra aandacht. Handmatig tillen zou overigens zoveel mogelijk moeten worden vermeden. Om het gebruik van mechanische hulpmiddelen bij tillen te bevorderen, wordt onder andere een leaseregeling voor deze hulpmiddelen ontwikkeld. Met deze regeling kunnen bedrijven zonder risico een nieuw hulpmiddel uittesten.

Voorts zal de blootstelling aan kwarts in de bouw moeten verminderen van maximaal 0,15 milligram per kubieke meter naar maximaal 0,075 milligram per kubieke meter. Hiervoor is in het convenant vastgelegd hoe bij diverse werkzaamheden met kwarts moet worden omgegaan. De beleidsregel wordt in fases ingevoerd; het eerste deel is al sinds 1 januari 2001 van kracht. Behalve de convenantspartijen committeren ook acht andere partijen zich aan de afspraken die over kwarts gemaakt zijn. Het gaat om branches waar eveneens met kwarts wordt gewerkt, zoals sloopaannemers en betonboorbedrijven.

Ook is in het convenant vastgelegd dat de werkdruk voor werknemers in de bouw die op dit punt meer risico lopen in 2004 met 10 procent moet zijn gedaald. Met name stafpersoneel heeft te maken met werkdruk. Hiertoe wordt onder andere in een 'pilot' bij dertig bouwbedrijven nagegaan op welke manier werkdruk effectief kan worden bestreden. De bedrijven worden hierbij begeleid door deskundigen op het gebied van werkdruk, bouwprocessen en veranderingstrajecten. Daarnaast is een enquête ontwikkeld aan de hand waarvan bedrijven kunnen nagaan hoe hoog de werkdruk in het eigen bedrijf is.

Aan het eind van de convenantsperiode moet ook de blootstelling aan oplosmiddelen door het gebruik van vervangingsmiddelen aanzienlijk zijn gedaald. Om een beeld te krijgen van het gebruik van oplosmiddelen in de bouw, wordt eerst onderzocht welke beroepsgroepen met oplosmiddelen te maken hebben en met welke producten wordt gewerkt. Aan de hand van de resultaten hiervan wordt nagegaan welke vervangingsmogelijkheden er zijn.

Tot slot moet de kennis worden vergroot over de mogelijkheden om de vier belangrijkste arbeidsrisico's in de branche te voorkomen. Aan het eind van de convenantsperiode moet 90 procent van de werkgevers en werknemers weten wat fysieke belasting, kwarts en oplosmiddelen zijn en hoe blootstelling hieraan voorkomen kan worden. Voor werkdruk moet 80 procent van de werkgevers en werknemers weten hoe werkdruk kan worden tegengaan. Om dit te bereiken is een voorlichtingscampagne van start gegaan, waarin het belang van veilig en gezond werken wordt benadrukt. Ook worden ex-werknemers uit de bouw die in de WAO terecht zijn gekomen als voorlichters ingezet, om hun oud-collega's te wijzen op arbeidsrisico's.


---
Dit is een gezamenlijk persbericht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, het Algemeen Verbond Bouwbedrijf, FNV Bouw en de Hout- en Bouwbond CNV.

Meer informatie is te verkrijgen bij:
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Sabine Jimkes 070-333 4967 Algemeen Verbond Bouwbedrijf, Paul Wouters, 070-3286213 FNV Bouw, Jan Bos 0348-575605 of 06-51205321
Hout- en Bouwbond CNV, Johan Slok 030-6597769 of 06-53642713

Samenvatting