Centrum voor Arbeidsverhoudingen

SZW
Convenant Arbeidsomstandigheden kinderopvang

De Staatssecretaris van Sociale Zaken ren een risico inhouden voor gezond-          het Convenant Arbeidsmarkt Welzijn
en Werkgelegenheid, drs. J.F.              heidsklachten;                           en Jeugdhulpverlening hebben geslo-
Hoogervorst, en de Staatssecretaris        ­ het streven erop gericht is de         ten, waarin de verbetering van de
van Volksgezondheid, Welzijn en            arbeidsomstandigheden van de werk-       arbeidsomstandigheden en het voor-
Sport, M. Vliegenthart, beiden hande- nemers op een zodanig niveau te               komen van ziekteverzuim en invalide-
lend als bestuursorgaan, en                brengen, dat de risico's van de fysieke ring een van de speerpunten is;

1. VOG, Ondernemersorganisatie belasting tot een minimum worden voor welzijn, hulpverlening en opvang teruggebracht door: tevens in aanmerking nemend dat:
2. ABVAKABO FNV, vakbond aan- * het zodanig laten inrichten van ­ de organisaties en de gesloten bij de FNV werkplekken dat ongunstige werk- Staatssecretaris van Sociale Zaken en
3. CFO, CNV-bond voor Overheid, houdingen worden voorkomen, Werkgelegenheid op 11 december Zorgsector en Verzelfstandigde * het laten aanbrengen van voorzie- 1997 een eerste Brancheovereenkomst Overheidsinstellingen, ningen in de werksituatie die de Kinderopvang hebben gesloten, waar- hierna te noemen: de organisaties; zwaarte en de frequentie van het til- in onder meer werd vastgelegd dat de len en bukken reduceren, organisaties zich verplichten gemeen- verder te noemen: partijen; * het doen organiseren van voorlich- schappelijk gedragen normen te ont- ting, onderricht en instructie voor wikkelen voor de inrichting van kin- Overwegende dat: werkgevers en werknemers; derdagverblijven, voor zover dit een ­ de Arbeidsomstandighedenwet (Stb. ­ met deze maatregelen tevens kan relatie heeft met de frequentie van til- 1999, 184) in artikel 3 algemene bepa- worden bevorderd dat werknemers len en bukken en door de werkne- lingen bevat omtrent de zorg van de die ziek of arbeidsongeschikt zijn mers te hanteren werkmethoden; werkgever voor de arbeidsomstandig- geworden ten gevolge van een te ­ de organisaties hebben voldaan aan heden; grote fysieke belasting, het werk kun- deze verplichting door de normen die ­ het Arbeidsomstandighedenbesluit nen hervatten; zij hebben ontwikkeld in het project (Stb. 1997, 60) in hoofdstuk 5 alge- ­ de Staatssecretaris van Sociale `Ergonomie in de Kinderopvang' op mene doelbepalingen bevat met Zaken en Werkgelegenheid belang 25 januari 1999 schriftelijk aan de betrekking tot het handmatig hante- heeft bij de verbetering van de Arbeidsinspectie aan te bieden mid- ren van lasten met gevaar voor met arbeidsomstandigheden in de sector dels de publikatie `Ergonomische nor- name rugletsel voor werknemers; vanwege zijn verantwoordelijkheid men en aanbevelingen voor de inrich- ­ de werkgever op grond van deze voor goede arbeidsomstandigheden ting van kindercentra' van december wet onder meer verplicht is om reke- en voor de beheersing van de kosten 1998; ning te houden met de persoonlijke van de sociale zekerheid; ­ de Staatssecretaris van Sociale eigenschappen van de werknemer, ­ de Staatssecretaris van Zaken en Werkgelegenheid deze nor- waaronder lichamelijke en geestelijke Volksgezondheid, Welzijn en Sport men beschouwt als een weergave van gesteldheid, in relatie tot de werkom- belang heeft bij de verbetering van de de stand van de kennis op het gebied standigheden; arbeidsomstandigheden in de sector van de ergonomie in de kinderop- ­ de werkgever op grond van dit vanwege haar verantwoordelijkheid vang; besluit onder meer verplicht is de voor de kinderopvang; ­ de organisaties het standpunt inne- arbeid zodanig te organiseren en de ­ het kabinet samen met de leden van men dat de normen een goed uit- arbeidsplaats zodanig in te richten de Stichting van de Arbeid, op gangspunt zijn voor individuele werk- dat de fysieke belasting van de werk- 3 december 1998 een gemeenschappe- gevers voor het realiseren van goede nemer geen gevaren met zich kan lijke verklaring heeft ondertekend, arbeidsomstandigheden, brengen voor de veiligheid en de waarin zij convenanten als belangrijk gezondheid van die werknemer; instrument voor de preventie van ern- Komen overeen: ­ de werkgevers in de kinderopvang stige arbeidsrisico's ondersteunen; op grond van artikel 4 van de ­ de basis en verantwoording voor Definitie Arbeidsomstandighedenwet verplicht het afsluiten van deze convenanten is zijn een risico-inventarisatie en -eva- neergelegd in de nota Artikel 1 luatie op te stellen en dat zij met `Arboconvenanten nieuwe stijl: 1. Kinderdagverblijf1: Een voorzie- ingang van 1 januari 1998 verplicht beleidsstrategie voor de komende vier ning, ingericht ten behoeve van de zijn zich te laten ondersteunen door jaar (1999-2002)'; opvang van kinderen in de leeftijd een gecertificeerde arbodienst; ­ de werkgevers- en werknemersorga- van 0­13 jaar, waar een of meer van ­ op basis van de thans beschikbare nisaties, de de navolgende sub a, b, c en d kennis van de arbeidsbelasting van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie en de omschreven vormen van kinderop- werknemers in de kinderopvang Staatssecretaris van Volksgezondheid, vang plaatsvinden: bekend is dat fysieke belastingsfacto- Welzijn en Sport op 10 maart 1999 a. Hele dagopvang: opvang geduren-

Uit: Staatscourant 28 september 2001, nr. 188 / pag. 17 1



de de dag van kinderen in de leeftijd over fysieke belasting bij peuterspeel- aandacht besteden aan de voorlich- van 0­4 jaar, welke opvang geduren- zalen. ting en instructie van de werknemers. de ten minste 5 dagen per week als- 2. Op instigatie van de organisaties 2. De organisaties zullen bevorderen mede 7 aaneengesloten uren per dag zal vóór 1 april 2000 een onderzoek dat door de kinderdagverblijven ter- plaatsvindt; worden uitgevoerd naar de toepas- zake deskundige diensten worden b. Halve dagopvang: opvang gedu- baarheid en zo nodig aanpassing van betrokken bij de implementatie van rende de dag van kinderen in de leef- de normen voor peuterspeelzalen. de normen en bij de voorlichting en tijd van 0­4 jaar, welke opvang gedu- 3. Op basis van de resultaten van dit instructie van de werknemers. De rende ten minste 5 dagen per week onderzoek zullen door partijen organisaties zullen onder meer afspra- alsmede 4 aaneengesloten uren per afspraken gemaakt worden over de ken maken met de arbodiensten om dag plaatsvindt; implementatie en handhaving van de te bereiken dat deze de kinderdagver- c. Buitenschoolse opvang: opvang normen, voortgekomen uit het onder- blijven hiertoe actief benaderen. van schoolgaande kinderen in de leef- zoek als bedoeld in lid 2, in de peu- 3. De organisaties zullen tevens voor- tijd van 4­13 jaar vóór, tussen en na terspeelzalen. zieningen treffen om de kinderdagver- de dagelijkse schooltijd, alsmede blijven te ondersteunen bij het nemen gedurende de vrije (mid)dagen en Voortgang van beslissingen over de aankoop van vakanties; meubilair. Zij voeren onderling over- d. Naschoolse opvang: opvang van Artikel 4 leg over deze voorzieningen teneinde schoolgaande kinderen in de leeftijd 1. Zo spoedig mogelijk na aanvang deze gezamenlijk uit te voeren of van 4­13 jaar na de dagelijkse school- van het convenant wordt een onder- anders tenminste zoveel mogelijk op tijd, alsmede gedurende de vrije zoek ingesteld (nulmeting) naar de elkaar af te stemmen. (mid)dagen en vakanties. actuele stand van zaken met betrek- 2. Peuterspeelzaal2: Een voorziening, king tot de implementatie van de nor- Toezicht primair gericht op het bieden van men in de kinderdagverblijven. Op speel- en/of aanvullende ontwikke- basis van de resultaten hiervan zullen Artikel 6 lingsmogelijkheden alsmede verzor- door de begeleidingscommissie streef- 1. Het Ministerie van Sociale Zaken ging aan kinderen in de leeftijd van 2 doelen worden gesteld waarin voor en Werkgelegenheid toetst de normen jaar tot aan het moment waarop zij elk convenantsjaar wordt vastgelegd aan de Arbeidsomstandighedenwet en basisonderwijs kunnen volgen, gedu- welk percentage van de kinderdagver- de daarop gebaseerde besluiten en rende minder dan 4 opeenvolgende blijven aan het eind van dat jaar de regelingen. Voor zover bedoelde nor- uren per dag. normen zal hebben geïmplementeerd. men binnen deze wettelijke kaders 3. Normen: de normen en richtlijnen Aan het einde van de convenantpe- vallen en ook overigens in overeen- voor fysieke belasting, zoals vastge- riode zullen alle kinderdagverblijven stemming zijn met de verantwoorde- legd in de brochure `Ergonomie in de de normen hebben geïmplementeerd. lijkheid van het ministerie voor het kinderopvang', uitgegeven door het 2. Anderhalf jaar na de nulmeting en toezicht op de naleving van de regel- AWO-fonds Zorg en Welzijn te een half jaar voor het einde van de geving, worden die normen vastge- Houten, juli 1999. looptijd van het convenant zal een legd in een beleidsregel. Over de
4. Begeleidingscommissie: een com- onafhankelijk onderzoekbureau een beleidsregel wordt overleg gevoerd in missie, bestaande uit vertegenwoordi- monitoronderzoek instellen (tussen- de begeleidingscommissie. De beleids- gers van partijen, zoals bedoeld in meting en eindmeting) naar de voort- regel, die als grondslag dient voor de artikel 7. gang van de implementatie van de handhaving van de regelgeving door normen. De opzet en de resultaten de Arbeidsinspectie, wordt uiterlijk Normen, plan van aanpak van dit onderzoek zullen worden een half jaar na aanvang van het con- besproken in de begeleidingscommis- venant vastgesteld en gepubliceerd in Artikel 2 sie. Wanneer de voortgang van de de Staatscourant en treedt in werking
1. De organisaties voeren een gericht implementatie aanmerkelijk achter- op een nader in de beleidsregel te beleid met betrekking tot fysieke blijft bij de op grond van lid 1 gestel- bepalen datum. belasting van werknemers. De organi- de streefdoelen, zal de begeleidings- 2. Bij de vaststelling van de inwer- saties bevorderen daartoe dat de kin- commissie zich beraden welke kingtredingsdatum van de beleidsregel derdagverblijven de normen in hun maatregelen noodzakelijk worden wordt uitgegaan van een gefaseerde arbeidsomstandighedenbeleid hante- geacht om de voortgang in lijn te invoering, met dien verstande dat de ren. brengen met het streefdoel, en bevor- beleidsregel voor kinderdagverblijven
2. De organisaties bevorderen dat de deren dat deze maatregelen worden die op het moment van de inwerking- kinderdagverblijven binnen een jaar uitgevoerd. treding reeds in gebruik zijn, eerst na aanvang van het convenant een van kracht is met ingang van 1 janu- plan van aanpak opstellen voor het Voorlichting en ondersteuning ari 2004. invoeren van de normen. 3. Het in lid 1 en 2 bepaalde laat Artikel 5 onverlet dat de Arbeidsinspectie in Artikel 3 1. De organisaties zullen zich inspan- alle gevallen en volgens de daarvoor
1. Partijen spreken de intentie uit om nen om de normen een brede bekend- geldende procedurevoorschriften zal het convenant binnen een jaar na heid te geven. Zij zullen bevorderen reageren op meldingen van klachten aanvang aan te vullen met afspraken dat de kinderdagverblijven voldoende of ongevallen en zal optreden bij con- statering van ernstige misstanden.

Uit: Staatscourant 28 september 2001, nr. 188 / pag. 17 2



4. De Arbeidsinspectie zal regelmatig, Wijziging of voortijdige beëindiging nant in werking treedt vervalt de in het kader van haar handhavingsbe- Brancheovereenkomst Kinderopvang leid, op basis van een steekproef, Artikel 9 van 11 december 1997. nagaan of de kinderdagverblijven die 1. Partijen zullen in overleg treden 3. Partijen zullen uiterlijk een jaar nog niet aan de normen voldoen, over de noodzaak van wijziging van voor het einde van de looptijd van dit beschikken over een plan van aan- dit convenant indien: convenant in overleg treden over een pak, gebaseerd op de wettelijk ver- ­ de verplichtingen uit dit convenant vervolg op dit convenant. plichte risicoinventarisatie en -evalu- niet worden nagekomen; atie, en gericht op het verbeteren van ­ er zich onvoorziene omstandighe- Den Haag, 20 december 1999. de arbeidsomstandigheden, in het bij- den voordoen (waaronder in elk geval De Staatssecretaris van Sociale Zaken zonder het verminderen van de fysie- begrepen wijzigingen in wet- en regel- en Werkgelegenheid, ke belasting. geving) die van dien aard zijn dat het J.F. Hoogervorst. convenant redelijkerwijs niet kan De Staatssecretaris van Overleg en evaluatie worden voortgezet; Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ­ door anderen dan partijen de wens M. Vliegenthart. Artikel 7 te kennen wordt gegeven om tot dit 1. VOG:
1. Partijen stellen bij aanvang van het convenant toe te treden; H.B. Entzinger, voorzitter. convenant een begeleidingscommissie 2. Partijen zullen in overleg treden 2. ABVAKABO: in, met als taak het aansturen en over aanvulling van dit convenant E.L. Snoey, lid dagelijks bestuur. begeleiden van de uitvoering van het met afspraken over peuterspeelzalen 3. CFO: convenant. wanneer het onderzoek als bedoeld in K. Kruithof, algemeen secretaris.
2. Elke partij wijst een lid en een artikel 3 is afgerond. plaatsvervangend lid aan van de 3. Partijen zullen in overleg treden 1 Uit: CAO Welzijnswerk 1999.
2 Uit: CAO Welzijnswerk 1999. begeleidingscommissie. over aanvulling van dit convenant
3. De begeleidingscommissie stelt een wanneer een ander onderwerp door Addendum bij convenant arbeidsom- plan van aanpak op voor de uitvoe- een van de partijen voorgedragen standigheden kinderopvang ring van het convenant en regelt wordt voor opname in het convenant. daarin tevens het secretariaat van de 4. Partijen komen in vergadering bij- De Staatssecretaris van Sociale Zaken commissie. een voor overleg als bedoeld in lid 1 en Werkgelegenheid, drs. J.F.
4. Gedurende de looptijd van het binnen zes weken nadat een van de Hoogervorst, en de Staatssecretaris convenant vergadert de begeleidings- partijen de wens daartoe schriftelijk van Volksgezondheid, Welzijn en commissie tenminste tweemaal per heeft kenbaar gemaakt. Indien het Sport, M. Vliegenthart, beiden hande- jaar, en verder zo vaak als nodig overleg niet binnen een termijn van lende als bestuursorgaan en als verte- wordt geacht. vier weken tot overeenstemming heeft genwoordiger van de Staat der
5. Partijen zullen de uitvoering en geleid, mag elke partij het convenant Nederlanden, werking van dit convenant in het schriftelijk opzeggen. Dit convenant en laatste jaar van de looptijd evalueren. is niet in rechte afdwingbaar. 1. VOG, Ondernemersorganisatie De begeleidingscommissie bepaalt de 5. Partijen kunnen unaniem besluiten voor welzijn, hulpverlening en wijze waarop deze evaluatie zal wor- de termijn van vier weken, genoemd opvang, rechtsgeldig vertegenwoor- den uitgevoerd. De resultaten van de in lid 3, te verlengen, tot een maxi- digd door de heer H.B. Entzinger, evaluatie worden neergelegd in een mum van twaalf weken. voorzitter; verslag. 2. ABVAKABO FNV, vakbond aan- Bekendmaking, inwerkingtreding en gesloten bij de FNV, rechtsgeldig ver- Financiering looptijd tegenwoordigd door mevrouw E.L. Snoey, lid van het dagelijks bestuur; Artikel 8 Artikel 10 3. CFO, CNV-bond voor Overheid,
1. Voor de uitvoering van activiteiten, 1. De tekst van dit convenant zal zo Zorgsector en Verzelfstandigde genoemd in artikel 3 van de spoedig mogelijk na ondertekening in Overheidsinstellingen, rechtsgeldig Subsidieregeling convenanten arbeids- de Staatscourant worden gepubli- vertegenwoordigd door de heer omstandigheden (Stcrt 1999, 187), ceerd. C.J.C.Timmer, penningmeester, draagt de Minister van Sociale Zaken 2. De afspraken, neergelegd in dit hierna te noemen: de organisaties; en Werkgelegenheid bij aan de kos- convenant, zullen zo spoedig mogelijk ten, met inachtneming van de in deze na ondertekening van het convenant Verder te noemen: partijen, regeling vastgelegde voorwaarden en door of namens de organisaties aan criteria. de kinderdagverblijven worden Overwegende dat:
2. Voor de uitvoering van de overige bekendgemaakt. * partijen op 20 december 1999 het activiteiten dragen de organisaties Convenant Arbeidsomstandigheden verantwoordelijkheid. Voor de finan- Artikel 11 Kinderopvang (hierna: het ciering van deze activiteiten kunnen 1. Dit convenant treedt in werking op Convenant) hebben gesloten; de organisaties onder meer gebruik de eerstvolgende werkdag na onderte- * partijen, blijkens artikel 3, leden 1 maken van beschikbare middelen kening door alle partijen en eindigt en 3, jo. artikel 9, lid 2, van het voor de kinderopvang via het AWO- op 1 januari 2004. Convenant, de intentie hebben uitge- fonds. 2. Op het moment waarop dit conve- sproken aanvullende afspraken te

Uit: Staatscourant 28 september 2001, nr. 188 / pag. 17 3



maken over fysieke belasting bij peu- Inwerkingtreding en looptijd Communicatie met het veld terspeelzalen; 1. Aankondigen dat peuterspeelzalen
* naar aanleiding van het onderzoek Artikel 4 onder het convenant gaan vallen naar fysieke belasting, bedoeld in Dit addendum, dat onlosmakelijk ­ Brief naar instellingen en leden artikel 3, lid 2, van het Convenant, onderdeel uitmaakt van het ­ Berichten in tijdschriften voor kin- tijdens de vergadering van de BBC Convenant, treedt in werking op deropvang van 27 september 2000 besloten is 1 juli 2001 en eindigt op 1 januari ­ Berichten in periodieken van de hiertoe over te gaan; 2004. sociale partners ­ Melding op reguliere bijeenkomsten Komen overeen dat het Convenant De Staatssecretaris van Sociale Zaken van sociale partners met hun achter- wordt aangevuld met de navolgende en Werkgelegenheid, ban afspraken: J.F. Hoogervorst. ­ Informeren van sleutelfiguren/orga- De Staatssecretaris van nisaties (LPP, arbodiensten, ...) Normen, Plan van Aanpak Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ­ Brief naar Vereniging M. Vliegenthart. KindVakkundig (leveranciers) Artikel 1 VOG, Ondernemersorganisatie voor 2. Ondertekening addendum
1. Voor peuterspeelzalen gelden de welzijn, hulpverlening en opvang ­ Verkondigingen in tijdschriften en normen en richtlijnen voor Fysieke rechtsgeldig vertegenwoordigd door: periodieken belasting, zoals vastgelegd in de bro- H.B. Entzinger. chure `Ergonomie in de peuterspeel- ABVAKABO, rechtsgeldig vertegen- Voorlichting en implementatie zalen', uitgegeven door de sectorfond- woordigd door: Afhankelijk van de noodzakelijke sen Zorg en Welzijn in Utrecht, juni E.L. Snoey. aanpassingen van de normen moet 2001. CFO, rechtsgeldig vertegenwoordigd besloten worden of voor peuterspeel-
2. Partijen verplichten zich uitvoering door: zalen speciale versies van de reeds te geven aan het Plan van Aanpak, C.J.C. Timmer ontwikkelde brochures moeten wor- dat onlosmakelijk deel uitmaakt van den gemaakt. Een implementatiepro- dit Addendum. Plan van aanpak ject, zoals dat gaat lopen in de kin- deropvang kan ook voor Rol Arbeidsinspectie Aanpassing van de ergonomie normen peuterspeelzalen opgezet worden. De bestaande ergonomie-normen Omdat peuterspeelzalen nog aan het Artikel 2 voor de kinderopvang moeten wor- begin van een professionaliseringspro-
1. Peuterspeelzalen die vóór 1 juni den aangepast aan de situatie in peu- ces staan, zullen extra middelen nodig 2001 in gebruik zijn genomen, dienen terspeelzalen. De inhoudelijke basis zijn voor voorlichting en het creëren met ingang van 1 januari 2005 te vol- voor de aanpassing vormt het onder- van draagvlak doen aan de `beleidsregel arbeidsom- zoek naar fysieke belasting in peuter- standighedenwetgeving 5.2 -2 Fysieke speelzalen dat in de loop van 2000 is Stimuleringsregeling voor de aanschaf belasting in kinderdagverblijven'. uitgevoerd. van meubilair Daartoe zal bedoelde thans bestaande Een belangrijke voorwaarde voor het beleidsregel (versie Besluit van 14 juli Monitoring terugdringen van fysieke belasting is 2000, Directie Het genoemde onderzoek geeft een een verantwoorde inrichting van de Arbeidsomstandigheden. Stcrt. 2000, goed beeld van de huidige stand van werkplek. Sociale partners zullen zich nr. 5) worden aangepast. zaken met betrekking tot fysieke inspannen om net zoals in de kinder-
2. Het in lid 1 bepaalde laat onverlet belasting in peuterspeelzalen. Dit opvang overheidsmiddelen beschik- dat de Arbeidsinspectie in alle geval- onderzoek kan als nulmeting baar te krijgen voor een stimulerings- len en volgens het daarvoor geldende beschouwd worden in een monito- regeling. Werkgevers kunnen dan handhavingsbeleid zal handhaven op ring-cyclus. Partijen hechten belang onder voorwaarden een tegemoetko- de bestaande wettelijke normen en zal aan het meten van de effecten van de ming ontvangen voor de aanschaf reageren op meldingen van klachten inspanningen, om zonodig het proces van ergonomisch meubilair. of ongevallen. Tevens zal de te kunnen bijsturen. Om die reden zal Arbeidsinspectie ten alle tijde optre- ook bij peuterspeelzalen een tussen- Aansluiten bij activiteiten voor de kin- den bij constatering van misstanden. en eindmeting gehouden worden. deropvang Wanneer de einddatum van het Voor de uitvoering van het adden- Toepasselijkheid Convenant addendum gelijk valt met die van het dum voor peuterspeelzalen kan convenant voor de kinderopvang, gedeeltelijk worden aangesloten bij de Artikel 3 kunnen de onderzoeken voor deze activiteiten die voor de kinderopvang Het bepaalde in het Convenant is van sectoren geïntegreerd worden. gepland staan (deze moeten dan wor- toepassing dan wel, voor zover toege- Wanneer integratie niet mogelijk is, den aangepast en uitgebreid): schreven op kinderdagverblijven, van moeten er voor peuterspeelzalen apar- ­ overleg met arbodiensten over de overeenkomstige toepassing op peu- te onderzoeken georganiseerd wor- dienstverlening terspeelzalen. den. ­ risico-inventarisatie en -evaluatie;

Uit: Staatscourant 28 september 2001, nr. 188 / pag. 17 4



bezien of voor peuterspeelzalen een
aparte module ontwikkeld moet wor-
den
­ instructie, bewustwording medewer-
kers
­ initieel onderwijs (opname van het
onderwerp ergonomie in de beroeps-
opleiding)
­ stroomlijning regelgeving vanuit
gemeenten, GGD-en, brandweer en
convenant arbeidsomstandigheden
­ website

Begroting

Addendum peuterspeelzalen 2001-2005 (bij een looptijd van 4 jaar)

Projectleiding/secretariaat f 375.000,- begeleidingscommissie f 20.000,- monitoring f 150.000,- RI&E f 25.000,- implementatie ergonomie normen f 677.000,- instructie/bewustwording medewerkers f 677.000,- voorlichting f 676.000,- uitvoeringskosten stimuleringsregeling PM

Totaal f 2.600.000,- (waarvan 50% voor rekening van sociale partners en 50% voor het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid)

Begroting 2001

projectleiding/secretariaat f 93.750,- begeleidingscommissie f 5.000,- RI&E f 25.000,- implementatie ergonomie normen f 169.000,- instructie/bewustwording medewerkers f 169.000,- voorlichting f 169.000,- uitvoeringskosten stimuleringsregeling PM

Totaal f 630.750,-

Uit: Staatscourant 28 september 2001, nr. 188 / pag. 17 5