Directie Rechtstoepassingsbeleid Belastingdienst
Besluit 2 oktober 2001, nr. RTB2001-3392M,
Stcrt. nr. 193
De directeur-generaal Belastingdienst heeft
namens de staatssecretaris van Financiën het
volgende besloten.
Gelet op artikel 2, derde lid van het Besluit
luchtwaardigheid.
Artikel 1
1. Het hoofd van de Belastingdienst/Douane
district Hoofddorp is gemachtigd tot het nemen
van besluiten inzake het al dan niet onder
voorwaarden verlenen en het intrekken van
ontheffingen, bedoeld in artikel 2, derde lid
van het Besluit luchtwaardigheid.
2. Een afschrift van de in het eerste lid
bedoelde besluiten wordt gezonden aan de
aanvrager alsmede aan de beheerder van het
Nederlandse register voor burgerluchtvaartuigen.
Artikel 2
Het hoofd van de Belastingdienst/Douane district
Hoofddorp is gemachtigd de in artikel 1 gegeven
bevoegdheid, al dan niet geclausuleerd, te doen
uitoefenen door onder hem werkzaam zijnde
functionarissen.
Artikel 3
De ondertekening van de in artikel 1 bedoelde
besluiten luidt:
De staatssecretaris van Financiën,
namens deze,
Het hoofd van de Belastingdienst/ Douane
district Hoofddorp,
Artikel 4
De ondertekening van de in artikel 2 bedoelde
besluiten luidt:
De staatssecretaris van Financiën,
namens deze,
Het hoofd van de Belastingdienst/ Douane
district Hoofddorp, Loco
Artikel 5
Deze regeling treedt op 15 oktober 2001 in
werking.
Artikel 6
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling
douaneformaliteiten luchtvaartuigen.
Deze regeling zal met toelichting in de
Staatscourant worden geplaatst.
Deze regeling vervangt de regeling van
22 december 1989, nr. D89/3662.
Toelichting
In het Besluit luchtwaardigheid is geregeld dat
ten behoeve van de inschrijving in het
Nederlandse register voor burgerluchtvaartuigen
moet verifiëren dat aan de douaneformaliteiten
is voldaan. De Minister van Financiën kan
ontheffing verlenen van deze
douaneformaliteiten. Aan de ontheffing kunnen
voorwaarden worden verbonden. Bij het niet
nakomen daarvan kan de Minister van Financiën de
ontheffing intrekken.