http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=421225
---
WTO
VN-Mensenrechtencommissie
Aan de Voorzitters van de Algemene Commissie voor Europese Zaken en van de
Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Integratie Europa
Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 1 oktober 2001 Auteur P. J. Kleiweg de Zwaan
Kenmerk DIE/497 Telefoon 31-70-348 5819
Blad /8 Fax 31-70-348 6381
Bijlage(n) E-mail pj.kleiweg@minbuza.nl
Betreft Geannoteerde agenda van de Algemene Raad van 8-9 oktober 2001
C.c.
Zeer geachte Voorzitter,
Conform de bestaande afspraken heb ik de eer U hierbij de geannoteerde
agenda van de Algemene Raad van 8 en 9 oktober aan te bieden.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Geannoteerde agenda van de Algemene Raad van 8 en 9 oktober 2001
Westelijke-Balkan
De Raad zal voornamelijk spreken over de situatie in Macedonië. De trojka
zal verslag doen van de reis naar Macedonië. Op 26 september jl. was het
overeengekomen aantal door de NLA in te leveren wapens door de NAVO
ingezameld. Ik verwijs hierbij naar de brief van de Ministeries van
Buitenlandse Zaken en Defensie aan Uw Kamer van 26 september jl.
Wanneer het parlementaire proces van goedkeuring van het Framework Agreement
met succes is afgerond, zal het accent van de EU-inzet komen te liggen op
ondersteuning van de implementatie van het Framework Agreement, steun voor
de economische ontwikkeling en het Stabilisatie- en Associatieproces.
Parlementsvoorzitter Andov denkt nog minimaal 10 dagen nodig te hebben voor
de parlementaire behandeling alvorens de Framework Agreement in stemming kan
worden gebracht.
De Raad zal zich concentreren op een aantal onderwerpen: EUMM-waarnemers
(situatie t.a.v. de werving en de veiligheid van de waarnemers, met speciale
aandacht voor de nauwe samenwerking tussen EU, NAVO en OVSE); het belang van
een succesvolle donorconferentie (vooralsnog gepland voor medio oktober):
zichtbare en snelle steun vanuit de EU (in eerste instantie met een accent
op terugkeer van vluchtelingen en reconstructie, waarvoor de Commissie
zojuist een pakket van noodmaatregelen heeft voorgesteld), en opvolging van
Léotard als speciale vertegenwoordiger van de EU in Skopje.
Voorts zal de Raad naar verwachting vooruit kijken naar de verkiezingen in
Kosovo op 17 november a.s. en mogelijk ingaan op de situatie in Zuid-Servië,
waar het gebrek aan voortgang bij de implementatie van de eerder
overeengekomen vertrouwenwekkende maatregelen (Plan Covic) tot nieuwe
spanningen leiden.
EU Afrika (o.m. Grote Meren)
Het Belgisch voorzitterschap zal waarschijnlijk de ministeriële EU-Afrika
bijeenkomst willen bespreken die plaatsvindt op 11 oktober a.s. te Brussel.
Daarnaast zullen onder dit agendapunt waarschijnlijk de Lusaka
(Democratische Republiek Congo) en de Arusha (Burundi) vredesprocessen
aandacht krijgen. De intercongolese dialoog, die onderdeel uitmaakt van het
Lusaka vredesproces, zal op 15 oktober a.s. van start gaan in Addis Abeba.
Tevens komt mogelijk de verdere activering van EU inspanningen t.a.v. de
Grote Merenregio aan de orde. Nederland is voorstander van een regionale
benadering van de Grote Meren Problematiek en staat positief tegenover
initiatieven van het voorzitterschap in dat kader.
MOVP
De Raad zal de situatie in het Midden Oosten bespreken in het licht van de
gebeurtenissen in de VS van 11 september en het recente gesprek
Peres-Arafat. De aanslagen in de VS hebben geleid tot een intensivering van
de Amerikaanse betrokkenheid bij het MOVP en hebben een mogelijk "window of
opportunity" gecreëerd. Op 26 oktober heeft een gesprek plaatsgevonden
tussen Peres en Arafat. Hierbij is afgesproken te komen tot een permanent
staakt-het-vuren en binnen een week een tweede keer bijeen te komen.
Nederland zal aandringen op een actieve rol van de EU en een goede
afstemming met de VS met het oog op een zo spoedig mogelijke implementatie
van het Mitchell-rapport.
Voorts zal de Raad spreken over manieren om de politieke dialoog met
Arabische en islamitische staten te verbeteren, mede vanwege de noodzaak hen
te betrekken bij de coalitie tegen het terrorisme.
Turkije
De bespreking van Turkije was reeds voorzien in het informele
Gymnich-overleg dat op 8 en 9 september jl. plaatsvond. Turkije is toen als
gevolg van tijdgebrek niet aan bod gekomen. Naar verwachting zullen dezelfde
agendapunten nu opnieuw worden geagendeerd: economische en
binnenlandspolitieke ontwikkelingen, de EU-uitbreiding, EVDB en Cyprus.
Onder economische en binnenlandspolitieke ontwikkelingen vallen onder meer
de maatregelen die Turkije denkt te treffen om de Turkse wetgeving, en de
uitvoering daarvan, in overeenstemming te brengen met het EU-acquis.
Nederland acht het wenselijk dat Turkije snel vooruitgang maakt met interne
politieke en economische hervormingen, zodat uiteindelijk aan de voorwaarden
voor het openen van de EU-toetredingsonderhandelingen kan worden voldaan.
Dat is nu nog niet binnen bereik.
Ten aanzien van Cyprus zal Nederland aangeven dat meer druk dient te worden
uitgeoefend op Ankara, zodat de Turks-Cyprioten weer constructief deelnemen
aan de onderhandelingen in VN-kader. Ook zal Nederland zich in het kader van
het EVDB inspannen om Turkije ertoe te bewegen zijn blokkade in de NAVO voor
wat betreft "toegang tot NAVO-middelen" voor de EU op te heffen. Het belang
hiervan is toegenomen in het licht van de recente aanslagen in de Verenigde
Staten.
Aanslagen VS (follow-up ER, terrorismebestrijding)
Naar aanleiding van de bijzondere Europese Raad van 21 september, en in het
bijzonder het door de ER goedgekeurde actieplan ter bestrijding van het
terrorisme, zal de Algemene Raad, gelet op zijn coördinerende rol bij de
bestrijding van het terrorisme, inventariseren welke voortgang in andere
raadsformaties is geboekt (o.m. Ecofin, JBZ-raad en transportraad). Voorts
zal de Algemene Raad de relatie tussen de EU en derde landen bezien in het
licht van de opbouw van een brede coalitie tegen het terrorisme. Beide
onderwerpen zullen worden vervat in een overzichtsrapport dat vervolgens zal
worden voorgelegd aan de Europese Raad van Gent.
In het verslag van de Europese Raad, dat Uw Kamer op 25 september jl.
toeging, werd reeds een overzicht gegeven van de besluiten en
beleidsvoornemens van de Unie zoals behandeld in verscheidene Raadsformaties
(ondermeer invoering van een Europees aanhoudingsbevel, vaststelling van een
gemeenschappelijke definitie van terrorisme, totstandkoming van een
gemeenschappelijke lijst van terroristische organisaties, verbetering van de
gegevensuitwisseling met Europol, ontwikkeling van internationale
rechtsinstrumenten tegen het terrorisme, versterking van de veiligheid in de
luchtvaart) Op 16 oktober zal een gezamenlijke bijeenkomst van de ECOFIN en
de JBZ-raad bespreken welke maatregelen op korte termijn kunnen worden
genomen om een einde te maken aan de financiering van het terrorisme.
Volgens Nederland zijn van essentieel belang dat de werkingssfeer van de
richtlijn inzake het witwassen van geld wordt uitgebreid alsmede dat het
kaderbesluit inzake de bevriezing van vermogensbestanddelen wordt
aangenomen.
De eerste aandacht van de EU bij de opbouw van een brede coalitie tegen het
terrorisme zou volgens Nederland moeten uitgaan naar Pakistan en Iran
alsmede de landen in het Midden-Oosten.
De EU beschikt over een breed pakket instrumenten om haar betrekkingen met
derde landen vorm te geven: onder meer politieke dialoog, hulp, leningen,
krachtige inbreng in internationale fora (in het bijzonder VN, Bretton Woods
instellingen en de WTO), JBZ-samenwerking, markttoegang, contractuele
betrekkingen (in de vorm van pijleroverstijgende
samenwerkingsovereenkomsten) alsmede financiële en economische sancties.
Nederland meent dat de volle breedte van dit instrumentarium moet worden
ingezet om het terrorisme te bestrijden.
Het Voorzitterschap zal aan de Algemeen Raad verslag uitbrengen van het
bezoek dat de trojka (bestaande uit BZ-ministers Michel en Piqué, Hoge
Vertegenwoordiger Solana en Commissaris Patten) van 25 tot 29 september
heeft gebracht aan Pakistan, Iran, Saoedi-Arabië, Egypte en Syrië en
concrete aanbevelingen doen over EU- maatregelen om deze landen actief bij
de wereldwijde coalitie tegen terrorisme te betrekken.
Uitbreiding
De Raad zal zich buigen over een nog te publiceren notitie van Commissie en
Voorzitterschap over de voortgang in de toetredingsonderhandelingen. Deze
bespreking zal mede dienen ter voorbereiding van de behandeling van deze
notitie tijdens de Europese Raad van Gent. Nederland zal o.a. aandacht
vragen voor de noodzaak van versterking (en monitoring) van de
administratieve en juridische capaciteit in de kandidaat-lidstaten, teneinde
daadwerkelijke implementatie en handhaving van het acquis zeker te stellen.
Toekomst Europa
Ten vervolge op de bespreking van dit onderwerp tijdens het Gymnich-overleg
in Genval op 8/9 september jl. en ter voorbereiding van de Europese Raad van
Gent op 19 oktober a.s. en de Europese Raad van Brussel/Laken zal de
Algemene Raad spreken over de methode van voorbereiding voor de IGC in 2004
en over de breedte van de uiteindelijke agenda. In Genval bleek er
overeenstemming te bestaan over de wenselijkheid van een conventie om deze
IGC voor te bereiden. Over de precieze samenstelling van deze conventie, de
modaliteiten van eventuele deelname van de kandidaat-lidstaten, het
voorzitterschap van de conventie en het mandaat bestaat nog geen
overeenstemming. Daarover zal de Raad zich op 8/9 oktober a.s. nader
beraden. Zoals aangegeven zal tenslotte worden gesproken over een eventuele
verbreding van de agenda. Blijkens de notitie "De toekomst van de Europese
Unie" van 8 juni jl., is de Regering een uitgesproken voorstander hiervan,
onder meer waar het gaat om te komen tot een versterking van het extern
optreden van de Unie.
Opstelling jegens anti-globalisten
Bij dit agendapunt zal de Algemene Raad discussiëren over de
anti-globaliseringsbeweging en de betrokkenheid van deze groep bij rellen en
demonstraties tijdens internationale en Europese topontmoetingen. Daarbij
spelen twee aspecten een rol:
1. een passende (inhoudelijke) reactie op de zorgen en vragen van de
anti-globalisten;
2. praktische voorzieningen die de veiligheid en openbare orde waarborgen
De Commissie zal deze discussie inleiden met een presentatie.
Inmiddels is de Belgische minister-president Verhofstadt een dialoog aangegaan met de anti-globaliseringsactivisten. Hij heeft daartoe een open brief geschreven. Waarschijnlijk zal ook deze brief aan de orde komen.
Scheepsbouw Korea
De Commissie zal de stand van zaken presenteren in het scheepsbouwconflict
met Korea. Dit onderwerp is geagendeerd op verzoek van de lidstaten met de
grootste scheepsbouwindustrie, waaronder Duitsland en Spanje. De Commissie
heeft op 25 juli jl. een voorstel voor een verordening gedaan waarmee een
defensief mechanisme in het leven wordt geroepen dat de steun aan de
Europese scheepsbouwindustrie tijdelijk herinvoert (te weten beperkte steun
aan de marktsegmenten die het meest van de concurrentie met Korea te lijden
hebben). Daaraan gekoppeld is het besluit van de Commissie om een
WTO-procedure tegen Korea aanhangig te maken zodra de Raad het
steunmechanisme heeft goedgekeurd. Enkele lidstaten en de Commissie menen
dat hier tijdens de Algemene Raad over zou moeten worden gestemd. Dit is
echter niet mogelijk omdat het advies van het Europees Parlement eerst in
november wordt verwacht en pas na het ontvangen hiervan zal kunnen worden
gestemd. Daarom zal de Commissie volstaan met een presentatie van de stand
van zaken.
Nederland is van mening dat de invoering van een tijdelijk steunmechanisme
zeer ongewenst is. Het is de vraag of het voorstel wel past binnen de
WTO-kaders. Bovendien zou het voorstel kunnen leiden tot
concurrentieverstoring op de Europese markt. Nederland is tegenstander van
de koppeling van het steunmechanisme en de indiening van de WTO-klacht.
Nederland is wel voorstander van het indienen van een WTO-klacht tegen
Korea, doch indien de Commissie vasthoudt aan haar koppeling met het
steunmechanisme dan wijst Nederland het hele voorstel van de hand.
Basisnormen arbeid
De Commissie zal de mededeling 'Bevordering van fundamentele arbeidsnormen
en verbetering van de sociale governance in de context van de globalisering'
presenteren. Besluitvorming is niet voorzien.
De mededeling tracht een strategie uit te zetten voor de verbetering van de
sociale governance en de bevordering van fundamentele arbeidsnormen, met als
doel de globalisering een grotere bijdrage te laten leveren aan sociale
ontwikkeling en eerbiediging van de fundamentele rechten. Daartoe brengt de
Commissie eerst de internationale ontwikkelingen op het terrein van de
naleving van fundamentele arbeidsnormen in kaart. Daarnaast bevat de
mededeling voorstellen voor instrumenten op diverse beleidsterreinen, op
internationaal en Europees niveau, met het oog op een omvattende en
multidisciplinaire aanpak.
Nederland heeft kennis genomen van de mededeling van de Commissie. De naar
voren gebrachte aanbevelingen vergen, mede gezien de gevoeligheid van dit
onderwerp, nadere studie van de kant van de Commissie en de afzonderlijke
EU-lidstaten. Nederland zet vraagtekens bij het moment van uitbrengen van de
mededeling en presentatie aan de Raad in het licht van het
onderhandelingsklimaat tijdens de naderende Ministeriële Conferentie van de
WTO in Doha.
WTO
---
De Raad zal spreken over de komende 4e Ministeriële Conferentie van de WTO
te Doha, 9-13 november as. De Commissie zal de stand van zaken uiteenzetten
m.b.t. de voorbereidingen, en daarbij bijzondere aandacht schenken aan de
geboekte voortgang t.a.v. de kans dat in Doha het startschot voor een nieuwe
brede handelsronde zal worden gegeven. Het belang van de WTO ministeriële in
de actuele context zal ook worden besproken.
Nederland is van mening dat het juist dezer dagen essentieel is om tijdens
de Vierde WTO Ministeriële Conferentie het startschot te geven voor een
nieuwe handelsronde. Minister-president Kok heeft dit ook bij zijn bezoek
aan de Europese Commissie op 26 september aan Voorzitter Commissie Prodi
kenbaar gemaakt. De Commissie en de meerderheid van de lidstaten zijn deze
mening ook toegedaan. De discussie zal zich derhalve met name richten op
geboekte voortgang en mogelijkheden om de kans op een succesvolle
bijeenkomst in Doha te vergroten. Nederland steunt de aanpak van de
Commissie en is tevreden met de tot dusver bereikte voortgang op het
dossier. Wat Nederland betreft moet de EU zich nu vooral richten op zgn.
implementatie-wensen die ontwikkelingslanden hebben gesteld als voorwaarde
voor instemming met de start van een nieuwe ronde. Daarnaast zou de EU,
indien nodig, haar eigen wensen wat betreft de agenda van een nieuwe
handelsronde nog eens kritisch kunnen bekijken.
Tijdens de AR van 29 oktober zal er wederom over Doha worden gesproken.
VN-Mensenrechtencommissie
---
Tijdens de lunch zal op verzoek van Zweden worden gesproken over de
VN-Mensenrechtencommissie. De Verenigde Staten hebben voorjaar 2001 hun
zetel in de Commissie verloren, voor de eerste keer sinds het bestaan van de
Commissie. De reden van de agendering van dit onderwerp is tweeledig. Ten
eerste moet de EU zich buigen over de vraag hoe de Verenigde Staten
betrokken te houden bij het werk van de VN-Mensenrechtencommissie. Ten
tweede zal gesproken worden over zetelverdeling en stemming in het voorjaar
van 2002. In de Westerse Groep komen dan vier zetels vrij, waarvoor zich tot
dusverre reeds vier landen (EU-)landen gekandideerd hebben: Duitsland,
Ierland, Italië en Spanje.
Nederland betreurt het dat de VS geen zetel hebben weten te bemachtigen in
de VN-Mensenrechtencommissie. Het is belangrijk om aan de bestaande
EU-trojkadialoog met de VS op het gebied van de mensenrechten dit jaar extra
zorg en aandacht te besteden teneinde het blijvende engagement van de VS te
waarborgen. Hoewel er geen directe aanleiding is om te vrezen dat de VS in
2002 niet opnieuw in de Commissie zullen worden verkozen, vindt Nederland
dat de EU zich actief moet inzetten om herhaling te voorkomen. Het streven
moet dus gericht zijn op een 'agreed slate' binnen de Westerse Groep waarbij
één zetel aan de VS zou toevallen.
In de marge van de Raad:
- EER-Raad
En marge van de Raad zal bijeenkomen de EER-raad (Noorwegen, IJsland en
Liechtenstein). Naast de gebruikelijke onderwerpen (handel, interne markt,
milieu) zullen de besprekingen voornamelijk in het teken staan van de
bestrijding van het terrorisme. Bijzonder aandacht zal daarbij uitgaan naar
gezamenlijke maatregelen om de financiering van het terrorisme tegen te
gaan. Dit onderwerp is in de EER-raad relevant omdat Liechtenstein
bijzondere bepalingen kent m.b.t. het bankgeheim.
- Associatieraad Marokko
En marge van de Algemene Raad zal de tweede jaarlijkse Associatieraad
plaatsvinden tussen de EU en Marokko, op basis van het Euromediterrane
associatie-akkoord dat op 1 maart 2000 in werking trad. Tijdens deze
bijeenkomst zal de voortgang in de implementatie van het associatie-akkoord
in al zijn onderdelen worden besproken. Tijdens de politieke dialoog komt
onder meer de mensenrechtensituatie aan de orde, evenals de voortgang die
Marokko maakt op het gebied van sociale hervormingen. Bovendien zal worden
gesproken over de situatie in het Midden Oosten en over
terrorismebestrijding. Tenslotte zal onder meer van gedachten worden
gewisseld over de voortgaande handelsliberalisering, regionale integratie,
de hulp die de Commissie aan Marokko geeft onder het MEDA-programma, het
Barcelona-proces en de verschillende dialogen die in dat kader plaatsvinden.
Kenmerk DIE/
Blad /1
===