Ministerie van Financien

de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

Datum Uw brief Ons kenmerk (Kenmerk)


01 oktober WJB 2001-01024 M 2001

Onderwerp

Achtste wijziging Comptabiliteitswet (27 571); Wet toezicht Europese subsidies (27 572)

Tijdens de plenaire behandeling van
bovenvermelde wetsvoorstellen heeft het lid van uw kamer, de heer Van Walsem, het gebruik van de term "belang van de Staat" in de voorgestelde artikelen 22a, lid 5, en 59a, lid 5, van de Comptabiliteitswet aan de orde gesteld. In antwoord op zijn opmerkingen heb ik toegezegd een an ander te zullen bezien en eventueel te komen met een nota van wijziging.

Nadere bestudering van de betrokken artikelleden heeft mij doen besluiten bijgaande nota van wijziging in te dienen.

De Minister van Financiën,

Wijziging van de Comptabiliteitswet houdende uitbreiding van de onderzoeksbevoegdheden van de Algemene Rekenkamer ten aanzien van de besteding van gelden die ten laste komen van de begroting van de Europese Unie (achtste wijziging van de Comptabiliteitswet)

NOTA VAN WIJZIGING

In het voorstel van wet tot vaststelling van de achtste wijziging van de Comptabiliteitswet wordt artikel I als volgt gewijzigd:

In artikel 22a, vijfde lid en artikel 59a, vijfde lid, wordt "zolang als en over de jaren dat de Staat daarbij belang heeft" vervangen door: totdat de vastgestelde subsidie
onherroepelijk is geworden.

Toelichting

Anders dan in het zesde lid van artikel 59 van de Comptabiliteitswet is het met betrekking tot de in het onderhavige wetsvoorstel bedoelde Europese geldstromen mogelijk eenduidiger te omschrijven op welk moment uitoefening van de in artikel 22a en 59a genoemde bevoegdheden door de betrokken minister of de Algemene Rekenkamer geen doel meer kan dienen. Een door het betrokken Europese orgaan vastgestelde subsidie is onherroepelijk geworden op het moment dat de beroepstermijn is verstreken en geen beroep is ingesteld of, indien wel beroep is ingesteld, op het moment dat het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen uitspraak heeft gedaan.

De Minister van Financiën,