De Voorzitter van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
AID. 2001/1478
datum
01-10-2001
onderwerp
Naleving uitzetverbod Fazanten
TRC 2001/9044 doorkiesnummer
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Conform mijn toezegging in het Algemeen Overleg van 21 maart 2001 (Kamerstukken II, 2000-2001, 231479 nr. 83) informeer ik u over de controlebevindingen van de AID met betrekking tot het illegaal uitzetten van fazanten en eventuele ingetrokken jachtakten tijdens het jachtseizoen 2000-2001.
datum
01-10-2001
kenmerk
AID. 2001/1478
bijlage
Door de AID zijn in de periode van 15 augustus 2000 tot 31 januari
2001 circa 100 onderzoeken ingesteld (evenveel als het seizoen
1999-2000) naar het vermoedelijk illegaal uitzetten van gefokte, tamme
fazanten. De onderzoeken zijn veelal ingesteld in samenwerking met de
Regiopolitie en/of de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming
(LID).
Ten aanzien van 27 locaties, verspreid over Nederland, zijn
aanwijzingen verkregen dat fazanten illegaal zijn of zouden worden
uitgezet ten behoeve van de jacht.
Op 8 van de 27 locaties, waar vermoedelijk fazanten illegaal waren
uitgezet, was sprake van toezicht door een buitengewoon
opsporingsambtenaar (BOA), in dienst van een privaatrechtelijke
instelling.
De verdere bevindingen luiden als volgt:
* Driemaal is een overtreding van het uitzetverbod daadwerkelijk
geconstateerd, tweemaal op heterdaad en één maal buiten heterdaad.
In deze drie gevallen is tegen 5 personen proces-verbaal opgemaakt
en zijn 80 gefokte fazanten in beslag genomen. In één van de zaken
bleken zo'n 1600 fazanten te zijn uitgezet. Deze dieren konden
echter niet meer worden getraceerd. Ten aanzien van de 5
verdachten is de procedure tot het intrekken van hun jachtakte
ingezet. Tegen een verdachte die tevens in het bezit was van een
bevoegdheidsakte Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA), is ook
een procedure tot intrekking daarvan gestart.
* In één geval is proces-verbaal opgemaakt tegen 2 jagers wegens
andere overtredingen van de Jachtwet. Van 40 door hen geschoten
fazanten kon, ondanks sterke aanwijzingen, niet bewezen worden dat
het gefokte en uitgezette fazanten betrof. AID en politie werden
tijdens hun optreden door de jagers fysiek en verbaal agressief
bejegend. Daartegen is overigens ook verbaliserend opgetreden.
Tegen de twee jagers is de procedure tot intrekking van de
jachtakte in werking gesteld. Ook het resultaat van deze
procedures is nog niet bekend;
* In 6 jachtterreinen zijn fazantenrennen met gefokte fazanten
aangetroffen, in aantal variërend van enkele tientallen tot circa
700 fazanten;
* Op 16 jachtlocaties zijn gedurende het jachtseizoen kleine
groepjes kennelijk tamme fazanten in het jachtveld aangetroffen.
De aantallen per groep varieerden van 15 tot 40 stuks.
* Op één jachtlocatie is een sterke aanwijzing verkregen dat in de
laatste week van december 2000, voor aanvang van de jacht, circa
100 gefokte fazanten - geïmporteerd vanuit België - zijn uitgezet.
Op de 35 locaties ten aanzien waarvan in het vorige jachtseizoen
(1999-2000) sterke aanwijzingen waren verkregen dat gefokte fazanten
werden uitgezet, zijn in het afgelopen jachtseizoen hercontroles
uitgevoerd.
Op 32 van deze locaties werden géén aanwijzingen meer aangetroffen van
het uitzetten van fazanten. In een groot aantal gevallen waren de in
het vorig jachtseizoen aangetroffen fazantenrennen ontmanteld. Op drie
locaties worden mogelijk nog steeds fazanten uitgezet. Deze locaties
worden in het volgende seizoen in hercontrole genomen.
Sedert de aanscherping van de Richtlijn intrekking jachtakten per 29
april 2000 zijn in 9 gevallen jachtaktes ingetrokken van
jachtaktehouders die betrokken waren bij het uitzetten van fazanten.
Verder zijn 8 jachtaktes ingetrokken van houders die betrokken waren
bij de jacht op eenden binnen een afstand van 200 meter van een
voederplaats.
Concluderend
In zijn algemeenheid is het beeld dat de naleving licht vooruit gaat.
Veel fazantenrennen in jachtterreinen zijn ontmanteld en er zijn
minder verdacht locatie aangetroffen dan in het vorige jachtseizoen.
Toch zal ook het komend seizoen weer speciale aandacht aan het
onderwerp besteed worden, teneinde het nalevingsniveau verder omhoog
te brengen.
Ik heb er vertrouwen in dat de naleving van het verbod binnen
afzienbare tijd zal verbeteren. Ik weet mij daarin ook gesteund door
de volstrekte afwijzing van het uitzetten van fazanten door de
jagersorganisaties en de Vereniging voor Natuurtoezicht.
Onverkorte voortzetting van handhavingsinspanningen door AID en
politie is daarvoor echter noodzakelijk, gekoppeld aan het intrekken
van de jachtakten van overtreders.
Van die maatregel gaat een sterk curatieve werking uit, mits
intrekking wordt gevolgd door een voldoende lange periode waarin de
jachtakte wordt geweigerd. Ik zal daarom mijn Richtlijn inzake het
intrekken van jachtakten wederom onder de aandacht brengen van de
korpschefs en er bij hen op aandringen maximaal gebruik te maken van
de hen gegeven bevoegdheid om jachtakten langjarig te weigeren aan
personen die er blijk van hebben gegeven de wettelijke regels voor de
bescherming van dieren aan hun laars te lappen.
De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
G.H. Faber
Reageren
---