Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk
PIM. 2001/137
datum
28-09-2001

onderwerp
Openstelling tweede tranche RBV
TRC 2001/9587 doorkiesnummer

bijlagen

Geachte Voorzitter,

Gaarne informeer ik u over de openstelling van de tweede tranche van de regeling beëindiging veehouderij (RBV).

datum
28-09-2001

kenmerk
PIM. 2001/137

bijlage

Op 9 juli jl. heb ik u in kennis gesteld van mijn voornemen om de tweede tranche van deze regeling 'na de zomer' open te stellen. De datum van openstelling is inmiddels bepaald op 1 oktober aanstaande. De regeling wordt voor een maand opengesteld en er is fl. 150 mln. beschikbaar voor de opkoop van fosfaat in heel Nederland.

De voorwaarden waaronder beëindigende veehouders aan de regeling kunnen deelnemen zijn grotendeels ongewijzigd, met uitzondering van de prijs van de opkoop van fosfaat. Deze is, zoals steeds gecommuniceerd, lager dan bij de eerste regeling. Ik heb deze vastgesteld op fl. 32.50 (14.75 Euro) per kg fosfaat.

Veehouders die hun bedrijf willen beëindigen en waarvan het bedrijf ligt in het zuidelijk of oostelijk concentratiegebied, zoals omschreven in de Wet Herstructurering Varkenshouderij, kunnen in principe zowel een vergoeding aanvragen voor de opkoop van fosfaat als ook voor de sloop van leegkomende bedrijfsgebouwen. Dit laatste wordt, zoals u bekend, wel aangeduid met de ruimte voor ruimte aanpak, waarbij stallen verdwijnen en er hoogwaardige woningen voor in de plaats komen. Met reconstructieprovincies en de VNG heb ik constructief over de openstelling van de tweede tranche overlegd.

Veehouders in Overijssel krijgen de mogelijkheid om sloopsubsidie aan te vragen niet.
De provincie Overijssel heeft er namelijk voor gekozen geen vergoeding voor de sloop van stallen aan deze regeling te koppelen. Zij is voornemens te zijner tijd via regionaal maatwerk en adviezen van reconstructiecommissies uit opwaardering van harde kernranden met afrondende woningbouw de sloop van leegstaande stallen te financieren, waarbij het primaat ligt op emitterende stallen in en om verzuring gevoelige gebieden.

Ik betreur de opstelling van deze provincie, aangezien hiermee de koppeling van de fosfaatopkoop en de stallenregeling wordt losgelaten. De koppeling van de opkoop van fosfaatrechten en de sloop van stallen dient immers zowel het doel van de vermindering van het mestoverschot én de kwalitatieve verbetering in het landelijk gebied. Bovendien biedt de koppeling ondernemers uitzicht op duidelijkheid en een goede tegemoetkoming. Om deze redenen én om vooral in de reconstructieprovincies de regeling tot een succes te maken heb ik steeds voor deze koppeling gepleit en maximale druk op de provincie uitgeoefend.

Alles overwegende ben ik echter tot de conclusie gekomen de fosfaatregeling voor de veehouders ook in Overijssel open te stellen en daarmee nu de koppeling los te laten. De door Overijssel voorgestane werkwijze leidt ertoe dat veehouders aldaar nog geruime tijd in het onzekere zullen verkeren over de mogelijkheid of en zo ja, onder welke voorwaarden, een tegemoetkoming wordt gegeven in de sloop van stallen. Ik hoop niet dat dit een te negatieve invloed heeft op de deelname aan de RBV in Overijssel.
Ik zal mij ervoor blijven inzetten dat de koppeling in Overijssel mogelijk wordt, maar kan thans niet anders dan deze opstelling van de provincie voorlopig als een gegeven te beschouwen.

De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

mr. L.J. Brinkhorst