Concept Persbericht voor kranten
P E R B E R I C H T
28 september 2001
Risico op trombose bij de derde generatie anticonceptiepil beoordeeld
Het Europese Agentschap voor de beoordeling van geneesmiddelen (de EMEA) heeft vandaag de
conclusies gepubliceerd van de beoordeling van het risico op trombose bij het gebruik van de
anticonceptiepil. Het gaat om de zogenaamde derde generatie anticonceptiepil die twee hormonen
bevat, één van het oestrogeentype en één van het progestrageentype (gestodeen of desogestrel).
Conclusies:
- Het gebruik van elk soort anticonceptiepil kan gepaard gaan met trombose. Dit is een zeldzame
maar ernstige bijwerking.
- De kans op trombose is het grootst in het allereerste jaar dat een vrouw een anticonceptiepil
gebruikt. Het maakt niet uit welke soort anticonceptiepil dit is.
- Er is een kleine toename van de kans op trombose als er een derde generatie anticonceptiepil
wordt gebruikt (in een-, twee- of driefase vorm), vergeleken met de tweede generatie
anticonceptiepil (die het progestageen levonorgestrel bevat).
Bij vrouwen die geen anticonceptiepil gebruiken is het optreden van veneuze trombose per jaar geschat
op 5 tot 10 gevallen per 100.000 vrouwen.
Bij vrouwen die een tweede generatie anticonceptiepillen gebruiken is het optreden van veneuze
trombose per jaar geschat op ongeveer 20 gevallen per 100.000 vrouwen.
Bij de derde generatie anticonceptiepil wordt dit aantal per jaar geschat op 30 tot 40 gevallen per
100.000 vrouwen.
- De kans op trombose bij het gebruik van elke soort gecombineerde anticonceptiepil is echter
lager dan de kans op deze aandoening tijdens een zwangerschap.
Naar aanleiding van bovenstaande is het advies:
- Er is geen enkele reden voor vrouwen die een gecombineerde anticonceptiepil gebruiken, om
hiermee te stoppen vanwege deze bevindingen. Vrouwen die een desogestrel- of gestodeen
bevattende gecombineerde anticonceptiepil gebruiken, kunnen hiermee doorgaan wanneer ze
deze pil goed verdragen.
- Wanneer een arts een anticonceptiepil voorschrijft moet hij/zij rekening houden met
bovenstaande conclusies en de voorzorgen die nu al in de bijsluiter staan.
Meer informatie is beschikbaar op de website van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (www.cbg-meb.nl) en op de website van de EMEA (www.emea.eu.int)