Artsen en apothekers
Uw brief Uw kenmerk Den Haag,
28 september 2001
Zaaknummer Ons kenmerk/Coll
Behandeld door Doorkiesnummer
Onderwerp
Gecombineerde orale anticonceptiva die desogestrel of gestodeen bevatten
Geachte Collega,
Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen maakt bekend dat onderstaande verklaring over
gecombineerde orale anticonceptiva die desogestrel of gestodeen bevatten, door de CPMP is
vastgesteld. Deze brief is een letterlijke vertaling van de brief aan artsen en apothekers van de
CPMP.
Het Comité van Farmaceutische Specialiteiten (CPMP; Committee for Proprietary Medicinal Products)
van de EMEA, het Europese agentschap voor de beoordeling van geneesmiddelen, heeft vandaag de
conclusies gepubliceerd van de beoordeling van het risico van veneuze tromboembolische
aandoeningen in relatie tot het gebruik van de zogenaamde "derde generatie anticonceptiva" die de
progestagenen desogestrel of gestodeen bevatten (één-, twee- en driefase preparaten).
De beoordeling van de CPMP is het resultaat van een doorlopend onderzoek dat in 1995 is begonnen, gebaseerd op drie onafhankelijke epidemiologische studies die aangaven dat er een toegenomen risico van veneuze tromboembolische aandoeningen bestaat bij het gebruik van gecombineerde orale anticonceptiva (OAC) die desogestrel of gestodeen bevatten vergeleken met de OACs die het progestageen levonorgestrel bevatten.
De EMEA publiceerde eerder in 1995 een verklaring van de CPMP en, rekening houdend met nieuw
bekend geworden gegevens, opnieuw in 1996 en 1997. Naast de eerder genoemde studies heeft de
CPMP nu ook aanvullende epidemiologische studies en studies over de mechanismen van het
bloedstollingproces bestudeerd. De CPMP heeft alle beschikbare informatie tot medio september
2001 gebruikt bij deze beoordeling.
Op basis van alle beschikbare informatie concludeert de CPMP in het openbaar
beoordelingsrapport het volgende:
* Veneuze tromboembolische aandoening (VTE) is een zeldzame, maar ernstige
bijwerking van ieder type OAC.
---
* Het risico van VTE is laag is en de balans van werkzaamheid en schadelijkheid blijft
positief bij alle beschikbare OACs.
* Het risico is het hoogst gedurende het allereerste jaar dat een vrouw een oraal
anticonceptivum gebruikt
- Het is aannemelijk dat er een gering toegenomen risico van VTE bestaat wanneer
OACs worden gebruikt die 30 microgram ethinyloestradiol bevatten in combinatie met
desogestrel of gestodeen, vergeleken met OACs die levonorgestrel met dezelfde
hoeveelheid ethinyloestradiol bevatten. Het geschatte relatieve risico van VTE voor
deze OACs vergeleken met levonorgestrel bevattende OACs wisselde sterk tussen
de epidemiologische studies. Op basis van een zorgvuldige afweging van alle
beschikbare studies is de beste schatting van het relatieve risico in de orde van
grootte van 1,5 tot 2,0.
- Voor OACs die desogestrel bevatten met 20 microgram ethinyloestradiol, maken de
beschikbare epidemiologische gegevens het niet waarschijnlijk dat het risico van VTE
lager is in vergelijking met OACs die 30 microgram ethinyloestradiol bevatten.
- Er zijn momenteel geen epidemiologische studies beschikbaar waarbij OACs die gestodeen en 20 microgram ethinyloestradiol bevatten, worden vergeleken met OACs die levonorgestrel bevatten. Echter, aangezien er geen verschil werd gevonden in het risico van VTE tussen desogestrel en gestodeen in de studies waarbij werd gekeken naar preparaten met 30 microgram ethinyloestradiol, kan naar analogie hiervan worden verwacht dat er geen verschil is in het risico van VTE tussen OACs die gestodeen met 20 microgram of 30 microgram ethinyloestradiol bevatten.
- Er zijn momenteel geen gegevens over het risico van VTE bij OACs die minder dan
20 microgram ethinyloestradiol bevatten.
- Er zijn momenteel onvoldoende gegevens over het risico van VTE bij OACs die
andere progestagenen bevatten dan levonorgestrel, desogestrel of gestodeen.
Het risico van VTE kan als volgt worden aangegeven:
- Gezonde vrouwen met een leeftijd van 15 tot 44 jaar die geen gecombineerde orale
anticonceptiva gebruiken:
5 tot 10 gevallen per 100.000 vrouwjaren
- Vrouwen die gecombineerde orale anticonceptiva gebruiken die levonorgestrel en minder dan
50 microgram ethinyloestradiol bevatten:
20 gevallen per 100.000 vrouw-gebruiksjaren
- Vrouwen die gecombineerde orale anticonceptiva gebruiken met tenminste 20 microgram
ethinyloestradiol in combinatie met desogestrel of gestodeen (één-, twee en driefase
preparaten):
30 tot 40 gevallen per 100.000 vrouw-gebruiksjaren
- Opgemerkt moet worden dat het risico bij alle OACs lager is dan dat tijdens de zwangerschap dat ongeveer 60 gevallen per 100.000 zwangerschappen bedraagt.
---
* Er is geen eenduidig bewijs dat er een verschil bestaat in verdraagbaarheid tussen de
verschillende soorten OACs.
* Het is niet aannemelijk dat er een verschil is in het risico van hartinfarcten (vrouwen jonger dan
35 jaar) of het risico van beroerte tussen OACs die desogestrel of gestodeen bevatten en OACs
die levonorgestrel met minder dan 50 microgram ethinyloestradiol bevatten.
Daarom adviseert de CPMP het volgende:
* Er is geen enkele reden voor vrouwen die nu enig merk van een OACs gebruiken om daarmee te
stoppen op basis van de gevonden gegevens.
* Wanneer voor de eerste keer een OAC wordt voorgeschreven aan een vrouw moet het volgende
in ogenschouw worden genomen: de impact van het relatieve risico van veneuze trombose is wat
betreft het aantal additionele gevallen het grootst in het allereerste jaar dat een vrouw een OAC
gebruikt wanneer desogestrel of gestodeen bevattende OACs worden vergeleken met die
levonorgestrel bevatten.
U wordt aan het volgende herinnerd:
* In verband met het risico van VTE zijn de contra-indicaties voor het gebruik van OAC: een
geschiedenis van of bestaande veneuze tromboembolische aandoeningen. OACs zijn tevens
gecontraïndiceerd in geval van een voorgeschiedenis of een recent myocard infarct of beroerte.
* Bekende risicofactoren waarmee rekening gehouden dient te worden wanneer OACs worden
voorgeschreven zijn: overgewicht, postnatale periode, een recente chirurgische ingreep of een
veneuze trombose in de familieanamnese. Voorts dient het stopzetten van het gebruik van OACs
worden overwogen in het geval van een chirurgische ingreep of immobilisatie om welke reden
dan ook.
De CPMP beveelt aan, na overweging van alle mogelijke veiligheidsmaatregelen, de relevante
paragrafen van de Samenvatting van de kenmerken van het product (de wetenschappelijke
productinformatie), onderdeel van de nationale handelsvergunningen van OACs te wijzigen.
Voor meer informatie kunt u terecht bij de website van de EMEA (www.emea.eu.int) en de website van het College ter beoordeling van geneesmiddelen (www.cbg-meb.nl)
Hoogachtend,
Dr. J.F.F. Lekkerkerker
Voorzitter College ter Beoordeling
van Geneesmiddelen