Rechtbank Leeuwarden



Dwangsom voor parenclub geschorst; APV-grondslag onverbindend verklaard; geen inbreuk op persoonlijke levenssfeer (gemeente Weststellingwerf)

Bron: Rechtbank Leeuwarden

Datum actualiteit: 28-09-2001

Het gemeentebestuur van Weststellingwerf heeft aan een sauna annex parenclub een dwangsom opgelegd wegens overtreding van de bepalingen van (a) de Algemene Politieverordening (APV), (b) een op de APV gebaseerde Gebiedsaanwijzing en (c) het bestemmingsplan.

ad (a)
De president van de rechtbank Leeuwarden (sector bestuursrecht) is van mening dat de APV niet is overtreden.

ad (b)
In de APV staat dat B&W bevoegd zijn gebieden aan te wijzen waar het is toegestaan met vergunning een seksinrichting te exploiteren. Verder geeft de APV het college van B&W de bevoegdheid op dit punt nadere regels vast te stellen.
B&W hebben van hun bevoegdheid gebruik gemaakt door in de regeling Gebiedsaanwijzing een aantal gebieden aan te wijzen waar met vergunning een seksinrichting mag worden gedreven. In art. 1 lid 3 van de regeling Gebiedsaanwijzing is verder bepaald dat het verboden is seksinrichtingen te exploiteren buiten de door burgemeester en wethouders (B&W)aangewezen gebieden.
Volgens de president waren B&W voor dat laatste echter niet bevoegd: het verbod om buiten door B&W aangewezen gebieden een seksinrichting te drijven had in de APV moeten worden opgenomen, en dat is een bevoegdheid van de gemeenteraad. Om deze reden is de president van mening dat het besluit moet worden geschorst.

ad (c)
De president is het wel met de gemeente eens dat de seksinrichting in strijd is met de op het pand rustende woonbestemming, met name vanwege het bedrijfsmatige karakter van de parenclub.

Betrokkene heeft verder nog een beroep gedaan op het recht op eerbiediging en bescherming van de persoonlijke levenssfeer (artikel 10 van de Grondwet). De bestuursrechter wijst deze bezwaren echter van de hand. Vanwege het grootschalige en bedrijfsmatige karakter van de parenavonden zijn deze activiteiten onttrokken aan de privésfeer, zodat betrokkene geen geslaagd beroep kan doen op art. 10 Grondwet.

Voorlopig is het dwangsombesluit echter geschorst (zie ad b) totdat het gemeentebestuur een beslissing op het bezwaarschrift heeft genomen.

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AD3886
(Zie het originele bericht)