26-09-2001
Peuterpluswerk van start
Het peuterpluswerk voor kinderen van 2 tot en met 5 jaar met risico op
onderwijsachterstand gaat definitief van start in het schooljaar
2001-2002. Er is binnen de beschikbare middelen een definitieve keuze gemaakt voor
locaties en het bestedingsplan is gecompleteerd. Het college stemde in met de
benodigde 2.593.782,-. Peuterpluswerk houdt in dat (taal)achterstand wordt
voorkomen of bestreden. Ook qua ontwikkeling wordt opgelet of het kind
in een doorgaande lijn naar de basisschool kan.
Op grond van de beschikbare middelen kunnen in het schooljaar
2001-2002, naast de reeds bestaande locaties (Vlier Keettrappertjes /
Liniedoorn Blokkendoosje / Weerijs Fideeltje / La Nina ), de volgende
groepen starten met peuterplus:
Peuterspeelzalen de Keet, Ukkepuk, Woelwatertjes (en La Nina) en
basisscholen de Keysersmolen en de Vlier (Zuidwest), Peuterspeelzalen
het Kaboutertje en Kuikenhof en de basisscholen het Kievitsnest, de
Samenloop en de Wisselaar (Noordoost), Peuterspeelzalen Lentehof en
het Boemeltje en de basisscholen de Fontein en de Tweesprong
(Zuidoost), Peuterspeelzaal Beertje Ballon en basisschool de Fontein
(Noordoost)
Op alle genoemde peuterspeelzalen wordt komend jaar gewerkt met de
methode Kaleidoscoop of Piramide. Ook mogen doelgroepkinderen 3 of 4
dagdelen de peuterspeelzaal bezoeken terwijl ouders slechts voor twee
dagdelen de inkomensafhankelijke ouderbijdrage hoeven te betalen (met
BredaPas gratis). Er is voorrang gegeven aan die locaties die reeds
gestart zijn met de oriëntatietrajecten, zoals de brede scholen in
Noordoost en Zuidwest. Zij kunnen daadwerkelijk vanaf het schooljaar
2001-2002 een programmatische aanpak realiseren.
Deze zomer heeft de gemeente met betrokkenen overlegd om de
voorgenomen maatregelen te concretiseren. Peuterspeelzalen en scholen
in één werkgebied kiezen of voor Kaleidoscoop of voor Piramide om aan
de doorgaande lijn te werken. Daarnaast werken peuterspeelzalen en
scholen samen met instellingen om kinderen naar peuterspeelzaal toe te
leiden, om achterstanden vroeg te signaleren en om ouders
opvoedingsondersteuning te bieden.
Het peuterpluswerk is onderdeel van de hoofdlijnennotitie Kinderopvang
die de raad in september 2000 vaststelde. Breda beschouwt kinderopvang
als een basisvoorziening die voor iedereen bereikbaar moet zijn. Het
betreft peuters uit alle lagen van de bevolking. Met name kinderen die
vanwege een andere etnische achtergrond de Nederlandse taal
onvoldoende beheersen en kinderen met laag opgeleide ouders lopen
risico op achterstand. Doel is om deze kinderen zonder achterstand te
laten doorstromen naar het basisonderwijs.
Voor het doelgroepenbeleid uitbreiding peuterplus is, in samenhang met
de doorgaande lijn naar het basisonderwijs, ruim 1 miljoen gulden op
jaarbasis (VVE-middelen) beschikbaar gesteld door het rijk. Ook is al
enige jaren geld beschikbaar gesteld het onderwijskansenbeleid.
Breda, 26 september 2001