Partij van de Arbeid

Den Haag, 26 september 2001

BIJDRAGE VAN JET BUSSEMAKER (PvdA) AAN HET ALGEMEEN OVERLEG OVER MINDERHEDEN OP DE ARBEIDSMARKT

Minderhedenconvenant

Gelukkig is gebleken dat het minderhedenconvenant inmiddels vruchten begint af te werpen.

De doelstelling was om tot 1 mei 2001 20.000 werkzoekende etnische minderheden te bemiddelen naar vacatures bij het MKB. Na een moeizame start is deze doelstelling in mei-juni van dit jaar zo goed als gehaald. Het maatwerk en de 1 op 1 benadering, voor zowel allochtonen als de MKB-bedrijven, blijkt succesvol. Wel zijn er een aantal knelpunten die opgelost moeten worden, zoals de doorstroming naar vaste contracten en betere banen en de vraag wat na afloop van het minderhedenconvenant in 2002 zal gebeuren. Ook moet gewerkt worden aan arbeidsmarktbeleid voor minderheden op de lange termijn. De toekomst vormt de lakmoesproef of ook daadwerkelijk een cultuuromslag heeft plaatsgevonden onder werkgevers.


* Succesfactoren van het convenant zijn duidelijk de 1 op 1 benadering, de intensieve begeleiding die allochtonen krijgen en de korte, persoonlijke weg voor MKB-bedrijven om vacatures te melden. Maatwerk loont dus. Het convenant moet in de een of andere vorm in de toekomst voortgezet worden. Het investeren in relaties tussen Arbeidsvoorziening, MKB en allochtonen kweekt meer bekendheid en begrip voor elkaar. Deze investering mag niet verloren gaan. De convenanten, die eind 2001 met zo'n 100 grote bedrijven zullen zijn afgesloten, en de ondersteuning door projectorganisatie Ruim Baan voor Minderheden zijn daarom belangrijk. Ook is de PvdA blij met de aankondiging - vanwege het in de praktijk gebleken succes - dat zowel het MKB-beleid als het in gang gezette beleid met inschakeling van grote bedrijven zullen worden gecontinueerd.
* Een belangrijk punt is daarom de overgang van arbeidsbureaus naar CWI's. Wij vinden dat de 1 op 1 benadering ook na 2002 gegarandeerd moet worden voor die groepen (allochtonen, maar ook autochtonen die een steuntje in de rug nodig hebben) die het nodig hebben via de CWI's. Zorgpunten hierbij zijn de Bedrijfsadviseurs Minderheden, de registratie en de begeleiding op de werkplek.

* Naast de positieve impact van het convenant zijn er wel enkele onzekerheden. Hoe zit het met de duurzaamheid van de contracten? 50% van de banen in het convenant zijn langer dan 6 maanden; wat gebeurt er met die andere 50%, met mensen die 6 maanden of korter een baan hebben? Is bekend hoeveel een vast contract hebben of en hoe lang zij dat uiteindelijk behouden? Hanteren wij hier niet als definitie van duurzaamheid een baan van minimaal een jaar?

* Hoe kunnen mensen doorstromen naar vaste contracten en/of betere banen? Zijn er mogelijkheden voor scholing om perspectieven te vergroten? Jammer genoeg is er nog geen duidelijk beeld m.b.t. de kwaliteit van banen die allochtonen hebben en de mogelijkheden tot doorstromen. Wordt hier wel aan gewerkt?

* Uit de evaluatie blijkt dat minder allochtonen tot fase 1 (relatief makkelijk te plaatsen) behoren dan was ingeschat. Wat te doen met allochtonen die minder makkelijk bemiddelbaar zijn? En hoe sluitend is de bereikte sluitende aanpak voor jongeren als zo veel jongeren onder etnische minderheden werkloos zijn of geen startkwalificatie hebben?
* Al dan niet onbewuste vooroordelen beïnvloeden selectiemechanismen en daarmee de doorstroom van minderheden op de arbeidsmarkt. Vorig jaar is er door de PvdA een motie ingediend om de rol van de Commissie Gelijke Behandeling te verzwaren. Inmiddels is bekend dat de CGB in het kader van gelijke beloning op eigen initiatief onderzoek mag gaan verrichten. Geldt dat ook m.b.t. minderheden en dan niet alleen op het terrein van gelijke beloning maar breder, zoals b.v. naar selectiemethoden, doorstroommogelijkheden enz.?

* Gelijke beloning is onlangs in een algemeen overleg al besproken. Wij hebben toen gevraagd extra te investeren in onderzoek naar beloningsverschillen bij allochtonen en na te denken over cultureel neutrale functiewaarderingssystemen, analoog aan de vrouwenloonwijzer. Behalve macro- is meer micro-onderzoek nodig naar beloningsverschillen; in dit verband kan uitbreiding van de capaciteit van de CGB en de arbeidsinspectie een optie zijn.

Jongeren/onderwijs

Voor jongeren is onderwijs van het grootste belang. Zowel jongeren zelf, hun ouders maar ook instellingen, zelforganisaties en scholen moeten hiervan doordrongen worden. Net zoals dat in Nederland enkele decennia geleden is benadrukt voor meisjes en nu vooral ook door allochtone meisjes opgepikt wordt. Zij zijn zich uitermate goed bewust van het nut van onderwijs voor een toekomst waar bij wat te kiezen valt. Zoals sommigen zeggen: 'Een goede opleiding is als je man'. Onderwijs en daarmee perspectief op een toekomst voorkomt dat een deel van de jongeren afglijdt naar uitzichtloosheid of zelfs criminaliteit. Gebrek aan onderwijs en de lage opleiding van veel allochtonen is één van de belangrijkste knelpunten en kan alleen op lange termijn en op intensieve wijze opgelost worden. Meer dan 50% van de niet-werkenden onder allochtonen is jonger dan 35 jaar. Zo'n 75% van de niet-werkende Marokkanen en Turken hebben ten hoogste basisonderwijs. De hoge werkloosheid onder veel jongeren hangt nauw samen met het onderwijs- en taalniveau.

Het tegengaan van schooluitval en bevordering van scholing moeten daarom belangrijke punten voor minderhedenbeleid zijn.


* Zou er, gezien het succes van het minderhedenconvenant en het daarbijbehorende maatwerk, niet een soortgelijk, stevig samenwerkingsverband kunnen komen t.a.v. onderwijs? Samenwerking en investering door migrantenorganisaties, scholen, maatschappelijke instellingen om met name laagopgeleide jongeren intensieve begeleiding te bieden? Wat zijn bijvoorbeeld ook mogelijkheden om via zelforganisaties, buurtwerk en scholen het belang van onderwijs onder de aandacht te brengen? Alle sociale partners wijzen op het grote belang van onderwijs en combinatie van onderwijs en werk voor allochtone jongeren, maar zij kunnen het niet eens worden over de aanpak. Hier ligt dus bij uitstek een (ondersteunende) taak voor de regering. Een samenwerking tussen SZW en OCW, in het bijzonder op VMBO-niveau, zou van grote waarde kunnen zijn. Hierbij zou aansluiting gezocht kunnen worden bij Regionale meldcentra Schooluitval en de Sluitende Aanpak. Dat werkt goed, zie bijvoorbeeld Limburg. Ook benchmarking kan een goed instrument zijn.

* Op welke wijze zijn de stimuleringsprojecten voor jongeren te intensiveren en te integreren in bestaande instellingen? Leren en werken tegelijk heeft het positieve effect dat het leren van taal gelijk in de praktijk gebracht wordt. Helaas is er nog veel uitval bij een aantal van deze projecten en juist bij deze jongeren dreigt vaak een uitzichtloze toekomst. Een intensievere 1 op 1 benadering zou hier ook effectief kunnen zijn. Inmiddels zijn we geïnformeerd over uitvoering van de motie Melkert over verlenging van stimuleringsprojecten voor jongeren.
* Uit het rapport over werving en selectie van etnische minderheden blijkt dat door onbekendheid van zowel werkgevers als werkzoekenden met de wederzijdse zoekmethoden er een groot informatiegat bestaat, vooral bij laagopgeleiden. 'Onbekend maakt onbemind' lijkt hier op te gaan en dat is heel jammer. Het blijkt ook dat zodra bedrijven meer minderheden in dienst hebben er over en weer vertrouwen ontstaat en daarmee aantrekkingskracht. Hier valt dus nog heel wat te winnen. Actieve inzet van sociale partners bij voorlichting over werving en selectiemethoden en een duidelijk beeld geven van de arbeidsmarkt zou al veel kunnen opleveren. Zijn er mogelijkheden dit via internet of websites van de betrokken ministeries breder onder de aandacht te brengen? Ook het bekend zijn met wat werkgevers verwachten en hoe sollicitaties kunnen verlopen kan via internet, maar ook via opleidingen onder de aandacht gebracht worden. Te denken valt in dit verband ook aan de rijdende bus, die bedrijven kan adviseren over werving van nieuwe groepen op de arbeidsmarkt. Dit plan van PvdA en MKB werkt t.a.v. etnische minderheden goed; wellicht is het in meer algemene zin bruikbaar.

Vrouwen

Allochtone mannen lopen hun achterstand iets sneller in dan allochtone vrouwen. Vooral onder Turkse en Marokkaanse vrouwen is het niet altijd vanzelfsprekend opleidingen te blijven volgen of te blijven werken als zij, vaak op jonge leeftijd, kinderen krijgen. Dit ondanks de inhaalrace van allochtone meisjes in het onderwijs.


* Het volgen van een opleiding en werken staat of valt dus met goede kinderopvang.

* De Commissie Arbeidsdeelname Vrouwen uit Etnische Minderheidsgroepen (AVEM) zal op basis van een door SZW uit te voeren onderzoek met aanbevelingen komen. Wij willen geen onderzoek, maar concrete actie. Er is immers al veel onderzoek, o.a. van het SCP. Wij wachten dus met spoed op de concrete beleidsaanbevelingen van de commissie en de vertaling daarvan in beleid door het kabinet.

Vluchtelingen/hoogopgeleiden

De werkloosheid onder voormalig vluchtelingen is erg hoog. Dit gaat gepaard met extra veel frustratie omdat deze groep vaak goed is opgeleid. In een van de kranten stond onlangs de gefrustreerde reactie van een hoogopgeleide Somalische vrouw, die bij een inburgeringcursus moest leren hoe in Nederland bedden opgemaakt worden! Duidelijk is dat het zonde is om niet beter gebruik te maken van de kennis die zij hebben. Wij kennen nu vaak alleen het vluchtverhaal; we zouden ook de werkervaring moeten kennen.


* Ook hier is maatwerk nodig. Er moet goed gekeken worden naar welke mate van inburgering/opleiding iemand nodig heeft.
* Erkenning van diploma's is van groot belang. Wat is de stand van zaken rond het stelsel van Elders Verworven Competenties?
* Zijn er 'best-practises' in andere landen waarvan wij kunnen leren, b.v. van Canada dat ruime ervaring heeft met de instroom van vluchtelingen? Wij verwachten dat ook in Europees verband, zeker gezien de discussie die momenteel speelt over arbeidsmigratie en gelijke behandeling, veel werk van antidiscriminatie gemaakt zal worden. Ze worden nu al genoemd in de werkgelegenheidsrichtsnoeren. Wat gaat de Nederlandse regering concreet doen om dit punt hoog op de Europese agenda te krijgen?