European Commission

IP/01/1292

Brussel, 20 september 2001

Bijeenkomst op hoog niveau tussen EU en VS inzake antitrustbeleid

De voor het concurrentiebeleid bevoegde Europese Commissaris, de heer Mario Monti, zal op maandag 24 september zijn Amerikaanse tegenhangers, de heer Charles James, Assistant Attorney General voor antitrustzaken, en de heer Timothy Muris, voorzitter van de Federal Trade Commission, ontmoeten te Washington. Op het gebied van het mededingingsbeleid is dit de eerste bijeenkomst op topniveau tussen de Commissie van de EU en de de nieuwe Amerikaanse regering aangezien de heren James en Muris kort voor de zomer in dienst zijn getreden nadat door de Senaat hun aanstelling werd bevestigd. De bijeenkomst behelst een werksessie van een dag over recente ontwikkelingen op antitrustgebied in de Verenigde Staten en de Europese Unie, bilaterale samenwerking en manieren om die samenwerking verder te versterken, alsook over multilaterale initiatieven. De bijeenkomst valt samen met de 10de verjaardag van de bilaterale overeenkomst inzake mededingingsbeleid tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten. Vooruitlopend op zijn bezoek zei de heer Monti: "De samenwerking tussen de EU en de VS op het gebied van het mededingingsbeleid is een opmerkelijk succes dat ten goede is gekomen aan de verbruikers aan beide zijden van de Atlantische Oceaan. Ik verheug mij op dit belangrijke werk met onze Amerikaanse collega's teneinde voor ons respectievelijk beleid en onze respectieve normen en procedures onderling meer begrip en convergentie tot stand te brengen".

De heer Monti zal de heer James, hoofd van de antitrustdivisie van het Amerikaanse Ministerie van Justitie, en de heer Muris, Voorzitter van de Federal Trade Commission, op maandag 24 september in Washington ontmoeten met het oog op een werksessie van één dag die gewijd zal zijn aan beleidskwesties die voor beide partijen van belang zijn. De heer Alexander Schaub, Directeur-generaal van het DG concurrentie zal de heer Monti vergezellen op zijn reis naar de Verenigde Staten.

Op dinsdag 25 september heeft de heer Monti een ontmoeting met de Amerikaanse vertegenwoordiger in handelskwesties, de heer Bob Zoellick, de voorzitter van de Wereldbank, de heer James Wolfensohn en de Managing Director van het IMF, de heer Horst Koehler. Hij zal ook de senatoren Herbert Kohl en Michael DeWine ontmoeten, respectievelijk voorzitter en vooraanstaand lid van het Judiciary's Antitrust Subcommittee van de Senaat.

De bilaterale samenwerking inzake concurrentie is geregeld bij een overeenkomst die op 23 september 1991 werd ondertekend en waarbij het kader tot stand werd gebracht voor regelmatige contacten op alle niveaus op het gebied van het beleid inzake controle op concentraties en de handhaving ervan, alsook op het gebied van de bestrijding van kartels en misbruiken van machtsposities.

Deze overeenkomst werd in 1998 aangevuld met een overeenkomst inzake positieve internationale courtoisie op grond waarvan de ene partij de andere kan verzoeken concurrentieverstorend gedrag te beteugelen dat zijn oorsprong vindt in het rechtsgebied van de andere partij maar eveneens gevolgen heeft voor de verzoekende partij.

De vruchtbare samenwerking van de laatste 10 jaar heeft in grote mate bijgedragen tot de convergentie tussen het recht van de EU en de VS inzake kartelbestrijding en controle op concentraties. Europa heeft veel geleerd van de jarenlange ervaring die de Verenigde Staten op dit gebied hebben opgedaan. Een recent voorbeeld van convergentie is de goedkeuring door de Europese Unie van een programma dat voorziet in een mildere behandeling voor ondernemingen die informatie over kartels verstrekken. Dit programma is in menig opzicht identiek aan de Amerikaanse voorschriften.

Op het gebied van de controle op concentraties hebben de EU en de VS nauw samengewerkt om meer begrip voor elkaars voorschriften en normen tot stand te brengen. Deze lijn zal in de toekomst worden doorgetrokken. Er is vooruitgang geboekt op het gebied van de marktafbakening en het onderhandelen en ten uitvoer leggen van corrigerende maatregelen, maar er is verdere samenwerking nodig om het gevaar van uiteenlopende uitspraken te beperken inzonderheid met betrekking tot concentraties en acquisities die door beide partijen moeten worden goedgekeurd.