Algemene Onderwijsbond

Reacties AOb op onderwijsbegroting

Persbericht

Voorzitter AOb: 'Concrete investeringsplannen ontbreken in onderwijsbegroting'
AOb wil taskforce inzetten bij bestrijding lerarentekort

'Minister Hermans lijkt het lerarentekort te aanvaarden. Misschien kan het onderwijs het probleem - financieel en organisatorisch - ook niet alleen aan. Daarom wordt het tijd voor een bovendepartementale taskforce die werk maakt van onorthodoxe plannen voor het vasthouden en werven van voldoende leraren.' Zo reageert Jaques Tichelaar, voorzitter van de Algemene Onderwijsbond, op de plannen van Hermans en Adelmund in de Onderwijsbegroting voor 2002 en het plan Maatwerk III voor het bestrijden van het lerarentekort.

De onderwijsbegroting voor 2002 bevat weinig nieuws. Het wachten was vooral op een concreet meerjareninvesteringsplan, zoals minister Hermans dat ook meerdere malen had aangekondigd. In de laatste onderwijsbegroting van Paars II ontbreekt dat opnieuw. In plaats daarvan presenteert Hermans een soort 'bouwdoosbeleid'. Hij geeft ongeveer aan wat 1 procent loonstijging voor leraren zal kosten, of globaal hoe hoog investeringen in gebouwen en lesmateriaal uitpakken als die 10 procent omhoog gaan. Zijn opvolger kan op basis daarvan keuzes maken, suggereerde Hermans.
De Algemene Onderwijsbond vindt dat niet genoeg. Zeker nu uit cijfers van het ministerie van Binnenlandse Zaken in de Trendnota duidelijk wordt dat er de komende jaren duizenden en nog eens duizenden extra leraren nodig zijn. Vooral in het voortgezet onderwijs zullen de problemen sterk toenemen. Tichelaar verbaast zich over het feit dat Hermans in zijn nota Maatwerk III zonder meer zegt dat hij ondanks alle inspanningen het probleem niet zal kunnen oplossen. 'Ik begrijp best dat het lastig is. Maar we hebben nu van alles geprobeerd. Onbevoegden voor de klas, kinderen naar huis sturen, zij-instromers werven, ouders die klassen overnemen. Als dat allemaal niet heeft gewerkt, betekent dat volgens mij dat het tijd wordt voor onorthodoxe maatregelen. Bindingspremies. Bonussen. Kwijtschelden van studieschulden. In elk geval fors investeren in het leraarsberoep. Maar ook al erkent Hermans in zijn eigen nota dat hij het probleem zo niet kan oplossen, hij en het kabinet doen niets.'

Vanuit dat ongenoegen stelt Tichelaar voor om een bovendepartementale taskforce aan te stellen, die op korte termijn moet komen met onorthodoxe maatregelen om voldoende leraren vast te houden en te werven. Daarnaast onderneemt de AOb samen met andere onderwijsorganisaties zelf actie. Het onderzoeksbureau Nyfer is gevraagd om door te rekenen hoeveel geld er nodig is om scholen en instellingen op de 'vlieghoogte' te krijgen die Hermans en Adelmund wensen. 'Blijkbaar durft de minister geen politieke keuzes te maken', zegt Tichelaar. 'Wij willen dat wel doen en hopen dat we met het onderzoeksbureau Nyfer van professor Eduard Bomhoff de politiek duidelijk kunnen maken wat er nodig is om het onderwijs als werkgever aantrekkelijk genoeg te maken.'

De aarzeling om echte keuzes te maken ziet AOb-voorzitter Tichelaar op meer punten in het huidige onderwijsbeleid. 'Hogescholen en universiteiten moeten de bachelor- en masterstructuur invoeren. Voor sommige masters bij de universiteiten wil Hermans nog wel betalen, de hogescholen moeten dat blijkbaar maar zelf doen. Die staan toch al onder druk, want de hogescholen zien hun bijdrage per student nog steeds dalen. Dat is toch in tegenspraak met het ambitieniveau van de minister, dat we op de top van de kenniseconomie moeten behoren? Nee, deze minister gooit een steen in het water - in het hoger onderwijs door de bachelor- en masterstructuur in te voeren - maar loopt vervolgens weg zonder keuzes te maken of oplossingen te zoeken.'