Raad voor Financiële Verhoudingen

Datum laatste wijziging: 21 september 2001


1. Tijdens de vergadering van de Raad van de financiële verhoudingen op 13 september jl. is onder meer gesproken over de volgende onderwerpen:

- het periodiek onderhoudsrapport 2002 gemeentefonds en het periodiek onderhoudsrapport 2002 provinciefonds;
- Plan van aanpak transparantie (Plavat);
- informatieve nota over het rapport Gemeentelijke belastingen in de 21e eeuw (rapport-Monsma);

- een notitie over stationaire gemeenten;

2. De Raad constateert dat de relatie tussen het periodiek onderhoudsrapport voor het gemeentefonds en het provinciefonds en het werkprogramma 2002 van de Raad versterking behoeft. De Raad ziet in bepaalde ontwikkelingen bij de clusters VHROSV, Wegen en Water, en Zorg mogelijk aanleiding tot gewenste aanpassingen. De Raad stelt ook vast dat als gevolg van het feit dat bij de besluitvorming over verdeelvraagstukken ten onrechte de aandacht meer gericht is op de herverdeeleffecten dan op een adequate op kostenfactoren gebaseerde verdeling. Hierdoor ontstaan mogelijk onevenwichtigheden in de verdeling. Het advies is binnenkort van deze site te downloaden.


3. Naast nut en noodzaak van het Plan van aanpak transparantie ziet de Raad ook mogelijke potentiële risicos. In het kader van een nog te verwachten adviesaanvraag zal de Raad zich nader uitspreken over de (bestuurlijke) inbedding van Plavat.


4. Ontwikkelingen in de gemeentelijke belastingen, zoals wordt beschreven in het rapport-Monsma, worden door de Raad met grote belangstelling gevolgd. De Raad wacht eventueel nader voorstellen af alvorens met een reactie te komen.


5. De Raad meent te moeten vaststellen dat vanuit het kostenoriëntatie er geen aanleiding is te veronderstellen dat de werking van de financiële verhoudingen onvoldoende tegemoet komt aan de kosten van stationaire gemeenten. Wel heeft hij geconstateerd dat er bepaalde mythes en misverstanden bestaan over de relatie tussen groei van gemeenten en de vertaling daarvan in het financiële verdeelsysteem. De Raad zal op een later moment hier aandacht aan besteden.


6. Het concept-advies Grote StedenBeleid (GSB) was het belangrijkste onderwerp van de gezamenlijke vergadering van de Rob en de Rfv op 13 september jongstleden. In het advies beperken de Raden zich tot onderwerpen die te maken hebben met het sturingsconcept van het GSB. De Raden constateren dat de GSB-selectiecriteria niet altijd eenduidig zijn geweest. Bij het GSB gaat het niet zozeer om veel extra geld voor de betrokken steden als wel om een andere manier van werken. Deze manier van werken kan ook voor niet-GSB-steden aantrekkelijk zijn. De Raden bevelen aan om de huidige convenantsperiode, die in 2003 zal aflopen, met een jaar te verlengen tot 2004, zodat het GSB-traject en het ISV-traject gelijk lopen. Gemeenten zouden volgens de Raden de ruimte moeten hebben om binnen en tussen de drie GSB-pijlers (sociale, fysieke en economische pijler) verschillende accenten aan te brengen en prioriteiten te stellen die meer zijn toegesneden op specifieke lokale problemen en omstandigheden.
De Raden pleiten voor een grootschalige evaluatie in 2007, halverwege de volgende convenantsperiode, en zijn graag bereid mee te werken aan de opzet van een dergelijk evaluatie-onderzoek. Op ambtelijk niveau hebben de Raden regelmatig overleg met de RMO en de VROM-raad die ook gevraagd zijn te adviseren over dit onderwerp.


7. Het Werkprogramma voor de Rfv staat op de site onder de rubriek profiel. Het advies over het werkprogramma staat onder de rubriek adviezen. Beide zijn van deze site te downloaden.


8. Per 1 oktober 2001 mag het secretariaat Rob/Rfv twee nieuwe medewerkers verwelkomen. Drs. G.J van den Nieuwenhuijzen (Gert-Jan). Gert Jan is momenteel werkzaam als Rijkstrainee bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De andere medewerker is de heer B.F. Steur (Boudewijn). Boudewijn is recent afgestudeerd in de Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen.


9. Op het secretariaat staat nog een vacature open voor een (senior)