Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=420782


---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Mensenrechten en Vredesopbouw Afdeling Humanitaire Hulp Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 20 september 2001 Auteur E.E.A. Provó Kluit Kenmerk HH-1286/01 Telefoon 070-3486396
Blad /2 Fax 070-3484486
Bijlage(n) E-mail eliane.provo-kluit@minbuza.nl
Betreft Toezegging van de vraag van kamerlid Molenaar over de rol van UNHCR in voedseldistributie Tanzania m.h.o.o. concurrentievervalsing locale producenten

Zeer geachte Voorzitter,

Zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg Landenbeleid Tanzania, Zambia en Zuid-Afrika d.d. 5 april jl. heb ik de eer U hierbij nader te informeren naar aanleiding van de opmerking van Kamerlid Molenaar dat naar verluidt, de landbouw in de grensstreek met Burundi ontwricht wordt doordat de UNHCR de Burundese vluchtelingen in Tanzania voorziet van voedsel. De boeren in deze streek zouden hierdoor een belangrijke afzetmarkt kwijt zijn geraakt, waarbij de vraag gesteld werd of de minister kan bevorderen dat de UNHCR hiervoor samen met deze boeren een oplossing zoekt. Beantwoording op deze vraag heeft op zich laten wachten, omdat ik een aantal betrokkenen wilde consulteren.

Burundese vluchtelingen die in Tanzania in kampen verblijven worden voorzien van voedsel waarvan de aankoop door WFP wordt verzorgd. Hierbij is niet gebleken dat de hulpvoedselvoorraden geleid hebben tot een verlies van het marktaandeel van lokale Tanzaniaanse boeren. Integendeel, de vluchtelingen blijken een voorname afzetmarkt te vormen voor lokale verbouwers en de vraag naar voedsel overstijgt de lokale beschikbaarheid. Maïs, het voornaamste graan geleverd door WFP, wordt lokaal niet in voldoende mate geproduceerd om de vluchtelingen van voldoende voedsel te kunnen voorzien. Voor zover mogelijk wordt maïs zowel lokaal als in gebieden in Tanzania waar een overschot bestaat, aangekocht.

WFP werkt samen met UNHCR, UNDP en FAO aan het bevorderen van de lokale productie van bonen in de gebieden in de omgevingen van de kampen om deze vervolgens lokaal aan te schaffen als deel van het basisvoedselpakket voor de vluchtelingen.

Echter als algemeen probleem geldt voor WFP dat veel donoren geen geld maar voedsel geven. Hierdoor is de financiële flexibiliteit van WFP gering en kan vaak niet veel voedsel lokaal aangekocht worden. Het beleid van Nederland is er dan ook op gericht alleen financiële bijdragen te leveren aan de voedselprogramma's van WFP bestemd voor lokale aankoop.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Eveline Herfkens

Kenmerk
Blad /1

===