Regels in reclameland, neem ze serieus!

20 september 2001

De federatie KNMG heeft eerder in Medisch Contact gereageerd op de aanpassing van het Reclamebesluit van de overheid (MC 27/28/2001: 1088). In dit bericht stonden ook de plannen van de federatie KNMG om te komen tot een nadere invulling van de KNMG gedragsregel 'De arts en het bedrijfsleven'*.

Een overzicht van de laatste ontwikkelingen.

Normering binnen de beroepsgroep
Op grond van het ledenpanel van de KNMG is duidelijk dat artsen vinden dat slechts in geringe mate gunsten geaccepteerd kunnen worden van de industrie en dat in alle relaties met de industrie ongewenste beïnvloeding en afhankelijkheid vermeden moet worden. Wat zijn nu de normen hierin? Dat moeten artsen met elkaar helder krijgen. Daartoe heeft de KNMG een actieplan opgesteld.
Door middel van brainstormsessies en workshops wordt het onderwerp nascholing in relatie tot sponsoring door de farmaceutische industrie onder de loep genomen. Verder wordt nagegaan aan welke eisen de relaties van artsen, die wetenschappelijk onderzoek doen in opdracht van of met financiële steun van de industrie, moeten voldoen. Tevens wordt uitgewerkt op welke wijze artsen openheid kunnen geven over relaties die zij hebben met bedrijven.
Naast normering binnen de beroepsgroep neemt de KNMG ook deel aan de activiteiten van de Stichting Code Geneesmiddelenreclame, waar de zelfregulering tussen de partijen plaats vindt. (zie www.cgr.nl)

Seeding trials
Een speciaal punt van aandacht betreft de zogenaamde Seeding trials. Dit zijn marketingactiviteiten van de farmaceutische industrie om een bepaald geneesmiddel in de pen van de arts te krijgen, onder de noemer van wetenschappelijk onderzoek.
In het rapport van de Inspectie dat onlangs is gepubliceerd over marketingstrategieën van de farmaceutische industrie ** is een opvallende en verontrustende bevinding dat 20% van de marketingplannen fase IV geneesmiddelen-onderzoeken betreffen, die derhalve onder de noemer seeding trials vallen.
Wetenschappelijk noodzakelijke onderzoeken (waaronder ook fase IV onderzoeken) staan in de boeken niet onder marketing maar onder andere rubrieken vermeld. In het artikel Regels in Reclameland*** is beschreven dat de Stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) stelt dat dit type ?onderzoek? niet door de industrie behoort te worden aangeboden en niet door artsen behoort te worden uitgevoerd. Tevens wordt een handreiking gedaan om als arts zinvol wetenschappelijk onderzoek te onderscheiden van een seeding trial. De federatie KNMG doet een dringend beroep op artsen zich aan deze regel te houden. Een onderdeel van het hierboven genoemde actieplan is te zoeken naar een betere definiëring van het begrip seeding trial, en naar meer onderscheidende criteria.

Voorlopig handhavingsbeleid Inspectie
In de reactie aan de Minister van VWS stelt de KNMG dat zelfregulering slechts mogelijk is indien de wetgeving daartoe voldoende ruimte laat. Over deze ruimte voert de federatie KNMG overleg met de overheid. Ondertussen neemt het handhavingsbeleid van de Inspectie steeds strakkere vormen aan. De aanpassing van het Reclamebesluit is nog in ontwikkeling en het is derhalve nog niet duidelijk hoe deze precies gaat luiden.

De Inspectie gaat echter voor de tussenliggende periode een voorlopig handhavingsbeleid uitbrengen, zo heeft de KNMG vernomen. Hierin worden de vage termen als 'binnen redelijke perken' en 'van geringe waarde' uit het huidige Reclamebesluit van 1994 nader uitgelegd. Daarbij streeft de Inspectie naar een situatie waarbij kennisoverdracht tussen de industrie en artsen plaats vindt zonder ongewenste beïnvloeding. Dat betekent dat de één op één relatie tussen arts en industrie (w.o. de artsenbezoeker) en financiële banden zoveel mogelijk vermeden worden. Zodra de precieze invulling van het voorlopige handhavingsbeleid bekend is zal de federatie KNMG u hierover berichten.

Via Artsennet en Medisch Contact houden wij u op de hoogte van de vorderingen van de KNMG gedragsregel 'De arts en bedrijfsleven'. Wij nodigen u van harte uit deel te nemen aan de discussie hierover. Eind van het jaar moet de invulling van de gedragsregel in grote lijnen klaar zijn. Na bestuurlijke discussie wordt deze dan aan de Algemene Vergadering van april 2002 voorgelegd.

Vragen?
Voor vragen of opmerkingen kunt u terecht bij:

- Els de Bruijn, arts, beleidsmedewerker KNMG e-mail: e.de.bruijn@fed.knmg.nl

- drs. Geraldine Raap, beleidsmedewerker LHV: e-mail: g.raap@lhv.nl

- dr. Els van der Wel, adjunct directeur Orde van Medische Specialisten:
e-mail: e.vd.wel@ordemeds.nl


* KNMG gedragsregel 'De arts en het bedrijfsleven' VI.1. (1996): De arts aanvaardt van het bedrijfsleven geen geschenken of andere voordelen in geld of natura, tenzij deze een geringe waarde hebben en relevant zijn voor de uitoefening van het geneeskunde, een en ander met inachtneming van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame. (pm de stichting Code geneesmiddelenreclame is opgericht in 1998)
** Rapport van VWS: Interacties zonder ongewenste bijwerkingen; een inventarisatie van de interacties tussen innoverende farmaceutische industrie en de voorschrijvende arts, mei 2001
Rapport van de Inspectie: Marketingplannen voor U.R.-geneesmiddelen: de feitelijke zaken, juni 2001

*** Bruijn de E.M., Wigersma L. Regels in reclameland. Medisch Contact 2001; 56(5): 179-81