---
Kabinetsbeleid inzake externe veiligheid (21-9-2001)
---
In het externe veiligheidsbeleid zoals dat is vastgelegd in het NMP4 staat de beperking van
mogelijke effecten van gevaarlijke activiteiten voor de omgeving centraal.
Het beleid is gericht op de beheersing van risico's voor de omgeving vanwege het gebruik, de opslag
en de productie van gevaarlijke stoffen; het transport van gevaarlijke stoffen en het gebruik van
luchthavens. Dit schrijft minister Pronk van VROM vandaag in
een brief aan de Tweede Kamer.
In het stedelijk gebied, met name langs belangrijke transportroutes, zijn situaties ontstaan waar
de veiligheidsrisico's groter zijn dan naar huidige inzichten aanvaardbaar wordt geacht. Dat moet worden
gecorrigeerd zodat risico's weer worden teruggebracht tot een aanvaardbaar niveau.. Een voorbeeld hiervan
zijn een aantal binnenstedelijke spoorwegemplacementen. Van de 80 emplacementen waar het rangeren met
wagons met gevaarlijke stoffen in de milieuvergunning is toegestaan, worden er ongeveer 14 als knelsituatie gezien.
V oor deze spoorwegemplacementen wordt nu een aantal maatregelen doorgevoerd, afspraken gemaakt met het
bevoegd gezag over in de toekomst nog toegestane vervoersmogelijkheden en afspraken gemaakt ten aanzien
van de bebouwing in de omgeving van het emplacement.
Voor maatregelen op het gebied van ruimtelijke ordening is de minister van VROM verantwoordelijk. Tevens
is hij belast met de coördinatie van het externe veiligheidsbeleid. Voor de uitvoering van de coördinerende
taken is binnen het departement van VROM een projectdirectie in oprichting, die per 1 januari 2002 operationeel
wordt.
Om een adequaat beleid te kunnen voeren is het van belang een duidelijk beeld te hebben van aard
en omvang van de problematiek; daarvoor zijn heldere en eenduidige gegevens nodig.
In dit kader is een aantal maatregelen genomen:
de oprichting van een nationaal expertise centrum voor externe veiligheid bij het
RIVM. Het centrum zal in 2002 actief zijn.
De huidige ambtelijke Commissie voor Preventie van Rampen wordt vervangen door
een nieuwe onafhankelijke Adviesraad voor externe veiligheid.
Er komt een wettelijk registratieplicht ten aanzien van risicovolle situaties
met betrekking tot gevaarlijke stoffen.
Het RIVM zal het centraal orgaan zijn dat het register van risicosituaties opzet
en beheert.
Deze databank met gegevens over risicovolle situaties in de woon-, leef- en
werkomgeving van burgers wordt ook beschikbaar gesteld voor burgers.
Voor burgers is de mogelijkheid geopend om via het internet-loket Lokaal
Signaal van het ministerie van VROM klachten in te dienen of vragen te stellen op het terrein
van ruimtelijke ordening, inclusief de externe veiligheid en de leefomgeving. De signalen worden
door de Inspectie verwerkt en zullen mede dienen ter toetsing van het beleid en de uitvoering
daarvan.
Regelgeving
Bestaande en nieuwe regels moeten veel beter worden uitgevoerd. Daarvoor is versterking van de
doorwerking van de gestelde regels nodig naar de praktijk van het lokale en regionale beleid. Daarom
zal het hernieuwde veiligheidsbeleid onderdeel vormen van deel 3 van de vijfde Nota Ruimtelijke Ordening.
Kernpunten daarin zijn dat kennis en veiligheidsrisico's vroegtijdig in het ruimtelijk planproces worden
meegenomen; dat er op wordt gelet nieuwe onveilige situaties te voorkomen en bestaande onveilige situaties
te saneren.
Handhaving
De rapporten van de Commissies Oosting en Alders onderstrepen de noodzaak van verbetering van de
handhaving. Handhaven in plaats van gedogen; actief volgen in plaats van afwachten. Daarom zal de rol en
de capaciteit van de rijksinspecties worden versterkt.
Om de integratie verder te versterken en langs elkaar heen werken te voorkomen zijn bij diverse departementen
integratietrajecten van de inspecties gestart. Bij het ministerie van VROM zal de geïntegreerde inspectie
per 1 januari 2002 operationeel zijn. De rijksinspecties zullen onderling nauwe relaties onderhouden.
(bron: http://www.vrom.nl/pagina.html?id=5387)
---
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer