CDA

Europees Hof: België mag AOW niet langer korten op Belgisch pensioen

Het Europese Hof van Justitie heeft een arrest gewezen waardoor het Belgische rijkspensioen niet meer mag worden gekort, omdat de partner van de pensioengerechtigde een eigen Nederlands AOW-inkomen krijgt. Omdat België weigert het vonnis uit te voeren, overweegt de Europese Commissie een zogenaamde niet-nalevingsprocedure (artikel 226 EG verdrag), om België te dwingen de wet in overeenstemming te brengen met het arrest. Dit blijkt uit antwoorden van de Europese Commissie op vragen van CDA-Europarlementariër Bartho Pronk.

In België garandeert de overheid aan iedereen die heeft gewerkt een pensioen. De hoogte van dit pensioen is afhankelijk van het vroegere inkomen van de pensioengerechtigde en van het inkomen van de partner. Nederlanders die in België hebben gewerkt, komen ook in aanmerking voor dit rijkspensioen. Zij ontvangen dit pensioen boven op hun AOW. Voor de Belgische pensioenwet ontstaat echter een nieuwe situatie op het ogenblik dat de partner ook 65 jaar wordt. Volgens de Nederlandse regels vervalt dan een toeslag op de AOW en wordt het ontbrekende deel AOW rechtstreeks gestort op de rekening van de partner. De Belgische wet interpreteert dit als een eigen inkomen van de partner en vanwege de koppeling met het inkomen van de partner wordt het rijkspensioen gekort. Dit kan al snel enige honderden gulden netto per maand schelen.

Recentelijk heeft het Hof in Luxemburg in de zaak Engelbrecht geoordeeld dat deze gang van zaken een belemmering is van het vrij verkeer van werknemers en verbood daarop de bedoelde wet. Desalniettemin bleef de Belgische Rijksdienst voor Pensioenen de gewraakte wet uitvoeren.

Op vragen van Bartho Pronk en andere klachten heeft de Europese Commissie bekendgemaakt België nog twee maanden de tijd te geven de wet aan te passen aan het arrest van het Hof in Luxemburg. Gebeurt dit niet, dan zal de Europese Commissie een niet-nalevingprocedure starten voor het Europese Hof van Justitie.

Voor meer bijzonderheden: Bartho Pronk tel. 00-32 2 284 5865 Eduard Slootweg, tel. 00-32 475 721 280