Hoofdpunten Rijksbegroting 2002: ruimtelijke ordening
De Rijksbegroting 2002 bevat het voorgenomen regeringsbeleid voor het
jaar 2002. Voor het ministerie van VROM staat dit jaar in het teken
van uitwerking, uitvoering en voortzetting van beleid dat eerder werd
aangekondigd in enkele grote nota's: de Nota Wonen, de Vijfde Nota
Ruimtelijke Ordening, de nota Grondbeleid, het NMP4 en de
architectuurnota Ontwerpen aan Nederland.
Hierna volgen enkele passages uit de Rijksbegroting die hoofdpunten
bevatten voor het beleid ten aanzien van ruimtelijke ordening.
Vijfde Nota
Binnenkort moet de Vijfde Nota na inspraak uitmonden in een
Planologische Kernbeslissing Nationaal Ruimtelijk Beleid. Het streven
is om deze beslissing nog gedurende de lopende kabinetsperiode af te
ronden.
Instrumenten
Medio 2002 wordt het voorstel voor een herziene Wet op de Ruimtelijke
Ordening, nodig voor een adequate uitvoering van de doelstellingen in
de Vijfde Nota, aangeboden aan de Tweede Kamer en Eerste Kamer. Op 1
januari 2002 gaat het Ruimtelijk Planbureau van start, dat
onafhankelijk verder werkt aan verdere ontwikkeling en toetsing van
ruimtelijk beleid. Het Ruimtelijk Planbureau heeft binnen de
Nederlandse verhoudingen dezelfde rol en status als de overige
planbureaus.
De nota Grondbeleid ("Op grond van nieuw beleid") bevat een uitgebreid
actie- en wetgevingsprogramma ter vernieuwing van het
grondbeleidsinstrumentarium. Het biedt Rijk, provincies en gemeenten
betere mogelijkheden voor de kwalitatieve ontwikkeling van de ruimte.
Een van de belangrijkste instrumenten die de nota introduceert is de
exploitatievergunning. Hiermee krijgen gemeenten niet alleen een
instrument om kosten te verhalen op ontwikkelaars, maar ook om
kwalitatieve voorwaarden te stellen aan het ontwikkelen van locaties,
zoals ruimtelijke inrichtingseisen of particulier opdrachtgeverschap.
Via een voortgangsbrief wordt de Tweede Kamer eind oktober
geïnformeerd over de actuele stand van zaken van de uitwerking van de
Nota Grondbeleid. Hoe aanvullend de beleidsterreinen wonen, ruimte en
milieu zijn, wordt direct zichtbaar in de steden en dorpen. Het
kabinet bevordert een gevarieerde, veilige en aantrekkelijke
ruimtelijke inrichting, die beter dan nu aansluit bij de uiteenlopende
behoeften van burgers en ondernemers. Door hiertoe vooral het al
bebouwde gebied te vernieuwen en te veranderen, kan meer open ruimte
behouden blijven.
Wonen
De zeggenschap over de eigen woonsituatie krijgt al in 2002 vastere
vorm. Particulier opdrachtgeverschap, waarbij bewoners zelf een grote
rol spelen in ontwerp en uitvoering van hun woning, is wellicht de
meest directe vorm van zeggenschap. In 2005 moet een derde van alle
nieuwbouwwoningen via particulier opdrachtgeverschap gerealiseerd
kunnen worden.
Stedelijke vernieuwing
Zeggenschap over de woonsituatie is meer dan meepraten over de eigen
woning. Nog deze kabinetsperiode zal een voorstel voor een integrale
Woonwet worden ingediend dat onder meer hierover waarborgen inbouwt
voor burgers. De stad en de eigen wijk behoren tot de woonsituatie en
zijn het domein van de inwoners. In 2002 worden diverse acties
ondernomen om bewoners meer te betrekken bij stedelijke vernieuwing en
bij beheer van buurten en wijken. Bij de toedeling van het budget zal
rekening worden gehouden met de mate waarin burgers bij projecten voor
stedelijke vernieuwing worden betrokken. Door het oprichten van
wijkontwikkelingsmaatschappijen, waarin burgers, gemeenten,
ondernemers en corporaties zijn vertegenwoordigd, kunnen partijen
meedenken en -praten over de directe leefomgeving. Duidelijk is dat
vaart gemaakt moet worden met de stedelijke vernieuwing. Zonder extra
impuls zal de woningvoorraad in 2010 niet voldoen aan de kwalitatieve
vraag van dat moment. Een tweede ronde verstedelijkingsgesprekken met
gemeenten, regio's en provincies moet tot concrete afspraken leiden.
Die gesprekken vinden nog dit kalenderjaar plaats en moeten leiden tot
vernieuwde regioconvenanten, die in 2003 worden afgesloten.
Waar zeggenschap over de eigen woonsituatie en stedelijke vernieuwing een sterke ruimtelijke component hebben, haken enkele aanscherpingen in het Bouwbesluit sterk in op de duurzaamheid en veiligheid van de gebouwde omgeving. Gezondheid van bewoners is een belangrijk kernwaarde in de wijzigingen. Zo geldt voor nieuwbouwwoningen vanaf 2002 een strenger eisenpakket om contactgeluid tegen te gaan en gaat de minimale plafondhoogte van 2.40 meter naar 2.60 meter.
Water
In 2002 wil het kabinet een Nationaal Bestuursakkoord Water sluiten
waarin de gezamenlijke taakstelling van het Rijk, de provincies, de
waterschappen en de gemeenten wordt vastgelegd. Bestuurders moeten van
elkaar weten wie welke taak op zich neemt en ervan op aankunnen dat de
taken goed en op tijd worden uitgevoerd.
Begrotingshoofdstuk XI
Een overzicht van de uitgaven en ontvangsten per beleidsartikel vindt
u hier. De behandeling van dit hoofdstuk uit de Rijksbegroting 2002 in
de Tweede Kamer is voorzien in week van 13, 14 en 15 november
aanstaande.
19 september 2001