Persberichten / Dossier BSE
BSE-geval in Woudenberg
19 september 2001 - Vandaag is bij een zevenjarige koe op een bedrijf
in Woudenberg Bovine Spongiforme Encephalopathie (BSE) geconstateerd.
Deze besmetting is het eenentwintigste geval in Nederland sinds 1997
en het dertiende geval in 2001.
De koe, Jannie 345, geboren op 4 september 1994, is op 12 september
aangeboden op een noodslachtplaats. De RVV-dierenarts aldaar
constateerde bij de keuring verschijnselen die op BSE konden wijzen.
De koe is daarop gedood en naar ID-Lelystad gebracht. Daar bleek de
snelle BSE-test op 13 september positief. Bij een klinische inspectie
van de andere 90 runderen op het bedrijf zijn bij geen van deze dieren
symptomen van BSE aangetroffen.
Vandaag werd de uitslag van de snelle test door nader onderzoek
bevestigd. Zoals gebruikelijk wordt een onderzoek ingesteld naar het
veevoer, met name naar het voer gegeten in de eerste levensmaanden
door de zieke koe. Daarnaast worden alle dieren met een verhoogd
BSE-risico die inmiddels op andere bedrijven verblijven, getraceerd en
geruimd.
Sinds 1 juli 2001 bestaat op grond van een EU-verordening
(999/2001/EG) de mogelijkheid om in geval van BSE niet het hele
bedrijf waarvan het BSE dier afkomstig was te ruimen, maar het ruimen
te beperken tot dieren met een verhoogd risico op BSE. Tot deze groep
dieren behoren de nakomelingen van het BSE-rund die jonger zijn dan 2
jaar, het voedercohort en het geboortecohort van het BSE-rund. De
veehouder heeft de mogelijkheid om te beslissen om wél de overige
runderen op zijn bedrijf te laten ruimen, als hij van mening is dat
gedeeltelijke ruiming tot een onaanvaardbare beperking van zijn
bedrijfsvoering zou leiden. De veehouder zal dan op de gebruikelijke
manier schadeloos worden gesteld. Voor deze mogelijkheid heeft de
veehouder in Woudenberg gekozen.
Pers
Reageren
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij