www.sp.nl Nieuws Tomaat
Algemene Beschouwingen SP-fractie
begroting 2002
Eerste termijn, uitgesproken door Jan Marijnissen op 19 september 2001
Afgelopen vrijdag, 12.00 uur. Mijn straat, mijn stad, mijn land, mijn
continent was drie minuten stil. De eensgezindheid over de
veroordeling van de aanslagen op duizenden onschuldige,
nietsvermoedende, Amerikaanse burgers werd zo op waardige wijze
getoond. Allen die ik over die drie minuten sprak vonden het een
bijzondere ervaring. Snellen we normaal altijd maar langs elkaar heen,
nu stonden we allemaal stil (letterlijk en figuurlijk) bij wat ons
allen bindt, namelijk onze weerzin, onze afschuw over wat er vorige
week in New York, Washington en Pittsburg is gebeurd. We zijn daar
tégen, omdat we vóór een manier van leven zijn waarin we de ander niet
met wapens te lijf gaan.
De getoonde samenhorigheid zou echter geen uitzondering moeten zijn,
maar regel. De ramp van de elfde september heeft laten zien hoe
kwetsbaar, wondbaar ieder van ons is op deze wereld die kleiner en
kleiner wordt. Al zijn we met zes miljard mensen en kent de aarde een
gigantisch oppervlak, door de voortschrijdende technologie die een
snelle en goede nieuwsvoorziening mogelijk maakt ontstaat er bij zo'n
ramp een gevoel van lotsverbondenheid op een manier die ík in ieder
geval nog nooit eerder heb mogen ervaren. We zijn elkaars buren
geworden. Wat bij de een gebeurt, raakt onmiddellijk de ander. Of we
nu willen of niet: we zijn letterlijk wereldburgers geworden.
Hoe negatief de aanleiding voor deze overpeinzing ook mag zijn, hij
lijkt mij daarom niet minder waardevol. Zou er een moment komen waarop
we ons in gelijke mate het lot van alle slachtoffers van terreur,
onderdrukking en uitbuiting aantrekken? Ongeacht nationaliteit, ras of
religie? Zou er een moment komen waarop we ons verontwaardigd kunnen
tonen over elke vorm van onrecht, ongeacht waar het toeslaat en wie
het treft? Zouden we een wereld kunnen bouwen waarin de waardigheid
van élk individu gerespecteerd zal worden, en recht gedaan wordt aan
de gelijkwaardigheid van álle mensen, een wereld waarin mensen in
gelijke mate kunnen profiteren van welvaart en welzijn en waarin
solidariteit een vanzelfsprekendheid is?
Of dit alles een illusie is? Wie zal het zeggen? Maar dan nog koester
ik liever deze illusie, deze utopie dan te moeten leven met de
gedachte dat elke dag een elfde september kan zijn. Een dag die komt
en weer voorbij gaat, wachtend op het volgende voorbeeld van
schreeuwend onrecht. Ik wil optimistisch blijven over de toekomst, en
daarom wil ik niet cynisch maar realistisch kijken naar het heden en
de toekomst.
De ramp die de VS vorige week trof heeft een momentum gecreëerd dat de
wereld en met name de verantwoordelijke politici zouden moeten
gebruiken voor een moment van bezinning, reflexie op de richting die
de wereld op gaat. Waar komt dat fundamentalisme, dat fanatisme, die
haat vandaan? Is er een relatie met langdurig bestaand onrecht? Is er
een verband met de uitzichtloosheid van velen? Al zal een direct
oorzakelijk verband nooit kunnen worden aangetoond, en zullen we de
gevolgen van de daden van zieke geesten nooit helemaal kunnen
ontlopen; het besef dat we wereldburgers zijn en dus allemaal
verantwoordelijkheid dragen voor het welbevinden van alle andere
wereldburgers moet op zichzelf voldoende reden zijn voor de genoemde
bezinning.
Want, paradoxaal genoeg, hoewel onze financiële, economische en
technische middelen rijker voorradig zijn dan ooit tevoren, worden de
mondiale tegenstellingen alleen maar groter en groter. Een paar
voorbeelden: Het inkomensverschil tussen de 20% rijkste landen en de
20% armste landen steeg van een factor 30 in 1960 naar een factor 74
eind jaren negentig. Het aantal mensen dat moet leven van 1 dollar per
dag is in de laatste jaren gestegen van 1 miljard naar 1,2 miljard. Er
wordt meer geld uitgegeven voor de ontwikkeling van cosmetica dan voor
onderzoek naar medicijnen tegen tropische ziekten en HIV- en
Aids-besmetting.
Het ergste is nog wel dat er voor zo velen geen zichtbaar perspectief
is op fundamentele verbetering van hun leven. Vele mensen leven in
totaal uitzichtloze omstandigheden. Hun dageraad wordt elke dag
begeleid door het besef dat ook de nieuwe dag geen uitkomst zal
brengen. Teleurstelling en frustratie staan op het dagelijkse menu van
hun leven. Berusting en woede daarover wisselen elkaar af. De
georganiseerde woede leidt niet zelden tot conflicten, steeds vaker
ook gewelddadige conflicten. De meest creatieven en de meest
ambitieuzen zoeken hun heil in het rijke Westen, mits men de
hindernissen kan nemen en zich toegang kan verschaffen tot de 'hoorn
van overvloed'.
De grote tegenstelling tussen kansrijken en kansarmen is niet alleen
onrechtvaardig, zij is ook gevaarlijk. Vele regionale conflicten
vinden hun oorsprong in deze sociaal-economische tegenstelling, ook al
nemen die conflicten niet zelden de vorm aan van religieuze of
etnische tegenstellingen.
Terug naar vorige week.
De ontzetting, de verontwaardiging over de moord op duizenden
onschuldige, nietsvermoedende mannen, vrouwen en kinderen is groot.
Het duivelse raffinement waarmee de aanslagen zijn gepleegd heeft de
wereld verbijsterd. Uit de loop van de gebeurtenissen van die elfde
september blijkt dat het moeilijk, zo niet onmogelijk is, om onze
samenleving absolute bescherming te bieden. Effectieve en sluitende
wapening, letterlijk en figuurlijk, tegen deze vormen van
terroristisch geweld is vrijwel een illusie. Naar de mening van de
SP-fractie staat de wereldgemeenschap twee dingen te doen. Op de
eerste plaats zullen de organisatoren, financiers en helpers van deze
wandaad moeten worden opgespoord en berecht. Op de tweede plaats, en
deze opdracht is nóg moeilijker dan de eerste, zullen terroristen
moeten worden geïsoleerd. Dat kan alleen door de voedingsbodem voor
fanatisme en daaruit voortkomend terrorisme te bestrijden door de
tegenstellingen in de wereld te verkleinen en te maken dat alle mensen
daadwerkelijk iets te verliezen hebben.
Al eerder heeft mijn fractie respect geuit voor de wijze waarop de
minister-president op zijn persconferentie meteen na de aanslag zijn
leedwezen en solidariteit betuigde met het Amerikaanse volk - mijn
fractie heeft zich daar graag volledig bij aangesloten - maar
anderzijds ook opriep tot een beheerste reactie. Hij sprak 'de vurige
wens uit dat wij hier, maar ook het Amerikaanse volk, kans zal zien om
in waardigheid op deze vernedering te reageren. (...) Op een wijze die
recht doet aan de waarden die wij gezamenlijk in onze democratie
vertegenwoordigen.' Ook bij deze opmerkingen sluit mijn fractie zich
van harte aan.
Immers de vrees is niet ongegrond dat de aanslagen van vorige week het
begin vormen van een nieuwe keten van ongekende vormen van terreur en
vergelding. Dat is ook de reden waarom mijn fractie geschrokken is van
het woord 'oorlog' dat eerst door Bush en nu ook door onze eigen
minister-president in de mond is genomen, als het opsporen en
berechten van de verantwoordelijken voor de aanslagen wordt bedoeld.
Het gebruik van het woord 'oorlog' roept onmiddellijk de vraag op:
Oorlog met wie? Met een bende terroristen? Met een land, een groep van
landen, een continent? Met een geloofsgemeenschap, of een etnische
bevolkingsgroep? Met een ideologie? Nu nog niet onomstotelijk vast
staat wie de verantwoordelijken zijn, nu bijgevolg ook nog niet
duidelijk is wat de te volgen strategie zou moeten zijn om de
verantwoordelijken aan te pakken, kan het uitroepen van 'een oorlog'
een eerstvolgende stap zijn in het escalatieproces waar velen terecht
zo bevreesd voor zijn. Als terroristen angst willen zaaien door middel
van georganiseerd geweld gericht tegen burgers, dan moeten wij
voorkomen dat zij hun zin krijgen. Kost wat kost moet voorkomen worden
dat de wereld in een crisis gestort wordt die op termijn een
bedreiging kan vormen voor de wereldvrede en nog meer onschuldig bloed
kan doen vloeien.
Wat zijn de implicaties van het activeren van artikel vijf van het
NAVO-verdrag?, zo vraag ik de MP. Wat is de rol van de VN in deze
'oorlog tegen het terrorisme'? Waar zal die 'oorlog' uit bestaan? En,
waarom is er - nu we volgens de MP 'in oorlog' zijn - dan zo weinig
aandacht voor geweest in de troonrede?
Het is al vaker gezegd: Beschaving is een wankel bruggetje over het
ravijn van de barbarij. Het is onze taak te blijven vechten voor het
behoud van die brug, hier en elders op de wereld, door de strijd aan
te binden met geweld, agressie én onrecht. Naar mijn mening is het
daarom een vergissing om de aanslagen in de VS te bestempelen als een
daad van agressie tegen alléén de Westerse wereld. Het is een daad van
agressie tegen álle mensen die menselijke waardigheid en
verdraagzaamheid hoog in het vaandel voeren, of zij nu in Amerika
wonen of in Nederland; in Israël of Egypte; in Soedan of Zuid-Afrika;
of ze nu christen zijn of moslim; atheïst of boeddhist. We moeten de
verontwaardiging niet exclusief voor onszelf claimen en anderen
daarmee - gewild of ongewild - buiten sluiten. Terecht zei dominee Van
der Leer afgelopen zaterdag bij de landelijke herdenkingsdienst in de
Dom van Utrecht: 'Laat ons beseffen dat de scheidslijn tussen goed en
kwaad niet loopt tussen christen en moslim.' Graag voeg ik daar aan
toe: en ook niet tussen het Westen en de rest van de wereld.
In de klas van mijn dochter hielden de kinderen vrijdag geen drie maar
vier minuten stilte. Ze deden dat op eigen initiatief, drie minuten
voor de doden in Amerika en één minuut voor alle andere slachtoffers
van agressie en geweld.
In de getoonde eensgezindheid in de afschuw over de aanslagen in de VS
ligt iets heel positiefs besloten: de bereidheid te staan voor
menselijkheid, oprechtheid en de wil in vrede samen te leven. Het is
de moeite waard die waarden eensgezind vast te houden.