BIJDRAGE PvdA-FRACTIEVOORZITTER AD MELKERT AAN DE ALGEMENE POLITIEKE
BESCHOUWINGEN OP 19 SEPTEMBER 2001
Inbreng 1e termijn
Het merendeel van de leden van deze Kamer maakt deel uit van een
bevoorrechte generatie.
Geboren na de oorlog. Opgegroeid met het historische wonder van de welvaart.
Kinderen van de ouders van de Atlantisch veiligheid en de Europese
integratie.
Geluk werd steeds gewoner.
Democratie een gegeven.
En geleidelijk verdween ook het gevoel van dreiging met de val van de Muur
in 1989 als onvergetelijk symbool.
De schok van 11 september 2001 stelt iedereen op de proef.
In de eerste plaats de onvoorstelbaar getroffen nabestaanden.
Met je mobiele telefoon je eigen wisse dood aan je geliefden aankondigen.
Reddeloos en redeloos in de moderne tijd.
Er zullen nog zoveel verhalen worden verteld en moeten worden verteld.
Ze overschaduwen vandaag totaal de Miljoenennota.
Daarover en over de onvermijdelijkheid van een pas op de plaats in het
begrotingsbeleid spreek ik liever straks.
Het belangrijkste staat nu voorop.
Democratie is historisch gezien een recente verworvenheid van een minderheid
van de wereldbevolking. Zij moet beschermd en verdedigd worden tegenover de
permanente dreiging van terreur. New York en Washington zijn nu smartelijk
getroffen, maar meerdere malen zijn Europeanen of Amerikanen door het oog
van de naald gekropen. Waakzaamheid en verdraagzaamheid, daar gaat het om.
Waakzaam tegen alle gevaar dat onze open maatschappij bedreigt. Met de
bereidheid daartegen ten strijde te trekken met de middelen die passen bij
de rechtsstaat en de internationale rechtsorde.
Verdraagzaam tegenover de bevolking van andere landen, tegenover immigranten
en nieuwe landgenoten uit andere culturen die deel uitmaken van een
wereldgemeenschap die wordt gebouwd op de universele beginselen van de
mensenrechten.
Het is dus een buitenlandse en een binnenlandse opgave tegelijk.
Die voor veel mensen een bron van grote onzekerheid is.
En een enorme claim legt op het vermogen van de politiek om die onzekerheid
te verminderen, vertrouwen te wekken dat stabiliteit en veiligheid herwonnen
kunnen worden.
In een wereld die vandaag kleiner is dan hij acht dagen geleden nog leek.
Nederland heeft deze week ingestemd met het activeren van het wederzijdse
bijstandartikel (artikel 5) uit het NAVO-verdrag. De solidariteit vanuit
gevoelens voor de diepe emotie bij het Amerikaanse volk staat voorop. Maar
het gaat om meer dan dat. Het gaat ook om het gezamenlijk aanvaarden van een
nieuwe betekenis van het begrip oorlogsvoering in verband met de
destabilisatie van hoog ontwikkelde samenlevingen door precisieterreur tegen
kwetsbare doelen. De betekenis hiervan is nog lang niet volledig
doorgedrongen. In ieder geval raakt het ook ons.
Het NAVO-besluit vormt tevens de bevestiging van het gezamenlijk optrekken
van de
Verenigde Staten en de Europese Unie. Dit is voor ons land van groot
gewicht. Daardoor ontstaat ruimte om de integratie van het externe
veiligheidsbeleid van de Unie te versnellen zonder verzwakking van de
naoorlogse band met de VS te riskeren. In hoeverre die ruimte ook zal worden
benut zal in de komende weken en maanden worden bepaald. De Europeanen
kunnen zich daarbij niet veroorloven vandaag solidariteit te beloven en
morgen aan de zijlijn toe te kijken. Van de Amerikanen waarderen wij de
onmiddellijke stap die is gezet naar multilaterale samenwerking. Dat is over
en weer van groot belang.
De Partij van de Arbeid steunt de regering in de opstelling die zij in de
NAVO-Raad heeft gekozen. Die opstelling verplicht, op meerdere fronten. Er
is nu meer vereist dan het afwachten van een verzoek tot bijstand. Er zijn
politieke initiatieven nodig om instabiele regio's economisch en politiek
uit hun isolement te halen zodat meer kans ontstaat op het juist isoleren
van terroristische cellen. Noch de Europese Unie noch de Verenigde Staten
zijn erin geslaagd in de Arabische wereld veel succes in deze richting te
boeken. De kern van de keuze van Nederland en de NAVO-partners nu is:
betrokkenheid in plaats van afzijdigheid.
Betrokkenheid die op tal van fronten beslissingen vraagt. We zijn misschien
even de aandacht kwijt, maar nog deze maand zal de NAVO moeten beslissen
over de aanwezigheid in Macedonië. Ik kan me geen andere dan een positieve
beslissing voorstellen, ook als dat een voortgezette Nederlandse bijdrage
betekent.
In de strijd tegen terreur betekent betrokkenheid: op alle mogelijke
manieren samen optrekken, politiek, diplomatiek, economisch, financieel,
militair en tegen drugscriminaliteit en mensenhandel die een grote bron van
inkomsten zijn voor terroristen..
Terrorisme gedijt op een voedingsbodem van armoede en fundamentalisme. Het
lot van de massa's in landen als Algerije, Irak, Afghanistan is in de eerste
plaats in handen van regimes die een externe vijand gebruiken om zelf de
overhand te houden. Daarom is er geen blauwdruk voor het afwenden van de
dreiging van terrorisme langs vreedzame weg en moeten wij dus ook voorbereid
zijn op de onvermijdelijkheid van inzet van geweld. Maar proportioneel,
doelgericht en als onderdeel van een brede politieke strategie om tot een
oplossing te komen. Ook in de keuze van de middelen moeten de waarden tot
hun recht komen waarvoor we juist willen opkomen. Met het oog daarop zal
onze regering alles in het werk moeten stellen om een succesvolle start van
het Internationaal Strafhof mogelijk te maken; daar treedt nu ernstige
vertraging op en daarmee dreigen we een slechte beurt te maken. Het moet
daarna ook mogelijk zijn de Verenigde Staten opnieuw te betrekken bij dit
cruciale sluitstuk in een waarlijk internationale aanpak van misdaden tegen
de menselijkheid. De betekenis hiervan behoeft geen betoog na de
voorgeleiding van Milosevic voor het Joegoslavië-tribunaal.
Bouwen aan de internationale rechtsorde: dat is de drijfveer van onze
betrokkenheid.
De wereld wordt kleiner.
Globalisering biedt economische kansen, maar schept ook nieuwe ongelijkheden
tussen staten en nieuwe spanningen tussen mensen: erbinnen of erbuiten als
het gaat om de uitbreiding van de Europese Unie; erbinnen of erbuiten als
het gaat om het toewijzen of afwijzen van een asielverzoek; erbinnen of
erbuiten op de arbeidsmarkten die tegelijk een vesting en een magneet zijn
voor miljoenen mensen. Ik weet zeker dat veel Nederlanders de beelden bij de
tunnel naar Engeland of aan het strand van Zuid-Spanje mensonterend vinden.
Maar ze maken zich ook zorgen. Over de veranderingen in de buurt of op de
school, over de moeilijke communicatie met teveel mensen die onvoldoende
Nederlands spreken, over kleine heel erg zichtbare groepen allochtone
jongeren op straat of in een zwembad en over asielzoekerscentra die een dorp
in het dorp zijn geworden.
Andersom voelen ook veel nieuwe Nederlanders zich onzeker. Op inburgering
moeten ze vaak lang wachten, letterlijk en figuurlijk. Asielzoekers worden
jaren aan het lijntje gehouden en mogen zelfs niet in hun eigen onderhoud
voorzien. Jongerencentra zijn als het meezit twee avonden per week open, ter
onderbreking van officieel getolereerde ledigheid. Over het rapport over
Marokkaanse jongeren "Samen vol vertrouwen de toekomst tegemoet" sprak ik
ooit de regering aan. We zijn nu drie jaar verder en over enkele weken
gebeurt er iets. Een expertmeeting.
We sluiten de ogen niet voor wat er in Ede of elders is voorgevallen.
Jongeren die op straat of op school provoceren moeten bij hun lurven worden
gepakt. Maar ook de hand worden gereikt. Niet de andere kant uitkijken; niet
groepen onderscheiden op de wens tot herdenken; maar een stevig gesprek
aangaan, normen en waarden overdragen. Zoals de voetballers zondag hand in
hand in de middencirkel: dat moet ook deze jongens aan het denken hebben
gezet. Of zoals het persbericht van Nederlandse islamitische organisaties
waarin stond: "Het terrorisme maakt van ons allen slachtoffers, het gaat
alle rede te boven".
Dat was een bemoedigend signaal.
Zij allen volgen het voorbeeld van de bevolking van New York. Ik kijk met
grote bewondering naar de saamhorigheid in deze meest multiculturele stad
van alle steden. Die kracht is het beste antwoord op de onzekerheid die
voorlopig blijft. Wat we niet in de hand hebben is de volkomen andere
rationaliteit die terroristen en hun sponsors drijft; wat we wel kunnen
bereiken is het onderlinge samenleven verbeteren in een wereld waarin het
aantal mensen in beweging - nu ook weer in Afghanistan - steeds meer
toeneemt.
De wereld wordt kleiner en daardoor worden aanpassingsproblemen groter. Die
komen het meest terecht bij de mensen die het minst bezitten. Bij migranten
op zoek naar een beter leven voor zichzelf en hun kinderen. In de
volksbuurten waar de bewoners het eerst worden geconfronteerd met andere
gezichten, een andere sfeer, een andere wereld. Overal in de rijke wereld
gaat dat zo. Het gaat om het samen scheppen en delen van welvaart. Dat
vraagt van de politiek strenge regels en rechtvaardige normen die houvast
bieden om een gezamenlijk gedeelde toekomst met vertrouwen tegemoet te zien.
De Europese Commissie heeft in een belangrijk rapport de samenhang tussen
migratie- en asielbeleid onderkend en een weg naar de toekomst gewezen. Die
biedt voor Nederland aanknopingspunten. Het Vluchtelingenverdrag is een
groot goed, maar Nederland zal er niet in zijn eentje garant voor kunnen
staan.
In het asielbeleid hebben we met de nieuwe vreemdelingenwet pas een eerste
stapje gezet om mensen sneller duidelijkheid te bieden en asielzoekerscentra
minder tot bron van begrijpelijke onzekerheid te maken. Er blijft nog veel
te doen in de aanpak van de mensenhandel en het aanspreken van landen die
hun ingezetenen niet terug willen nemen.
Voorkomen moet worden dat door een gebrek aan Europese afstemming
regeringen, zoals de Duitse, hun eigen weg gaan. Een geïntegreerd Europees
asiel- en migratiebeleid is onontkoombaar. Vrijdag komt de Europese Raad
bijeen om over de veiligheidscoördinatie te spreken. Ik hoor graag wat
Nederland daarbij voor ogen staat. Biedt de daadkracht die zich nu aandient
geen kans om ook de draad van Tampere, waar Nederland zich heeft ingespannen
voor een gezamenlijke aanpak van het asielvraagstuk, weer op te pakken? Het
is van groot belang dat onze samenleving niet in de greep komt van
toenemende illegaliteit: daarmee zou de verzorgingsstaat in gevaar komen en
ook een onaanvaardbare kloof binnen de eigen maatschappij worden gedoogd.
In ons dagelijks leven of in onze dagelijkse leefomgeving: overal zijn de
grenzen tussen staten en volkeren geslecht. Ons voedsel, het milieu, ons
vervoer, de elektriciteit die bij ons binnen komt. Er ontstaan andere
afhankelijkheden en een nieuwe noodzaak tot politieke leiding en
verantwoording.
Die zijn nog lang niet in balans. Daarop richten zich de pijlen van de
antiglobaliseringsbeweging. Het is fundamenteel dat regeringen hierin hun
verantwoordelijkheid nemen. Niet door geplande topbijeenkomsten af te
gelasten; dat zou een premie zijn op dreiging. Maar wel door technocratisch
bestuur te vervangen door politieke agendering; door in de richting van het
bedrijfsleven vast te houden aan principes van maatschappelijk verantwoord
ondernemen. En door internationale organisaties beginselen van democratische
verantwoording en dialoog voor te houden.
Hoe verwerpelijk gewelddadige uitingen of hoe onsamenhangend geformuleerde
eisen ook mogen zijn, de protesten moeten een wekker zijn voor de gevestigde
orde. Een meer transparante en meer politieke agenda van IMF, WTO en de EU
zelf zouden hierop het goede antwoord zijn, niet als capitulatie, maar als
verantwoording voor het feitelijk functioneren van de representatieve
democratie (het formele antwoord van Blair aan het adres van de
demonstranten "wij zijn democratisch gekozen" voldoet daarom niet).
De schok van 11 september is doorgedrongen tot in de diepste lagen van ons
bewustzijn. De kracht van mensen ligt in hun vermogen uit onvoorstelbare
rampen een nieuwe toekomst te scheppen. Als door de schok in ons het besef
is ontwaakt dat onzekerheid in het dagelijks bestaan kan worden verminderd
door meer zekerheid te scheppen in de internationale verhoudingen is er
perspectief om het trauma te verwerken.
Niemand blijft onaangesproken.
Om waakzaamheid en verdraagzaamheid zal het gaan: om de waarden die ons
binden veilig te stellen voor de toekomst.