Ministerie van Financiën
http://www.minfin.nl
MINFIN: Wetsvoorstel Belastingplan 2002 IV
Persbericht
No 01/249 Den Haag 18 september 2001
Wetsvoorstel Belastingplan 2002 IV . Herziening successie- en
schenkingsrecht, btw-maatregelen, artiesten- en sportersregeling,
alsmede overige aanpassingen
Het Kabinet stelt in het kader van de begroting 2002 een aantal
belastingmaatregelen voor. De maatregelen zijn themagewijs
ondergebracht in vijf afzonderlijke wetsvoorstellen. In dit
wetsvoorstel zijn de volgende maatregelen opgenomen:
Herziening successie- en schenkingsrecht. uitvoering eerste fase
herziening successiewetgeving naar aanleiding van het
kabinetsstandpunt inzake het rapport van de werkgroep modernisering
successiewetgeving (werkgroep Moltmaker) BTW. BTW op binnenlandse
vliegtickets naar algemene tarief. Verlaagd BTW-tarief voor bepaalde
medische hulpmiddelen. Verlaagd BTW-tarief voor
sportaccommodaties. Verlaagd BTW-tarief voor optredens uitvoerende
kunstenaars. BTW-vrijstelling voor onderwijs in dans, drama en
beeldende vorming. Hoofdelijke aansprakelijkheid
BTW-carrouselfraude. Oneigenlijk gebruik regeling
beleggingsgoud. BTW-vrijstelling zorgboerderijenBelastingen van
rechtsverkeer en inkomstenbelasting. Afschaffing wettelijke
beloningsregels voor
assurantietussenpersonenLoonbelasting. Artiesten- en
sportersregelingTechnische wijzigingen
inkomstenbelasting. Uitgaven voor kinderopvang. Uitgaven
voor levensonderhoud kinderen jonger dan 30 jaar
Herziening successie- en schenkingsrecht
In het wetsvoorstel wordt het voorstel gedaan een algehele
vrijstelling in het successie- en schenkingsrecht voor partners in te
voeren. Daarbij wordt een nieuw partnerbegrip geïntroduceerd,
waaronder naast gehuwden ook ongehuwd samenwonenden worden begrepen in
situaties waarin sprake is van een samenlevingsvorm die in termen van
duurzaamheid en onderlinge zorgplicht naar maatschappelijke
opvattingen gelijkwaardig is met het huwelijk en het geregistreerde
partnerschap.
Verder is het, om te blijven sporen met het Europees recht,
noodzakelijk de regelingen met betrekking tot verkrijgingen van in het
buitenland wonende erflaters en schenkers aan te passen. Zo wordt
bereikt dat gebruik gemaakt kan worden van de vrijstellingen in het
successie- en schenkingsrecht en dat een ruimere aftrek van schulden
mogelijk wordt. Daarnaast bevat het voorstel de kern voor de nieuwe
faciliteit voor bedrijfsopvolging in de Successiewet 1956.
Ten slotte wordt met betrekking tot de inkomstenbelasting een
maatregel voorgesteld die er toe strekt dat winst die wordt
gerealiseerd bij overlijden van de ondernemer, wordt aangemerkt als te
conserveren inkomen. Voor dit te conserveren inkomen zal op verzoek
gedurende een periode van maximaal tien jaren onder voorwaarden
uitstel van betaling worden verleend zonder dat daarbij
invorderingsrente in rekening wordt gebracht.
BTW-pakket
. Binnenlandse vliegtickets worden overgebracht van het verlaagde naar
het algemene BTW-tarief.
. Een aantal medische hulpmiddelen wordt onder het verlaagde
BTW-tarief gebracht. Het gaat daarbij om hooglaagbedden,
antidecubitusmatrassen, draagbare uitwendige infuuspompen en wek- en
waarschuwingsapparatuur voor doven en slechthorenden.
. Commerciële sportaccommodaties voor actieve sportbeoefening worden
onder het verlaagde BTW-tarief gebracht.
. De huidige BTW-vrijstelling voor (muziek)onderwijs zal worden
uitgebreid met kunsteducatie (meer in het bijzonder: dans, drama en
beeldende vorming).
. Diensten die worden verricht door uitvoerende kunstenaars - thans
geldt ter zake het algemene BTW-tarief - worden onder het verlaagde
BTW-tarief gebracht.
. Bestrijding BTW-carrouselfraude:
Voor ondernemers die betrokken zijn bij carrouselfraude wordt een
hoofdelijke aansprakelijkheid voorgesteld. De voorgestelde regeling
kan in beginsel ook worden toegepast in gevallen waarin de BTW-fraude
geen carrousel-patroon heeft, maar is beperkt tot ondernemers die
wisten van en derhalve meewerkten aan - en al dan niet voordeel hebben
behaald bij - het niet of niet volledig voldoen van de omzetbelasting
door een andere ondernemer in de handelsketen van die goederen.
. Beleggingsgoud:
Om oneigenlijk gebruik van de regeling voor beleggingsgoud te
voorkomen, wordt de thans op dit punt reeds bestaande bepaling in de
Wet op de omzetbelasting 1968 uitgebreid met een aanvullende heffing
over de goudwaarde van het in het sieraad begrepen beleggingsgoud. Die
aanvullende heffing geldt echter alleen in de situatie waarin de
verwerking van het beleggingsgoud als dienst kwalificeert.
. BTW-vrijstelling voor zorgboerderijen:
De laatste jaren is er een toename te zien van het aantal agrarische
bedrijven dat het voortbrengen van agrarische producten combineert met
het bieden van zorg en begeleiding aan bijvoorbeeld verstandelijk
gehandicapten, probleemjongeren of dementerende ouderen. Teneinde deze
nieuwe combinatie van landbouw en zorg te stimuleren, wordt
voorgesteld deze zorgprestaties net als bijvoorbeeld de prestaties van
dagverblijven voor gehandicapten vrij te stellen van omzetbelasting.
Afschaffing wettelijke beloningsregels voor
assurantietussenpersonen
Voorgestel wordt de tussenpersoon belastingplichtig te maken voor de
assurantiebelasting, indien en voor zover hij zijn honorering ontvangt
van een ander dan de verzekeraar.
Artiesten- en sportersregeling
Met ingang van 1 januari 2001 is voorzien in een afzonderlijke
loonheffing van artiesten en beroepssporters: uitgangspunt is reële
belastingheffing over de feitelijke opbrengsten, niet over de kosten.
Vooruitlopend op deze wetswijziging is bij besluit van 17 mei jl.
(RTB2001/1914M) goedgekeurd dat reeds bepaalde maatregelen op verzoek
van de artiest (en beroepssporter) door de inhoudingsplichtige kunnen
worden toegepast. In dit besluit waren de volgende maatregelen
aangekondigd die hierna worden toegelicht:
Heffing van buitenlandse gezelschappen
Ter vergemakkelijking van de heffing van en ter beperking van de
administratieve lasten voor buitenlandse artiesten- en
sportgezelschappen, wordt in dit wetsvoorstel een algemene voorheffing
van 20% geïntroduceerd over het totaalbedrag van de door deze
gezelschappen ontvangen gage.
Verhoging van het tarief voor binnenlandse artiesten en
beroepssporters
Voor binnenlandse artiesten wordt het tarief in de loonbelasting
gesteld op het tarief van de eerste schijf in de inkomstenbelasting
/premieheffing volksverzekeringen. Deze verhoging geldt ook voor
binnenlandse beroepssporters.
Inhoudingsplicht
Daar waar geen overeenkomst aan het optreden of de sportbeoefening ten
grondslag ligt, wordt voorgesteld de artiest of sporter zelf als
inhoudingsplichtige te laten aangeven.
Uitgaven voor kinderopvang
Voorgesteld wordt de uitgaven voor kinderopvang van beide partners
samen te voegen alvorens de inkomensafhankelijke drempels toe te
passen. Voor de uitgaven voor levensonderhoud van kinderen geldt
eveneens dat deze uitgaven moeten worden samengevoegd alvorens te
bepalen of het kind ten minste in belangrijke mate wordt onderhouden
door de belastingplichtige.
Woordvoerders: mw. E. Hijink
drs. R. Dolstra
18 sep 01 15:58