Persbericht
Embargo tot dinsdag 18 september 2001, 15.15 uur
No 01/254
Den Haag
18 september 2001
Staatsschuld 176 miljard euro in 2002
De omvang van de staatsschuld is ultimo 2002 begroot op circa 176 miljard euro (387 miljard gulden) en naar verwachting zal de Staat in 2002 circa 10,4 miljard euro (22.7 miljard gulden) aan rente betalen. Van de rentelasten bestaat 8,9 miljard euro (19,6 miljard gulden) uit rentelasten over de
bestaande leningen.
De overige 1,5 miljard euro (3.3 miljard gulden) zijn de rentelasten van nog uit te geven leningen voor de dekking van de financieringsbehoefte in 2002 en van de kortlopende leningen die ter regulering van het schatkistsaldo worden aangegaan. Daarnaast wordt per saldo 1,3 miljard euro (2,9
miljard gulden) vergoed aan andere overheidsinstellingen over hun bij de schatkist aangehouden middelen. Er zijn drie factoren die op langere termijn de rentelasten op deze begroting bepalen. In afnemende volgorde van belang zijn dat de omvang van de schuld, de hoogte van de rente en het
financieringsbeleid.
1. Financiering staatsschuld en beleidsprioriteit in 2002 Het financieringsbeleid betreft de regels en gebruiken die de Staat in acht neemt bij het beheren van zijn reeds aangegane schulden en het lenen van geld door het uitgeven van nieuwe schuld. Het gaat dan bijvoorbeeld om
de keuze van het soort schuld dat de Staat uitgeeft, de looptijd, de wijze van uitgifte en de spreiding van emissies over het jaar. Een transparant en betrouwbaar beleid draagt bij tot de goede reputatie van de Staat als debiteur en daarmee de aantrekkelijkheid van de Nederlandse schuld in
vergelijking tot andere emittenten. Met de introductie van de euro op de kapitaalmarkt in 1999 ontstond een Europese kapitaalmarkt en sindsdien zijn de trefwoorden van het financieringsbeleid: liquiditeit, transparantie en standaardisatie die moeten leiden tot een goede verhandelbaarheid van
leningen nadat ze zijn uitgegeven.
De financieringsbehoefte is het bedrag dat in een jaar op de kapitaalmarkt zal worden geleend en voor 2002 is dat 19,1 miljard euro. Voor dit bedrag zal de Staat leningen uitgeven en een belangrijk aspect is de keuze van de looptijden van die nieuwe leningen. Dit hangt samen met het feit dat op
de financiële markten voor iedere looptijd een specifiek rentetarief tot stand komt. Deze tarieven fluctueren voortdurend, waarbij geldt dat de fluctuaties voor iedere looptijd verschillend zijn. In het algemeen geldt dat rentetarieven voor korte looptijden meestal lager zijn dan rentes voor lange
looptijden, maar tevens geldt dat de fluctuaties heftiger zijn naarmate de looptijd korter is. Door een aanzienlijk deel van de schuld langjarig te lenen, verzekert de Staat zich tegen al te sterke fluctuaties in de rentekosten.
In de jaren tachtig nam de schuld sterk toe en het boeganker van het financieringsbeleid was "streven naar soliditeit". Dit hield in dat de Staat streefde naar het uitgeven van schuld met een zo lang mogelijke looptijd, zonder dat dit nader gekwantificeerd werd. Met risicomanagement, de afweging
tussen rentekosten enerzijds en risico anderzijds, is nu wel een maatstaf beschikbaar: de modified duration. Modified duration is een maatstaf voor de gemiddelde looptijd van een portefeuille leningen.
De belangrijkste beleidsprioriteit in het financieringsbeleid in 2002 ligt dan ook op het vlak van het risicomanagement, dat inhoudt dat voor 2002 wordt gestreefd naar een modified duration van 3,9.
De verlaging wordt in beginsel gerealiseerd met de uitgifte van een nieuwe 10-jarige lening met een minimale omvang van 10 miljard euro en met de uitgifte van een nieuwe of heropening van een bestaande 3-jarige lening. Daarnaast zullen in 2002 renteswaps worden ingezet om de modified duration te
doen uitkomen op de doelwaarde. Een renteswap is een contract tussen twee partijen, waarbij wordt overeengekomen om gedurende de looptijd een lange renteverplichting te ruilen tegen de korte renteverplichting. Met een swap waarbij een partij een lange rente ontvangt en een korte rente gaat betalen,
zoals bij de swaps die de Staat afsluit, wordt de modified duration van de schuldportefeuille verlaagd. In de eerste helft van 2001 zijn 9 swaps afgesloten met een totale nominale waarde van 1 miljard euro. Naar verwachting zullen in 2001 swaps met een totaalvolume van 3 miljard euro worden
afgesloten. Ook in 2002 worden renteswaps ingezet voor de sturing van het renterisico, naar verwachting 1-6 miljard euro, afhankelijk van de ontwikkeling in de financieringsbehoefte.
1.1. Kasbeheer Bundeling van publieke liquide middelen is een ontwikkeling die in toenemende mate in de belangstelling staat. De rijksoverheid en de aan haar gelieerde instellingen trachten de hen toegewezen middelen zo efficiënt mogelijk te beheren. Concreet komt dit erop neer dat
aan de overheid gelieerde instellingen, zoals de beheerders van de sociale verzekeringsfondsen en baten-lastendiensten, niet ieder voor zich tegoeden aanhouden bij private banken of op individuele basis leningen opnemen in de markt. In plaats daarvan houden deze instellingen hun eventuele tegoeden
rentedragend aan bij de Staat en kunnen zij, indien zij daartoe bevoegd zijn, gebruik maken van een leenfaciliteit. Door het integreren van de tegoeden en schulden worden eerst binnen de overheid alle tijdelijke of structurele kastekorten of -overschotten gesaldeerd voordat de Staat zich op de
geld- en kapitaalmarkt begeeft om externe financiering aan te trekken. Voordeel hiervan is dat wordt bijgedragen aan een doelmatige financiering van publieke taken en een risico-arm beheer van publieke middelen.
De begroting voor de Nationale Schuld (begroting IXA) is opgesteld conform de nieuwe opzet van de begroting (VBTB-systematiek), wat inhoudt dat deze begroting aangeeft wat de Staat in 2002 wil bereiken op het gebied van de nationale schuld, wat daarvoor wordt gedaan en wat dat zal kosten. Dit betekent dat meer dan voorheen wordt ingegaan op de hoofdlijn van het beleid. Vragen die in deze begroting centraal staan, zijn: Hoe hoog is volgend jaar de schuld van de Staat en hoeveel rente betaalt de Staat naar verwachting op die schuld? Financiert de Staat met langlopende of kortlopende leningen? Ook wordt in deze begroting het Nederlandse financieringsbeleid vergeleken met dat van andere westerse landen.
De begroting IXA is opgebouwd uit twee beleidsartikelen: "Financiering staatsschuld" en "Kasbeheer van overheidsinstellingen". Het artikel "Financiering staatsschuld" heeft betrekking op de extern gefinancierde schuld, door bijvoorbeeld banken, beleggers en pensioenfondsen. Het artikel "Kasbeheer
van overheidsinstellingen" (ook wel genoemd: geïntegreerd middelenbeheer) heeft betrekking op de schuldverhouding tussen de minister van Financiën en de instellingen die aan de schatkist zijn gelieerd, zoals de beheerders van de sociale verzekeringsfondsen en baten-lastendiensten, alsmede op het
betalingsverkeer van de rijksoverheid.