Persbericht
No01-256
Den Haag
18 september 2001
Antwoorden van de staatssecretaris van Financiën op vragen van het lid De Wit van de Tweede Kamer der Staten Generaal over het mogelijk sluiten van overeenkomsten met criminelen
Vragen
1
Kunt u bevestigen dat de Belastingdienst een overeenkomst heeft gesloten met de van handel in drugs verdachte Van D. uit O., op grond waarvan deze jaarlijks enkele miljoenen guldens belasting betaalt, waartegenover de fiscus hem ongemoeid laat en met name geen vragen meer stelt over de hoogte van
zijn inkomen en de wijze waarop dat inkomen wordt verdiend?¹
2
Kunt u voorts bevestigen dat dergelijke overeenkomsten met crimininelen worden gesloten?¹
3
Vindt u het juist dat de fiscus genoegen neemt met betaling van een bepaald overeengekomen bedrag zonder dat is vastgesteld wat het belastbaar inkomen over het betreffende jaar is? Zo ja, hoe weet de Belastingdienst dan dat het juiste verschuldigde bedrag wordt betaald? Zo, neen treedt u dan in
overleg met de Belastingdienst(en) over deze overeenkomsten?
4
Vindt u het principieel juist dit soort overeenkomsten te sluiten nu daardoor toch het gelijkheidsbeginsel wordt geschonden? Zo ja, waarom?
Antwoorden
1 t/m 4
In gevallen waarin onzekerheid bestaat over feiten die zich in het verleden hebben voorgedaan en de daaraan te verbinden fiscale gevolgen kan de Belastingdienst met een belastingplichtige een vaststellingsovereenkomst sluiten. Deze overeenkomst heeft ten doel de tussen partijen bestaande
onzekerheid over die feiten en de daaraan te verbinden fiscale gevolgen te beëindigen.
De mogelijkheid om in deze gevallen vaststellingsovereenkomsten te sluiten is een onmisbaar en nuttig instrument bij de uitvoering van de belastingwetgeving. Een vaststellingsovereenkomst wordt pas gesloten indien na een daartoe door de Belastingdienst ingesteld onderzoek onvoldoende zekerheid is
ontstaan over de feiten (en de daarop te baseren vaststelling van het belastbaar inkomen). Het kan daarbij ook gaan om overeenkomsten met van commune delicten verdachte of daarvoor veroordeelde belastingplichtigen. De geheimhoudingsplicht van artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
staat er evenwel aan in de weg informatie over individuele belastingplichtigen openbaar te maken.
Ter bevordering van de rechtsgelijkheid zijn bij Besluit van 1 december 1997, nr. AFZ97/2412U de kaders voor het sluiten van vaststellingsovereenkomsten gecodificeerd. Aan deze codificatie bestond behoefte in het licht van het beleid, gericht op de borging van de eenheid van het fiscale
uitvoeringsbeleid in en door de Belastingdienst. Een exemplaar van dit besluit is bijgevoegd.
Naar aanleiding van publicaties over het sluiten van vaststellingsovereenkomsten door de Belastingdienst is binnen de Belastingdienst een onderzoek ingesteld naar de administratieve organisatie rond het sluiten van deze overeenkomsten. De aanbevelingen uit dit onderzoek welke tot doel hebben de
naleving van de hiervoor bedoelde kaders in nog hogere mate te verzekeren, worden thans uitgevoerd.
Woordvoerder: drs. P.A.W. Lamers