Limburgs Museum


Toegevoegd: 17-9-01 Limburgs Museum gaat zich in 2002 sterker op Duitse markt richten

LIMBURGS MUSEUM IN VENLO IN EERSTE JAAR GROOT SUCCES

Sef Derkx

Op 15 september 2000 gingen de deuren open van een nieuw museum. Het Limburgs Museum. Gevestigd in Venlo. In een spraakmakend gebouw van architect Jeanne Dekkers. De geschiedenis, tradities en trends van misschien wel de meest afwisselende en leukste provincie van Nederland zijn er het onderwerp. In twaalf vaste presentaties maakt de bezoeker een verrassende ontdekkingstocht door de tijd. Met ensceneringen, decorstukken, bedrieglijk echte poppen, licht en vanzelfsprekend de originele museumvoorwerpen wordt veel sfeer opgeroepen. Eigenlijk is elke afdeling een soort van tijdcapsule. Heel spectaculair en bijzonder is de Historoscoop, een multimediashow met veertig dia- en videoprojectoren waarin De Maas haar visie geeft op Limburg. Het museale concept, redelijk nieuw voor Nederland, blijkt een succes. Nu het finishdoek van het eerste jaar is gepasseerd, kan een stand worden opgemaakt. In het eerste jaar van zijn bestaan trok het museum dik 65 duizend betalende bezoekers. Wanneer je er de gasten bij optelt die kwamen op bijvoorbeeld openingen, sponsorbijeenkomsten, bedrijfspresentaties en openbare discussies zijn er zon 10 duizend mensen méér in het museum geweest. Het totaalaantal van 75 duizend ligt ver boven de prognose van 40 duizend bezoekers voor het eerste jaar.

Familiemuseum

Het Limburgs Museum is een echt familiemuseum gebleken. Grootouders, kinderen en kleinkinderen voelen zich er thuis. De laagdrempeligheid en het open en moderne karakter van de opstellingen trekt een categorie bezoekers die normaal niet zo snel naar een museum gaat. Wat betreft cultuurparticipatie is het Limburgs Museum dus een emancipator. Niet alleen kwantitatief, ook kwalitatief scoort het museum. De bezoeker geeft het een hoog rapportcijfer. Dat blijkt uit de bezoekersenquête die sinds april wordt gehouden. Vooral de Historoscoop en de vaste presentaties vallen zeer in de smaak. Uit de enquête blijkt bovendien dat bijna driekwart van de bezoekers twee tot drie uur of zelfs nog langer in het museum verblijft. Dat is opzienbarend, want in de Nederlandse musea is de verblijfsduur gemiddeld anderhalf uur.

Cultuurtoerisme

Het succes stemt tot tevredenheid maar is geen reden om behaaglijk achterover te leunen. In het tweede jaar zal volgens museumdirecteur Jos Schatorjé geprobeerd worden een brug te slaan naar de Duitse bezoekers: Wekelijks bezoeken duizenden Duitsers Venlo. In het Duitse achterland wonen miljoenen mensen. Daar zien we er maar heel weinig van bij ons terug. Terwijl het museum juist zo interessant is voor de Duitse bezoeker. We zijn tweetalig, Duits én Nederlands, maar wat veel belangrijker is de geschiedenis van Limburg en Nord-Rhein Westfalen is over eeuwen een gedeelde geschiedenis. Er zijn ook overeenkomsten in tradities en de klank en kleur van de dialecten. In 2002 krijgen we de reizende expositie Asterix en Europa. Die gaat grotendeels over het gebied tussen Rijn en Maas in de eerste eeuwen van onze jaartelling. De Asterixexpositie maken wij tweetalig, zodat ze ook aantrekkelijk is voor middelbare scholen uit Duitsland. Maar aan de ontwikkeling van zon publieksactiviteiten en de vermarkting van het Limburgs Museum in Duitsland hangt een prijskaartje. Ik reken erop dat we daarvoor de mogelijkheden en middelen krijgen. Cultuurtoerisme in de brede zin van het woord wordt steeds belangrijker voor Limburg, maar zeker ook voor een stad als Venlo. Vooral als het winkelen aan aantrekkelijkheid inboet door het langzaam verdwijnen van prijsverschillen..