ICT-onderwijs moet impuls krijgen
14-09-2001 Tijdens het eerste Nederlandse ICT-kenniscongres is de
publicatie Nationale Onderzoeksagenda Informatica 2001-2005
gepubliceerd.
Vijftig nieuwe hoogleraren en tweehonderd senior-onderzoekers moeten
in 2005 extra aan de slag zijn om de hoge ambities in de ict te
realiseren.
Ook moeten er 150 gepromoveerde onderzoekers en nog eens 250
promovendi ingezet worden.
Dat blijkt uit de publicatie Nationale Onderzoeksagenda Informatica
2001-2005 (Noag-i), die wordt gepresenteerd tijdens het eerste
Nederlandse ict-Kenniscongres, dat gisteren begon en vandaag eindigt.
Noag-i, die als veelzeggende ondertitel meekreeg 'Informatica:
wetenschappelijk fundament van de informatiemaatschappij, bron van
economische groei', is een uitwerking van de adviezen voor
informatica, zoals geformuleerd in het rapport Taskforce
ICT-en-Kennis. Dit rapport werd onder leiding van dr. Cees le Pair in
juli aan de ministers Hermans van Onderwijs en Jorritsma van
Economische Zaken aangeboden. Het rapport adviseerde een verdubbeling
van het publiek gefinancierde ict-onderzoek.
Noag-i berekent dat in 2005 de informaticagroepen aan de
universiteiten en instituten structureel met minstens 650 mensen
versterkt moeten zijn. Dit moet leiden tot grotere onderzoeksgroepen
met een duidelijker profiel. Daarnaast kunnen tegelijkertijd twee
andere problemen aangepakt worden: het bieden van een
carrièreperspectief aan talentvolle studenten en jonge onderzoekers,
en het verbeteren van de samenwerking met vakgebieden waarin veel
informaticatechnieken worden gebruikt, zoals de medische informatica.
De versterking vergt een verdubbeling van de financiële middelen voor
de informatica, die nu 130 miljoen gulden bedraagt. Binnen de
informatica werken bij de universiteiten en het NWO-instituut CWI
(Centrum voor Wiskunde en Informatica) nu ongeveer 850 personen, heeft
Le Pair uitgezocht.Voor meer informatie en het rapport: : www.nwo.nl
FENIT