D66

politiek, partij, partijen, milieu, democratie, De Graaf, Van Mierlo, Borst, D66, D66, D66, D66, D66, D66, D66, D66, Democraten, Democraten, Democraten

Zoek in www.D66.nl _____________ zoek Partijblad Democraat
Idee
Brussel Vandaag

14 september 2001

Werken op zondag vrije keuze

Bert Bakker

b.bakker@tk.parlement.nl

De Tweede Kamer behandelde vorige week een initiatiefwet van PvdA en ChristenUnie die individuele werknemers het recht geeft om, ongeacht op welke gronden, werk op zondag te weigeren. D66 is tegen omdat hierdoor de huidige balans tussen werkgeversbelangen, gezamenlijke belangen en individuele belangen wordt verstoord. Woordvoerder Bert Bakker: 'Mensen kiezen graag zelf, voor de achtbaan of de Lijnbaan, om naar de Efteling te gaan of naar het Evangelie'.

De Tweede Kamer boog zich vorige week over een initiatiefwet van PvdA en ChristenUnie die individuele werknemers het recht geeft om, ongeacht op welke gronden, werk op zondag te weigeren. Het wetsvoorstel moet een aanvulling zijn op de nieuwe Arbeidstijdenwet waarin al is opgenomen dat werken op zondag in principe niet mag, tenzij het bedrijfsbelang dat vereist.

De combinatie van werk en andere persoonlijke en maatschappelijke verantwoordelijkheden, arbeid en zorg, is buitengewoon belangrijk. D66 vindt echter dat dit voor alle zeven dagen van de week geldt, voor de zondag dient daarop geen uitzondering te worden gemaakt. Kern van het voorstel van PvdA en Christenunie is juist om die zondag als collectieve rustdag vast te leggen, door de individuele zeggenschap van de werknemer te vergroten.

D66 vindt individuele zeggenschap van groot belang, maar in het collectieve verband van een arbeidsorganisatie, ongeacht welke dat is, hoort wel een goede balans te zijn tussen werkgeversbelangen, gezamenlijke belangen en individuele belangen. In het voorliggende wetsvoorstel wordt deze balans (die thans is opgenomen in de Arbeidstijdenwet) onderuit gehaald. Bert Bakker: "In het wetsvoorstel verschuift de balans in de onderhandelingspositie die werkgever en werknemer zowel individueel als collectief hebben en verabsoluteert men in zekere zin het recht van het individu om een eigen keuze te maken als het gaat om het werken op zondag. In een collectieve arbeidsorganisatie kan het echter nooit zo zijn dat er een absoluut recht ligt, niet bij de werkgever en niet bij de werknemer. Het zal altijd in goed overleg moeten gebeuren, ook op individueel niveau, zoals nu reeds mogelijk is onder de huidige Arbeidstijdenwet. Een werkgever moet voor een goede bedrijfsvoering de organisatorische en individuele belangen tegen elkaar afwegen en dit in afstemming en instemming van het medezeggenschapsorgaan doen. Dat kan en gebeurt nu al. Wél is er een probleem voor mensen die vanuit hun geloofsovertuiging niet op zondag willen werken, ik heb daartoe vorig jaar al een initiatiefwetsvoorstel ingediend dat nog in de Kamer aanhangig is. In dat voorstel krijgen mensen met een gewetensbezwaar het wettelijke recht om werken op zondag, of zaterdag en vrijdag, al naar gelang de geloofsovertuiging, te weigeren. Dit probleem wordt in het voorliggende initiatiefvoorstel niet geregeld. Daarom heeft D66 een amendement ingediend met eenzelfde strekking als in mijn initiatiefvoorstel om dit alsnog te regelen".

De zondag was en is nog steeds geen normale werkdag. Maar als collectieve rustdag is de zondag aan het veranderen, dat is een maatschappelijk gegeven. D66 wil niet het belang van de zondag als rustdag onderstrepen, zoals de indieners van het voorstel dat nu voorligt, in een wat wonderlijke combinatie van christelijke en socialistische orthodoxie, dat wèl doen. Voor Bakker is dat de zondag weer op slot: "Sommige mensen willen niet werken op zondag, anderen willen dat juist wel. Laat de keuze aan hen. Mensen kiezen graag zelf, voor de achtbaan of de Lijnbaan, om naar de Efteling te gaan of naar het Evangelie. Dat heeft niets te maken met de dominantie van economische belangen maar met de dominantie van vrije keuzes van mensen. D66 erkent en waardeert die ontwikkeling.

Daarnaast vindt Bakker het wetsvoorstel juridisch onvoldoende helder. Zo is wel duidelijk dat bijvoorbeeld personeel in de gezondheidszorg of in het openbaar vervoer geen beroep zal kunnen doen op de wet, omdat zij "naar de aard" van hun werk nu eenmaal op zondag moeten werken. Hoe ver dat criterium precies strekt, en voor welke sectoren het wel of niet geldt, is lastiger uit het wetsvoorstel te distilleren. Rechtsongelijkheid, conflicten binnen bedrijven en juridische touwtrekkerij kunnen het gevolg zijn en dat lijkt D66 ongewenst. Reden te meer voor D66 om het wetsvoorstel, hoe sympathiek ook bedoeld, als onvoldragen af te wijzen.