10-09-2001
van de provincies Noord-Holland en
Zuid-Holland gezamenlijk
Zeewaartse verdediging is een reële oplossing voor kustveiligheid
Een belangrijke conclusie van het eindrapport over de kust
Strategische visie Hollandse kust, stap 3, is dat een zeewaartse
verdediging in kosten ongeveer gelijk is aan een landwaartse. Een
zeewaartse verdediging biedt echter duidelijk een maatschappelijke
meerwaarde boven de landwaartse. In de bestuurlijke werkconferentie op
14 september zal onder andere deze conclusie een belangrijk punt van
bespreking zijn. Met het uitkomen van het eindrapport is de laatste
fase van het project Kustvisie 2050 ingegaan. Het rapport behandelt de
mogelijk te kiezen maatregelen voor de veiligheid van de kustlijn van
Noord- en Zuid-Holland op lange termijn.
De hoofdbevindingen uit het rapport zijn de volgende:
1. Hoewel het directe risico voor de veiligheid aan de Hollandse kust en het achterland meevalt, blijkt toch uit de studie dat voor een aantal zwakke plekken op korte en middellange termijn extra maatregelen nodig zijn. Het gaat hierbij om de Kop van Noord-Holland, de Westlandse kust en het Flaauwe Werk op Goeree.
2. Voor de gehele kust geldt dat er een samenhangend beleid nodig is.
Maatregelen in het ene kustvak hebben immers gevolgen voor het
andere kustvak. De rollen en taken van de verschillende overheden
moeten goed op elkaar afgestemd zijn.
3. De studie heeft nieuwe inzichten in de ontwikkeling van zandsuppletie ('zandbankieren') als maatregel voor kustverdediging opgeleverd. Stelregel is verder: meewerken met de natuurlijke dynamiek: zacht waar het kan, hard waar het moet.
4. Bij kustplaatsen is de ruimte voor landwaartse maatregelen per
definitie beperkt en duur. Beperkt zeewaartse oplossingen met
daarbij oog voor de ontwikkeling van de badplaatsen lijkt hiervoor
de beste benadering.
De provincies Noord- en Zuid-Holland geven met het project Kustvisie
2050 het Rijk aan hoe de veiligheid van onze kustlijn op lange termijn
het beste kan worden gewaarborgd. Samenwerking met het Rijk, de
gemeenten en de waterschappen bij de uitwerking van de kustvisie is
essentieel voor succes. De Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening en het
Rijksproject Kust Bewust bieden hiervoor aanknopingspunten.
De Kustvisie 2050 kent immers een aantal vervolgvragen die in
samenwerking met de verantwoordelijke overheden langs de kust moeten
worden beantwoord. Dit zijn bijvoorbeeld vragen over de risico's van
en voor activiteiten in de kustzone, of over de rolverdeling in de
samenwerking en over de financiering. Ook moeten nieuwe instrumenten
(zoals zandbankieren) op geëigende plekken daadwerkelijk een kans
krijgen.
Werkconferentie en regiobijeenkomsten
Op 14 september organiseren de provincies Noord- en Zuid-Holland een
werkconferentie over de conclusies uit het eindrapport. Deze
werkconferentie is vooral bedoeld voor vertegenwoordigers van de
kustgemeenten, de waterschappen, maatschappelijke organisaties,
statenleden en vertegenwoordigers van het Rijk. In oktober en november
vinden in de kustgemeenten bijeenkomsten plaats voor iedereen die
woont en werkt in het gebied. De stuurgroep verwerkt de uitkomsten van
de werkconferentie en de regiobijeenkomsten in haar aanbevelingen aan
beide colleges van Gedeputeerde Staten. Daarna bepalen de beide
colleges in november hun standpunt. In februari 2002 vindt definitieve
besluitvorming over de Kustvisie 2050 door Provinciale Staten van
beide provincies plaats.