Ingezonden persbericht


Numerieke simulatie driedimensionale turbulente menglaag

WN 01/57 *14 september 2001

promotie mw. ir. I.C.C. de Bruin, faculteit Toegepaste Wiskunde: 'Direct and Large-Eddy Simulation of the Spatial Numerical Mixing Layer'

In dit proefschrift staat de numerieke simulatie van de driedimensionale turbulente menglaag centraal. Om de stadia naar volledig ontwikkelde turbulentie te bestuderen, zijn directe numerieke simulaties (DNS) van de `ruimtelijke' menglaag uitgevoerd. Dit resulteerde in een database waaruit meerdere fysische eigenschappen van een subsone turbulente menglaag kunnen worden geëxtraheerd. De numerieke robuustheid van de DNS is vastgesteld door simulaties bij verschillende resoluties en met verschillende groottes van het rekendomein uit te voeren. De resultaten van verschillende instroomcondities met verstoringen uit lineaire stabiliteitstheorie (LST) of juist met een random karakter, resulteerden in dezelfde groeifactor in het turbulente gebied en komen goed overeen met experimentele resultaten. Spiraalvormige paring kwam in beide gevallen voor. Verscheidene modelaannames van typische Reynolds-gemiddelde Navier-Stokes-benaderingen zijn vergeleken met de statistische DNS-voorspellingen en bleken erg onnauwkeurig. Zelfs na relatief lange tijdsmiddeling convergeerden hogereordemomenten, zoals de Reynolds spanningstensor, slechts langzaam. Large-eddy-simulaties zijn uitgevoerd in hetzelfde rekendomein met behulp van diverse subgridmodellen. De resultaten zijn vergeleken met gefilterde DNS-resultaten. Voor de uitbreiding naar een realistische configuratie, dat wil zeggen in een groter rekendomein en met een hoger Reynoldsgetal, is het dynamische eddy-viscositeitsmodel gebruikt. De domeinvergroting in de dwarsrichting resulteerde zowel in een grotere groeifactor als in een hogere mate van driedimensionaliteit. De ontwikkeling van sommige componenten van de Reynoldsspanningstensor in de stroomrichting vertoonde tekenen van gelijkvormigheid. Dit werd vooral duidelijk bij domeinvergroting in de stroomrichting. Bij herhaling van de simulatie met een tien keer zo groot Reynoldsgetal ontstonden bovendien meer kleinschalige structuren. In de standaardformulering van dynamische subgridmodellen fluctueert de dynamische coëfficiënt als functie van tijd en plaats. Op de middellijn bleek de waarde van de tijdsgemiddelde coëfficiënt bij benadering constant te zijn in het turbulente gebied. Dit gaf aanleiding tot de introductie van een subgridmodel dat als alternatief een tijdsgemiddelde coëfficiënt gebruikt. Statistische resultaten van dit model komen overeen met eerdere bevindingen. De rekentijd neemt af, omdat de coëfficiënt in het nieuwe model minder vaak berekend wordt. Door de middeling over de tijd kan dit model ook gebruikt worden als er een homogene ruimtelijke richting is, zodat het ook geschikt is voor veel andere stromingen.

promotor prof. dr. ir. P.J. Zandbergen
assistent-promotor dr. J.G.M. Kuerten
informatie drs. B. Meijering, telefoon (053) 489 43 85 e-mail b.meijering@cent.utwente.nl