IP/01/1269
Brussel, 14 september 2001
De Europese Commissie en het Internationaal Olympisch Comité starten
een op scholen gerichte actie ter bevordering van de olympische
waarden
Viviane Reding, de Europese commissaris belast met onderwijs, cultuur
en sport, en Jacques Rogge, de voorzitter van het Internationaal
Olympisch Comité (IOC), ondertekenen vandaag in Brussel een
samenwerkingsovereenkomst met betrekking tot het onderwerp "sport,
scholen en olympische waarden in Europa". De actie beoogt bevordering
van de ethische waarden van de sport onder Europese leerlingen en wil
een tegenwicht vormen tegen het grote aantal excessen in de sport dat
dagelijks in het nieuws verschijnt. In een eerste fase worden
proefprojecten uitgevoerd met de olympische comités van Frankrijk,
Nederland en Italië. De commissaris en de voorzitter van het IOC
hebben vandaag een raadgevend comité in het leven geroepen dat de
proefprojecten gaat volgen en de uitbreiding van de actie naar het
niveau van de 'vijftien' voor 2003-2004 zal voorbereiden.
"Het succes van de actie waarvoor ik vandaag samen met de voorzitter
van het IOC het startsein geef, hangt in vergaande mate af van de
betrokkenheid van de onderwijzers en de actieve steun van de
ministeries van Onderwijs en van Sport in de lidstaten. Ik verwacht
dat deze actie een belangrijke bijdrage kan leveren aan de bevordering
van de wil van jonge Europeanen om een einde te maken aan de excessen
die ik dagelijks in de sport (zowel de amateur- als de profsport)
tegenkom, en aan de bereidheid om zich als sporters en toeschouwers in
te zetten voor de terugkeer naar de oorspronkelijke waarden van de
sport", aldus Viviane Reding.
Jacques Rogge voegde hier aan toe:"De Olympische beweging heeft tot
doel een bijdrage te leveren aan de totstandbrenging van een
vreedzame, betere wereld via het opvoeden van de jeugd door sport. De
vandaag door het IOC samen met de Euroipese Commissie gestarte actie
is één van de tastbare uitvloeisels van deze filosofie en een unieke
gelegenheid om de olympische waarden bij jongeren verder onder de
aandacht te brengen".
De olympische zomerspelen van 2004 worden in de Europese Unie
gehouden, in Athene. Dit evenement is een uitgelezen kans om de
educatieve, sociale en culturele waarden van de sport bij jonge
Europeanen te bevorderen, in het licht van de verklaring over het
specifieke karakter van de sport die tijdens de Europese Raad van Nice
(december 2000) werd aangenomen. Daarnaast wil het IOC, waarvan
Jacques Rogge zojuist het voorzitterschap op zich heeft genomen, zich
inzetten voor bevordering van de fundamentele waarden van de
olympische gedachte op scholen.
De vandaag door de Europese Commissie en het IOC gestarte actie is
gericht op leerlingen van 10 tot 14 jaar; deze leeftijdsgroep heeft
voldoende belangstelling voor sport en is in staat om samen met
onderwijzers actief deel te nemen aan concrete onderwijsprojecten over
begrippen als "fair play", de gevaren van doping of de dialoog tussen
culturen via sport. Tot de uit te voeren acties zouden kunnen behoren
de verspreiding van lesmateriaal over de geschiedenis en de waarden
van de olympische gedachte voor gebruik in het kader van uiteenlopende
vakken, een internetsite ter bevordering van een dialoog met sporters
of de organisatie van "olympische dagen" en "olympische weken" rondom
een groot aantal school- en buitenschoolse activiteiten.
Op korte termijn zal een begin worden gemaakt met drie proefprojecten. Een raadgevend comité bestaande uit vertegenwoordigers van de ministeries van Sport en van Onderwijs, de olympische comités van de drie bij de proefprojecten betrokken landen, de landen van de trojka - Zweden, België en Spanje - , alsook deskundigen en vertegenwoordigers van de Europese Commissie en het Internationaal Olympisch Comité zal voor follow-up en evaluatie zorgen. Dit raadgevend comité zou de uitbreiding van deze actie naar het niveau van de 'vijftien' kunnen voorstellen voor het schooljaar 2003-2004, dat wil zeggen de vooravond van de Olympische Spelen van Athene. Voor 2001 en 2002 wordt door de Europese Commissie en het Internationaal Olympisch Comité ongeveer 750.000 euro voor deze actie beschikbaar gesteld.
Het Franse project
Alle Franse scholen wordt gevraagd mee te doen aan een actie voor het
op kunstzinnige en sportieve wijze tot uitdrukking brengen van de
waarden die de sport, de olympische gedachte en de school met elkaar
gemeen hebben. Doel is het mobiliseren van vijf klassen per
departement, dat wil zeggen vijfhonderd klassen in heel Frankrijk. Per
departement moeten de leerlingen één werkstuk presenteren, waarbij de
nadruk ligt op soorten gedrag die waarden tot uitdrukking brengen.
Gedacht kan worden aan het becommentarieerd presenteren van affiches
of posters. Deze actie wordt geleid door drie partners: het ministerie
van Onderwijs, het Nationaal Olympisch Comité van Frankrijk (CNOSF) en
de "Union sportive de l'enseignement du premier degré".
Het Nederlandse project
In Nederland is een werkgroep onder leiding van het NOC*NSF opgericht
voor het ontwikkelen van de actie en het samenstellen van een
koffertje met lesmateriaal voor onderwijzers en leerlingen. Dit
koffertje bevat onder andere een handboek voor onderwijzers en voor
leerlingen, en reclameartikelen in verband met het thema Europa en de
olympische gedachte. Dit project is gericht op een groep tien- tot
twaalfjarigen (lagere school), alsook op een groep leerlingen van de
middelbare school (vier scholen), in totaal ongeveer 35.000
leerlingen. De gehanteerde methode bestaat uit een globale benadering:
in de loop van het schooljaar en in het kader van de onderwezen vakken
(geschiedenis, aardrijkskunde, economie, lichamelijke opvoeding,
beeldende kunsten, enz.) besteden de leerlingen aandacht aan de
olympische waarden. Er worden twee grote evenementen georganiseerd: de
olympische week (februari 2002) en de olympische dag (vorming van een
groep die belast is met de organisatie van een sportdag voor de hele
school). Deze actie zal ook de uitwisselingen tussen de jongeren in
verband met de olympische waarden stimuleren en ze direct bij de
organisatie van evenementen betrekken, bijvoorbeeld door middel van
discussiebijeenkomsten (tussen leerlingen en onderwijzers),
publicaties en televisie-uitzendingen.
Het Italiaanse project
De Italiaanse actie betreft 500 klassen, hetgeen neerkomt op ongeveer
10.000 leerlingen. Net als in het geval van de vorige twee acties zal
er lesmateriaal worden ontwikkeld en aan de onderwijzers worden
uitgedeeld. Tijdens een "olympische week" (tijdens de olympische
winterspelen in 2002) en een "olympische dag" (aan het eind van het
schooljaar) worden de leerlingen in staat gesteld olympische sporten
te beoefenen.