Algemeen
Europese Unie
NAVO
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den
Haag Ministerie van Buitenlandse Zaken Directie Politieke Zaken
Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 13 september 2001 Auteur Drs J.L. Werner
Kenmerk DPZ-248/00 Telefoon 070 - 348 51 25
Blad /1 Fax 070 - 348 46 38
Bijlage(n) 3 E-mail jl.werner@minbuza.nl
Betreft Berichtgeving naar aanleiding van internationaal overleg over de
dramatische gebeurtenissen in de VS op 11 september jl.
C.c.
Zeer geachte Voorzitter,
Wij hebben de eer U hierbij te informeren over de bijzondere bijeenkomsten
van de Algemene Raad van de Europese Unie en van de Noord-Atlantische Raad,
gisteren, naar aanleiding van de terroristische aanslagen op de Verenigde
Staten op 11 september jl.
de Minister van Buitenlandse Zaken de Minister van Defensie
Algemeen
Gisteren, 12 september jl, zijn de Algemene Raad van de Europese Unie en de Noord-Atlantische Raad beide in bijzondere zitting bijeengekomen om naar aanleiding van de aanslagen in de Verenigde Staten op 11 september jl.
uitdrukking te geven aan een gevoel van lotsverbondenheid met de regering en
de bevolking van de Verenigde Staten en een passende reactie op de aanslagen
vast te stellen.
Voor de Nederlandse regering is van belang dat op dit moment volledige steun
wordt geboden aan de Amerikaanse regering en bevolking. Samen met de VS en
met anderen zal de strijd tegen het terrorisme worden opgevoerd met
gebruikmaking van alle daartoe ter beschikking staande fora en instrumenten.
Europese Unie
De Algemene Raad stelde een verklaring vast (bijgevoegd) waarin volledige solidariteit met de regering en de bevolking van de VS wordt uitgesproken en medeleven met de nabestaanden van slachtoffers, en waarin ondersteuning wordt aangeboden waar nodig. De verklaring kwalificeert de aanslagen als een aanval op onze gezamenlijke waarden en vrijheden. De EU is vastbesloten om eraan bij te dragen dat de schuldigen worden opgepakt en berecht. De versterkte strijd tegen het terrorisme wordt aangebonden in nauwe samenwerking met de VS en andere partners.
Tijdens het overleg, waaraan ook SG NAVO deelnam, veroordeelden alle ministers alsook Commissie-voorzitter Prodi en Commissaris Patten, de aanslagen in de meest scherpe formuleringen en werd uitdrukking gegeven aan lotsverbondenheid met de VS. Duidelijk werd uitgesproken dat de aanslagen, naast hun directe gevolgen, ook op langere termijn voor de internationale verhoudingen enorme gevolgen zullen hebben.
In de Nederlandse bijdrage aan de discussie werd de nadruk gelegd op de volgende elementen:
- de terroristische aanslag op de VS vormt in feite een rechtstreekse aanval op alles waar het Westen voor staat in de wereld: democratie, de instellingen die de vrijheden en plichten van het individu beschermen, de mogelijkheid tot vrij debat, het vrije ondernemerschap en de verantwoordelijkheid ten opzicht van de internationale gemeenschap;
- Europa moet al haar capaciteiten, met inbegrip van de nieuw ontwikkelde
instrumenten, inzetten om samen met onze bondgenoot de schuldigen op te
sporen;
- de noodzaak om de rangen in de Unie te sluiten en, samen met de VS en
andere partners zoals Rusland, een gezamenlijke vuist te maken tegen het
terrorisme door politieke coordinatie, samenwerking op het gebied van
veiligheid en bestrijding van terrorisme en een gezamenlijke analyse ten
behoeve van maatregelen voor de langere termijn;
- de aanslagen zullen gevolgen hebben voor ons veiligheidsbeleid. EU en NAVO
zullen een gezamenlijke strategie moeten uitstippelen;
- aandacht voor de economische gevolgen van de aanslagen en voor maatregelen
die kunnen bijdragen aan de stabilisering van de markten.
In aansluiting daarop werd een aantal concrete maatregelen voorgesteld:
1. de Hoge Vertegenwoordiger moet, in nauwe samenwerking met de Commissie,
een plan opstellen over de gevolgen die de gebeurtenissen moeten hebben voor
het EU-beleid;
2. de Algemene Raad moet het stuur in handen nemen om een effectieve aanpak
van terrorisme te initieren en te coordineren;
3. actie in het kader van de Verenigde Naties, gericht op universele
veroordeling van deze aanval en van terrorisme in het algemeen, en gebruik
maken van het momentum dat thans is ontstaan met de vrijwel unanieme
verontwaardiging over en veroordeling van de aanslagen;
4. de instelling van een 'dag van rouw' naar aanleiding van de aanslagen,
die morgen in acht zal worden genomen.
Het Voorzitterschap heeft deze ideeen en voorstellen in zijn samenvatting
van de discussie verwerkt. Ook in de verklaring en de Raadsconclusies heben
deze hun weg gevonden.
In de Raadsconclusies (bijgevoegd) is verdere vervolgactie vastgelegd. De
Raad van ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken en van
Transportministers zullen de nodige actie ondernemen op hun beleidsterrein.
De Hoge Vertegenwoordiger voor het GBVB en de Commissie zullen een rapport
opstellen met aanbevelingen voor een effectief optreden in de vorm van
versterking en operationalisering van zowel het EVDB- als het
JBZ-instrumentarium.
NAVO
De NAVO heeft haar solidariteit betuigd. In de verklaring van 12 september jl. (bijgevoegd) wordt gesteld dat, indien vastgesteld wordt dat deze aanval vanuit het buitenland is gestuurd, deze als een daad wordt beschouwd die onder Artikel 5 van het Verdrag van Washington valt.
Deze bepaling geeft uitdrukking aan de bondgenootschappelijke solidariteit
in het geval van een aanval op een van hen. Die solidariteit bestaat eruit
dat elke bondgenoot, individueel of tezamen met de overige bondgenoten, die
actie onderneemt die hij nodig acht om 'de veiligheid van het
Noord-Atlantische gebied te herstellen en in stand te houden'. Die actie kan
- afhankelijk van de situatie en mogelijkheden - het hele scala van optreden
van de overheid omvatten, met inbegrip van militair optreden, maar is tot
dat laatste niet beperkt. Met deze verklaring wordt ook aangesloten bij het
Strategisch Concept van 1999. Dat document legt in feite vast dat de NAVO
als veiligheidsorganisatie ook relevant is in omstandigheden zoals deze, die
uiteraard bij de opstelling van het Verdrag van Washington nog niet
voorstelbaar waren.
Op Nederlands verzoek is ook aan de tekst van de verklaring een toelichting
van de Juridisch Adviseur toegevoegd over de reikwijdte van Artikel 5. De
strekking daarvan is dat de bijstandsverplichting van het NAVO-verdrag geen
automatisme inhoudt, maar dat het de bondgenoten vrij staat vast te stellen
welke inzet van hun kant noodzakelijk is. Daarbij gelden criteria als
proportionaliteit en capaciteit, maar ook de centrale doelstelling van het
NAVO-verdrag, te weten de veiligheid van het Noord-Atlantisch gebied.
De Nederlandse vertegenwoordiger in de Raad heeft de Nederlandse instemming
betuigd onder de vaststelling dat bondgenootschappelijke actie op grond van
deze verklaring uiteraard gebaseerd zal zijn op een gemeenschappelijke
consultatie.
Nederland heeft zich bij deze uitspraak van de Noord-Atlantische Raad
aangesloten, juist omdat op een moment als deze zonder aarzeling duidelijk
moet worden gemaakt dat de VS op zijn bondgenoten mag rekenen, zoals ook de
bondgenoten steeds op de VS hebben mogen rekenen.
Met vriendelijke groet,
Redactie BZ-internetsite