06 sep 2001
Nummer 119 6 september 2001
Objectiviteit is niet haalbaar
Toelating tot verzorgings- en verpleeghuizen niet volgens vaste criteria
Mensen die de zorg van een verpleeg- of verzorgingshuis nodig
hebben, krijgen bezoek van een indicatiecommissie. Hoewel de
overheid bij wet heeft vastgelegd dat indicaties objectief moeten
zijn, blijkt dat in de praktijk nauwelijks het geval, zo stelt drs.
Geke Dijkstra vast. Mensen met vergelijkbare klachten blijken
bijvoorbeeld naar verschillende instellingen te gaan. Maar volgens
Dijkstra is een volledig objectieve indicatie ook niet haalbaar:
"De problemen die mensen hebben zijn nou eenmaal moeilijk te
objectiveren. Bovendien is degene die het indicatiebezoek aflegt
ook onderhevig aan eigen normen en waarden. Dit neemt niet weg dat
er veel verbeterd kan worden. Met name de registratie van de
indicatiecommissies is ondoorzichtig." Dijkstra promoveert op 12
september 2001 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Eenzaamheid
Mantelzorg doorslaggevend
Tegenstrijdige belangen
Ondoorzichtige registratie
Curriculum vitae
Noot voor de pers
Indicatiecommissies zijn ingesteld om de beschikbare
zorgvoorzieningen rechtvaardig te verdelen en om de kosten binnen
de perken te houden. Sinds 1996 eist de overheid dat dit objectief,
integraal en onafhankelijk gebeurt. Daartoe werden de ruim 350
bestaande indicatiecommissies, die er ieder een eigen werkwijze op
na hielden én zich bezig hielden met één type zorg, opgenomen in 84
Regionale Indicatie Organen (RIO's). Uitgangspunt bij de
indicatiestelling is dat mensen zo lang mogelijk op zichzelf
blijven wonen en thuis de zorg krijgen die het beste bij hen past;
dat kan thuiszorg zijn maar dat kan ook verzorgingshuiszorg of
verpleeghuiszorg zijn zonder dat daarbij direct sprake hoeft te
zijn van opname in die instellingen.
Eenzaamheid
"Een belangrijk probleem is dat er al geen eenduidige definitie is
van zorgbehoefte," zegt Dijkstra, "Is bijvoorbeeld de zorgvraag die
iemand stelt bij een professionele instantie of indicatiecommissie
dezelfde als de behoefte die iemand ervaart?" De zorgbehoefte van
personen kan in drie dimensies onderverdeeld worden: een
lichamelijke, een psychische en een sociale dimensie. "Uit de
literatuur die ik heb bestudeerd, komt naar voren dat lichamelijke
klachten het zwaarst wegen in de beslissing. Maar onder die noemer
blijken ook veel psychische en sociale klachten schuil te gaan. In
de gesprekken leggen mensen die zorg vragen daar ook vaak de nadruk
op. Eenzaamheid kan een reden zijn om zorg te vragen, maar in het
gesprek zal hij of zij de nadruk leggen op lichamelijke
beperkingen."
Mantelzorg doorslaggevend
Uit de registratie van de indicatiecommissie en uit de
indicatierapporten wordt niet altijd duidelijk op grond van welke
klachten en/of beperkingen mensen voor een bepaald type zorg zijn
geïndiceerd. Dijkstra: "De mensen met de indicatie 'somatisch
verpleeghuis' blijken wel de meeste beperkingen te hebben op
lichamelijk gebied. Maar soms is het ook onduidelijk op grond van
welke klachten iemand voor een bepaalde instelling in aanmerking
komt. Bij de indicatie 'verzorgingshuis' zijn problemen met de
leefomstandigheden, zoals bijvoorbeeld het wonen en de sociale
contacten, van groot belang. Van doorslaggevende betekenis blijkt
het feit of er voldoende mantelzorg (hulp van familie of buren)
aanwezig is."
Tegenstrijdige belangen
Dijkstra vindt het begrijpelijk dat de indicaties niet altijd even
objectief zijn: "Degene die de indicatie moet stellen heeft ook
zijn eigen normen en waarden en moet op basis van zo'n momentopname
bepalen welke zorg het best zal passen. Daar komt bij dat RIO's
werken in een spanningsveld tussen de uiteenlopende belangen van
degenen die zorg nodig hebben, de overheid, de zorginstellingen en
de zorgverzekeraars. Ook staan zij onder druk van het beddentekort.
Wanneer het RIO weet dat er in het verzorgingshuis in de regio geen
plaats is, zullen zij iemand sneller indiceren voor een
verpleeghuis, terwijl zij onafhankelijk van het bestaande
zorgaanbod moeten werken. Dat kan je ze niet kwalijk nemen, maar
objectief en onafhankelijk is het natuurlijk niet."
Ondoorzichtige registratie
"In Meppel is een experiment gedaan met de nieuwe werkwijze die de
overheid sinds 1996 verlangt: een geïntegreerde, objectieve en
onafhankelijke indicatiestelling met één centraal 'zorgloket' voor
alle voorzieningen. Maar ook hier bleek van een objectieve
indicatiestelling geen sprake te zijn," aldus de promovendus. "Op
grond van de registratie werd niet duidelijk waarom mensen een
bepaalde indicatie kregen. Er waren ook hier mensen met
vergelijkbare klachten die naar verschillende instellingen gingen.
De registratie blijkt nog steeds ondoorzichtig; uit de rapporten is
niet goed op te maken wat nou de doorslag heeft gegeven bij de
beslissingen. Wanneer die rapporten transparanter worden, zal dat
al bijdragen aan een meer objectieve manier van indicatiestelling,
zodat duidelijk wordt op grond van welke beperkingen iemand voor
een bepaalde voorziening is geïndiceerd. Op die manier wordt
tegemoetgekomen aan een eerlijke verdeling van de collectieve
middelen.
Curriculum vitae
Geke Dijkstra (Assen, 1958) studeerde verplegingswetenschap te
Maastricht, met als opleidingsplaats Groningen. Zij verrichtte haar
promotieonderzoek onder de vlag van het Noordelijk Centrum voor
Gezondheidsvraagstukken (NCG) bij het instituut voor Sociale
Geneeskunde van de RUG. Gedeeltelijke financier is de Stichting
Gezondheidszorgonderzoek IJsselmond. Zij promoveert tot doctor in
de medische wetenschappen bij prof.dr. D. Post en prof.dr. J.W.
Groothoff. De titel van het proefschrift luidt: De
indicatiestelling voor verzorgingshuizen en verpleeghuizen.
Dijkstra is momenteel werkzaam als onderzoeker bij de sectie
Metamedica, waar zij onderzoek doet naar de zorgbehoefte van
kinderen met kanker. Daarnaast werkt zij sinds 1999 als
universitair docent bij de sectie Verplegingswetenschap.
Noot voor de pers